Met miljarden tegelijk teisteren sprinkhanen de boeren van Oost-Afrika. Maïs, suikerriet, fruit: alles gaat eraan. De dieren planten zich intussen in razend tempo voort.
Als de eerste zonnestralen de nacht verdrijven, komen de woestijnsprinkhanen tot leven. Het duurt dan niet lang meer of ze beginnen zich vol te vreten aan alles wat groen is. En snel verzadigd zijn ze niet. Een volwassen diertje eet gemakkelijk zijn eigen gewicht aan voedsel weg: zo’n 2 gram per dag. Een zwerm van 50 miljoen sprinkhanen verstouwt zo dus het voedsel van zo’n 35.000 mensen, berekende VN-Voedsel- en Landbouworganisatie FAO. En dan is een zwerm van 50 miljoen nog maar een kleintje.
Het is dus geen wonder dat boeren in Somalië, Ethiopië en Kenia met de handen in het haar zitten nu de beesten in groten getale over hun land zwermen. De landbouwers kunnen om zich heen slaan wat ze willen, maar het maakt geen zier uit. De autoriteiten kunnen pesticiden spuiten, maar tot structurele reductie van de plaag leidt het niet. De beestjes leggen bovendien met gemak 100 kilometer per dag af, wat de bestrijding er niet gemakkelijker op maakt.
Een bijkomend probleem is dat de diertjes zich razendsnel voortplanten. Een vrouwtje legt al snel zo’n 50 eitjes, die ze verstopt in een kuiltje in het zand. Zelfs als een deel ervan niet uitkomt, is de vermenigvuldigingsfactor nog altijd enorm. Een zwerm kan in drie generaties (van elk zo’n twee tot drie maanden) met gemak 5000 keer zo groot worden. De weersomstandigheden zijn voor de voortplanting vooralsnog uitstekend: het regenseizoen houdt maar aan, waar de dieren prima bij gedijen. Het wachten is nu op de droogte.
Geluk bij een ongeluk is dat het lange regenseizoen in sommige regio’s een goede oogst opleverde. Bepaalde gewassen, zoals de maïs , waren al klaar voor de oogst. Toch waarschuwen organisaties als het Rode Kruis voor de voedselvoorziening. Al met al houdt die toch al niet over, zeker niet omdat andere gebieden vorig jaar te kampen hadden met droogte en overstromingen.
De sprinkhanen die Afrika nu teisteren, komen van het Arabisch Schiereiland, waar in 2018 en 2019 veel regen viel. Vanuit Jemen zijn de dieren de Rode Zee overgestoken naar Ethiopië en Somalië. Inmiddels lopen ook Uganda en Zuid-Sudan, verder landinwaarts, gevaar. De eerste beestjes zijn er al gesignaleerd.
Het is lang geleden dat Oost-Afrika met zulke hoeveelheden sprinkhanen te kampen had: in Kenia was dat in de jaren vijftig. Woestijnsprinkhanen leven in principe solitair en geven weinig overlast, maar ze kunnen zich ontwikkelen tot kuddedieren als ze dicht op elkaar komen te zitten. Daarmee begint de ellende.