Column: Wat maakt een land gelukkig?
Onlangs was ik op bezoek bij een broer in Ede. Ik dacht snel een verjaardagscadeau met en voor mijn neefje te kopen, maar parkeren was een uitdaging. Gelukkig wonen de ouders van mijn vriendin ook in Ede, dus vroeg ik of ik bij hen mocht parkeren.
Het cadeau was niet in de winkel en moest online besteld worden. Binnen 24 uur in huis, gaf het scherm aan. Mijn neefje zag het ook en kon zijn geluk niet op!
Mopperend over parkeren en winkelen in Ede en over de verloren tijd kwam ik terug bij mijn broer en schoonzus. Mijn broer hoorde me glimlachend aan en zei fijntjes: „Als je maar bedenkt dat de mensen zich in Ede toch het meest gelukkig voelen.”
Dat moest ik natuurlijk even checken. Volgens cijfers uit 2017 in de ”Atlas voor gemeenten” toont onderzoek aan dat de meest gelukkige Nederlanders hoogopgeleid, rijk, christelijk, getrouwd en 65-plus zijn. Ze hebben geen thuiswonende kinderen en geen migratieachtergrond. Relatief veel van deze mensen wonen in Ede: een middelgrote stad met de meeste koopwoningen. Nederland scoorde dat jaar een tweede plaats op de wereldranglijst ”geluk”, net achter Denemarken.
Wat is geluk? vroeg ik me af toen ik de gelukscijfers op me liet inwerken. Zeker nadat ik een minder gelukkig moment had in de gelukkigste gemeente van Nederland.
Katrin Jakobsdóttrir, de premier van IJsland, stelde zich die vraag ook. Ook haar land staat in de top vijf op de wereldranglijst ”geluk”. Geluk heeft volgens haar meer te maken met welzijn dan met welvaart. Daarom wil ze de overheidsbegroting voortaan baseren op welzijn.
De premiers van Nieuw-Zeeland en Schotland sloten zich hierbij aan. Ze stellen dat bijvoorbeeld klimaatverandering en ongelijkheid ongelukkige burgers maken en om een andere economie vragen. IJsland heeft daarom 39 indicatoren opgesteld om welzijn te meten. Een daarvan is de economische groei, gemeten aan de hand van het bruto nationaal product. Thema’s als huisvesting, milieu, onderwijs, CO2-uitstoot en gelijkheid bepalen de opstelling van de begroting in IJsland. Concreet meetbare eenheden, die richting geven aan het beleid en welzijn breed in kaart brengen.
Nederland kent ook indicatoren voor het meten van de brede welvaart. De cijfers uit de Monitor Brede Welvaart gebruikt het kabinet als belangrijke feitenbron, al zijn ze nog niet leidend voor begrotingsbesluiten.
Ondertussen zijn wij als christenen geroepen onze burgerlijke verantwoordelijkheid te nemen. Binnen ons werk volgen we welke keuzes er in Den Haag worden gemaakt, ook rond handel en economie. Binnenkort moet de regering een belangrijke beslissing nemen over het handelsverdrag CETA, dat handel en investeringen tussen de EU en Canada gemakkelijker moet maken. Een prachtig streven, toch? Of dit handelsverdrag welvaart brengt, zal moeten blijken, maar zal het ook ons welzijn verbeteren?
In de media discussiëren voor- en tegenstanders van het CETA-verdrag over onderwerpen als dierenwelzijn, klimaat, voedselveiligheid, eerlijke prijzen voor boeren en werkgelegenheid. Dit verdrag gaat duidelijk niet alleen over welvaart.
Een onderdeel ervan is het Investment Court System. Een internationale rechtbank, alleen toegankelijk voor investeerders die via dit systeem een claim kunnen neerleggen bij een overheid, als ze zich benadeeld voelen door nieuwe wetgeving.
De gemiddelde waarde van een dergelijke claim is honderden miljoenen euro’s.
Wat doet de angst voor mogelijke claims met nieuwe wet- en regelgeving?
Dit systeem geeft grote multinationals meer rechten dan maatschappelijke organisaties, vakbonden en burgers. Die ongelijkheid draagt niet bij aan het welzijn. Als Nederland en overige EU-landen het CETA-verdrag ratificeren, krijgt het Investment Court System ook een plaats in toekomstige handelsverdragen met andere landen.
Het Investment Court System zal naar alle waarschijnlijkheid impact hebben op de ontwikkelingslanden die niet hoog scoren op de wereldranglijst ”geluk”. Ik hoop dat de Kamerleden, voordat zij stemmen, zich kort bezinnen op welvaart en welzijn. En ik wens hun moed en wijsheid toe. Met hoop op een gelukkige stemuitslag.
De auteur is directeur bij Woord en Daad.