Biomassa als pijnpunt bij het opwekken van duurzame energie
Het gebruik van hout om energie op te wekken is een pijnpunt. Tegenstanders stellen dat bossen worden omgehakt om de verbrandingsovens van energiecentrales te stoken. Olof van der Gaag bestrijdt dat. „Met het groter worden van het bosareaal komt er steeds meer snoeihout.”
Over het stoken van biomassa om energie op te wekken bestaat behoorlijk verschil van mening, geeft Van der Gaag, directeur van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), toe. De organisatie verenigt ondernemers die zich bezighouden met duurzame energie.
Het stoken van pellets –tot korrels samengeperst houtafval– en houtsnippers in kolencentrales is volgens de NVDE een prima manier om ervoor te zorgen dat we ’s winters geen kou lijden. De meeste energie die we verbruiken is nodig voor warmte: de verwarming in huis en warm water. „Zon en wind dekken slechts 20 procent van de energiebehoefte”, aldus Van der Gaag.
Bovendien voorzien panelen en molens niet in alle industriële behoeften. „In de hoogovens bijvoorbeeld heb je 1400 graden Celsius nodig om metaal te smelten. Nu gebeurt dat ter plaatse door gas en kolen te stoken. Met stroom uit zon en wind kun je die temperatuur niet bereiken, met het verstoken van biomassa of waterstof wel. Biomassa is ook goed te gebruiken voor stadsverwarming.”
„Biomassa is er altijd en overal”, benadrukt hij. Dat is belangrijk omdat de zon niet altijd schijnt en ook de wind weleens gaat liggen. „Daarbij komt dat onze behoefte aan warmte ongelijk is verdeeld over het jaar: in de winter hebben we tien keer zo veel nodig als in de zomer. Je hebt een energiebron nodig die je aan en uit kunt zetten.”
Van der Gaag wil niet kiezen tussen energie van zon en wind of die van biomassa. „We hebben ze allebei nodig en alle vormen hebben voor- en nadelen. De CO2 die vrijkomt bij het stoken van biomassa wordt door de natuur weer opgenomen.” Hij verwijst naar de composthoop in de tuin. „Bij het afbreken van plantenafval komt CO2 vrij, die de planten weer opnemen als ze groeien.”
Principe
Houtafval kun je composteren, maar ook verbranden en gebruiken om warmte op te wekken. Hout dat beschikbaar komt bij het beheer van bossen, is daar heel geschikt voor. „Beheer van bossen is noodzakelijk. Zieke bomen haal je weg en ook takken die worden gesnoeid kun je verbranden.” Staatsbosbeheer levert op deze manier hout voor het opwekken van energie. „Ze kunnen het laten liggen natuurlijk, maar ook dan komt er CO2 vrij. Linksom of rechtsom komt de CO2 terug in de natuur. Dat geldt ook voor de CO2 die vrijkomt bij de verbranding van biomassa. Dat is een principieel punt”, benadrukt Van der Gaag. „De CO2 die vrijkomt bij het verbranden van reststromen wordt in één tot tien jaar weer opgenomen.”
Critici stellen dat het opwekken van energie door het verbranden van biomassa niet kan zonder dat daarvoor hele bomen worden verstookt. Er zou domweg te weinig afval zijn. Ook de industrie gebruikt houtresten en maakt bijvoorbeeld plaatmateriaal dat in meubels en keukens wordt verwerkt, erkent Van der Gaag. „Kijk maar eens bij IKEA.” Maar hij bestrijdt dat er complete bomen worden verstookt. „Dat is heel ongebruikelijk. Economisch zou dat heel irrationeel zijn, planken leveren vijf keer zo veel op als zaagsel. Lang niet alle afvalhout komt uit de industrie. Snoeihout uit de bossen is een heel andere reststroom. Doordat er meer bosareaal komt in de Verenigde Staten en Estland, komt er ook meer snoeihout.” Daar komt bij dat de papierindustrie, een belangrijke afnemer van pulphout, veel minder is gaan gebruiken omdat e-mail de functie van het postverkeer voor een groot deel heeft overgenomen. „Daarmee valt een bron voor biomassa vrij.” Andere methoden om te verwarmen zijn warmtepompen, elektrificatie, geothermie en het gebruik van restwarmte.
Puzzel
Over de duurzaamheid van de uit het buitenland aangevoerde pellets en houtsnippers zegt Van der Gaag: „Ze maken net als vlees en kleding deel uit van complexe internationale ketens, en het is altijd goed te bekijken hoe je die controle kunt verbeteren.”
Evenmin als zon en wind volledig in onze behoefte aan energie kunnen voorzien, kan hout dat. „De energievoorziening is een hele puzzel.” De verwachting is dat de Nederlandse bossen –„vorig jaar goed voor 77 procent van de verstookte biomassa”– steeds meer produceren en ook zal de import van pellets toenemen. Hij herinnert eraan dat in het klimaatakkoord is afgesproken de binnenlandse productie van biomassa te verdubbelen. De subsidies –tot 2028– die het gebruik ervan in kolencentrales moeten stimuleren zijn een aflopende zaak. „Er is geen Kamerlid dat daar nog aan wil.” Eventueel kan een deel van de stroom vanaf 2028 worden opgewekt met gas, dat hoeft dan nog niet CO2-neutraal te gebeuren.
Dat de productie en het transport van pellets en snippers –die gedroogd beter te verschepen zijn– ook energie kost, is onontkoombaar. „Dat blijft beperkt tot 5 à 10 procent van wat het oplevert, al moeten we ook daar kritisch op zijn.” Van de Gaag laat niet na erop te wijzen dat de meeste zonnepanelen en windmolens net zo goed uit het buitenland komen.
In 2030 moet driekwart van de Nederlandse elektriciteit uit zon en wind komen, omdat het stoken van kolen in elektriciteitscentrales dan stopt. In het laatste kwart wordt voorzien door middel van aardgas, biomassa of waterstof die eerder met zonne-energie of windkracht is geproduceerd. Het hangt van de markt af welke oplossing er wordt gekozen, aldus Van der Gaag. Hij ziet een baaierd aan mogelijkheden: „Denk aan opslag van te veel geproduceerde stroom in batterijen van elektrische auto’s of een batterij thuis, al is deze optie nog in de pioniersfase. Of aan het aanpassen van vraag aan aanbod: slimme wasmachines draaien dan pas als er stroom ‘over’ is. Intensiever stroom uitwisselen met het buitenland kan ook. Zonder fossiele energie zijn de opties: waterstof of biomassa.”
„Stroom opwekken met hout geen oplossing”
Milieuorganisatie Greenpeace heeft grote bezwaren tegen het bijstoken van biomassa in kolencentrales omdat dit minder duurzaam is dan wordt beweerd. Volgens campagneleider Kees Kodde van Greenpeace produceert Nederland niet alleen onvoldoende hout voor het stoken van de eigen energiecentrales, maar komt er ook in de VS en de Baltische staten te weinig snoeihout vrij om de centrales van brandstof te voorzien. „Wij begrijpen uit berichten uit die landen dat er niet alleen snoeihout wordt gebruikt, maar ook hele bomen.”
Daar komt bij dat de schepen die het hout vervoeren volgens Greenpeace erg vervuilend zijn, en dat maakt de bezwaren alleen maar groter.
Volgens de milieuorganisatie groeien bomen niet snel genoeg om de CO2 op te nemen die vrijkomt bij het verbranden van hout. „Het duurt wel twintig jaar voordat die balans is hersteld.” Greenpeace is bang dat als er hout bijgestookt blijft worden de natuurlijke bossen op den duur plaatsmaken voor productiebossen om maar voldoende brandstof te produceren. „De bossen nemen dan de plaats in van landbouwgrond en natuurgebied en dat gaat ten koste van de biodiversiteit.”
Hoe de hoeveelheid hout die in centrales wordt verbrandt zich verhoudt tot de hoeveelheid die bijgroeit, is niet bekend, aldus Kodde. „Het Planbureau voor de Leefomgeving doet hier studie naar en komt in het voorjaar met een rapport.” Greenpeace ziet het liefst dat zon- en windparken de productie van elektriciteit versneld overnemen. „In 2030 leveren die al 70 procent van de benodigde elektriciteit.”
Greenpeace wil dat de kolencentrales snel dichtgaan. Er loopt nog een proces, aangespannen door Urgenda, waarover de Hoge Raad afgelopen vrijdag uitspraak deed. Kodde houdt er rekening mee dat drie kolencentrales versneld dicht moeten om aan de klimaatafspraken te kunnen voldoen. Om toch in de behoefte aan stroom te voorzien moeten gascentrales die al dicht zijn in dat geval „uit de mottenballen” worden gehaald. Daarnaast moet voor de piekbelasting stroom worden uitgewisseld met het buitenland.
Dat is echter niet in alle gevallen een oplossing, erkent hij: „Op de Amercentrale in Geertruidenberg is een woonwijk aangesloten die van de centrale afhankelijk is voor de verwarming van zijn huizen.”
Al met al ziet Greenpeace in het bijstoken van biomassa in kolencentrales de risico’s voor klimaat, natuur, voedselvoorziening en biodiversiteit toenemen.
serie Groen of niet
Sommige duurzame opties hebben voor- en tegenstanders. Dat komt doordat de vraag leeft hoe groen deze opties echt zijn. Deel 1: biomassa.