Biomassacentrale vervuilt meer dan kolencentrale
Bijstook van ‘duurzame’ brandstof biomassa in elektriciteitscentrales veroorzaakt meer schadelijke uitstoot op dan het verbranden van ‘vervuilende’ steenkool.
Dat blijkt uit nieuw onderzoek in opdracht van het kabinet, waar het AD woensdag over bericht. Verbranding van biomassa, zoals sloop- of snoeihout in een biomassacentrale levert 20 procent meer stikstofoxiden, fijnstof en broeikasgas op dan een kolencentrale.
De verschillen met aardgas zijn nog groter. Zo levert het verbranden van met biomassa ongeveer twee keer zoveel stikstofoxiden op als het stoken op gas, becijferde adviesbureau DNV GL.
Het onderzoek kan een fors probleem opleveren voor de huidige regelgeving rond het (bij)stoken van hout. Het is een van de pijlers van het kabinet om de klimaatdoelstellingen te halen, waarvoor politiek Den Haag 11,4 miljard euro subsidie heeft gereserveerd.
Een aantal kolencentrales, zoals die van RWE in Geertruidenberg en Eemshaven, stoken nu al houtpellets bij om hun milieubelasting te verlagen. Het is de bedoeling dat RWE op termijn uitsluitend elektriciteit gaat opwekken door hout te verbranden in plaats van steenkool. Het kabinet heeft hiervoor 2,6 miljard euro subsidie voor opzijgezet. Maar uit het onderzoek blijkt dat het vervangen van kolen door biomassa in de grote kolencentrales leidt tot ongeveer 5 procent meer uitstoot. Dat komt vooral doordat het rendement van het stoken op hout een stuk lager ligt.
Daarnaast zijn er volgens het AD zo’n 600 kleinere biomassacentrales en -installaties in aanbouw. En verder verwarmen tal van bedrijven, instellingen en particulieren hun pand verwarmen met houtpellets of met een houtkachel. Voor deze kleine centrales en houtkachels gelden nu nog vrij soepele uitstootnormen. Zodat de uitstoot van stikstofoxiden, koolstofdioxide en fijnstof daardoor flink dreigt toe te nemen.
Het probleem voor het kabinet is wellicht nog groter dan gedacht. Volgens eerder onderzoek van de Wageningen Universiteit moet de Nederlandse stikstofuitstoot met meer dan 50 procent omlaag en zijn de huidige kabinetsplannen en het advies van de commissie Remkes daarvoor al ontoereikend.