Ruim dertig jaar na de herintroductie van de bever in Nederland heeft het dier zich over een behoorlijk deel van het land verspreid. Sinds 2011 is de beverpopulatie flink gestegen. Naar schatting zijn er nu 3500 bevers, een paar honderd meer dan een jaar eerder. In 2011 waren er nog maar zo’n 1000. Dat melden kennisplatform Nature Today en de Zoogdiervereniging.
In 1826 was de bever in Nederland uitgeroeid. In 1988 werd het dier opnieuw uitgezet, mede wegens zijn belangrijke rol als „landschapshervormende soort”. Dat betekent dat de bever doorgaans een positieve invloed heeft op de biodiversiteit, aldus het platform.
Dat de bever zich zo snel verspreid zorgt ook voor problemen. Het knaagdier zorgt voor tonnen schade aan dijken en ondergraaft funderingen. Beverdammen hebben hier en daar wateroverlast tot gevolg. In Limburg zijn om die reden bevers afgeschoten. Ook in Gelderland mag het beschermde dier bejaagd worden. Natuurbeschermers verwachten dat alle provincies dergelijke maatregelen gaan nemen. Maar de herintroductie is volgens hen geen mislukking, maar een succes: „Omdat bevers beschermd zijn, moeten er eerst allerlei andere ingrepen worden gedaan voordat er geschoten mag worden. En die ingrepen zijn weer goed voor de natuur.”
De bever heeft zich in bijna alle provincies gevestigd. Alleen niet in Noord-Holland. Deze provincie is wel al een paar keer door zwervende bevers bezocht. Vestiging van het dier in Noord-Holland is volgens Nature Today een kwestie van tijd en wordt binnen vijf jaar verwacht.
Omdat in Nederland nog veel gebieden zijn waar bevers kunnen leven, wordt verwacht dat de groei van het aantal dieren doorzet.