De salderingsregeling gaat per 2027 verdwijnen. Tenminste, dat wil het kabinet. Maar hoe zeker is het dat dit voordeel voor zonnepanelenbezitters daadwerkelijk gaat verdwijnen? Zowel de Tweede als de Eerste Kamer moet zich hier namelijk nog over uitspreken.
Het zou niet de eerste keer zijn dat een wetsvoorstel om het salderen te laten verdwijnen, sneuvelt in de politieke arena. Toenmalig energieminister Rob Jetten kwam in het vorige kabinet op de proppen met het plan om de salderingsregeling vanaf 2025 jaarlijks af te bouwen, totdat het salderen in 2031 helemaal niet meer mogelijk zou zijn.
In de Tweede Kamer kwam zijn wetsvoorstel er met een bescheiden meerderheid doorheen. De partijen die voor stemden, hadden gezamenlijk echter te weinig zetels in de Eerste Kamer om het plan ook door dit huis te loodsen. Jetten moest dus hopen dat partijen die in de Tweede Kamer tegen het voorstel hadden gestemd, in de Eerste Kamer voor zouden stemmen. Hij probeerde de senatoren van BBB en GroenLinks-PvdA in beweging te krijgen, maar die hielden voet bij stuk: het wetsvoorstel werd door hun toedoen weggestemd. Het salderen zou voorlopig mogelijk blijven.
Toch bleef de salderingsregeling op de politieke agenda staan. Het kabinet-Schoof –met daarin bewindslieden van PVV, VVD, NSC en BBB– nam in het regeerprogram op dat het van het salderen af wil.
Spannend
Of dat ook gaat gebeuren is geen uitgemaakte zaak. Net als het plan van Jetten moet ook dit voorstel door beide Kamers. Over de verhoudingen in de Tweede Kamer hoeft het kabinet zich geen zorgen te maken. Coalitiepartijen PVV (37 zetels), VVD (24 zetels), NSC (20 zetels) en BBB (7 zetels) hebben in dit huis een royale meerderheid van 88 zetels.
Als de Eerste Kamer zich vervolgens nog over dit plan moet gaan buigen, wordt het wel spannend. Dat komt doordat NSC nog niet vertegenwoordigd is in de senaat. Bij elkaar opgeteld komen BBB (16 zetels), VVD (10 zetels) en PVV (4 zetels) niet verder dan 30 van de 75 zetels. Voor een meerderheid zijn 38 zetels nodig.
Inleidende beschietingen
In de Tweede Kamer zijn de inleidende beschietingen over de nieuwe kabinetsplannen met de salderingsregeling inmiddels achter de rug. Duidelijk is dat GL-PvdA daar geen goed woord voor over heeft. „Onvoldragen” en „gehaast broddelwerk”, foeterde GL-PvdA-Kamerlid Kröger op een late maandagavond in oktober. Kröger stelt zich op het standpunt dat er eerst een alternatief moet komen, voordat de salderingsregeling wordt afgeschaft.
De SP trekt aan dezelfde kant van het touw. SP-Kamerlid Beckerman legde in haar betoog de vinger bij het succes van de regeling en de onbetrouwbaarheid van de overheid. „Waarom zou de Tweede Kamer deze wet moeten aannemen?” besloot ze haar toespraak.
Interessanter is de positie van partijen die eerder dit jaar het geleidelijk afschaffen van de salderingsregeling in de Eerste Kamer steunden. Van de huidige oppositiepartijen stemden D66, CDA, ChristenUnie, SGP, FvD en Volt daarmee in.
Er is in de tussentijd wel het een en ander veranderd. Koos minister Jetten nog voor een gefaseerde afbouw van de regeling, zijn opvolger Hermans is voornemens het salderen in één klap af te schaffen – per 1 januari 2027. Dat abrupte einde van de salderingsregeling roept weerstand op, ook bij de partijen die in principe voorstander zijn van het afschaffen daarvan.
Illusie
Er valt verschil te beluisteren in hoe de partijen, die in principe voorstander zijn van het afschaffen van de salderingsregeling, aankijken tegen Hermans’ voorstel. Zo lijkt het CDA zich erbij neergelegd te hebben dat het salderen op deze wijze, plotsklaps, verdwijnt. „Ik heb niet de illusie dat we de afspraken uit het hoofdlijnenakkoord kunnen aanpassen. Er gaat dus een harde afbouw van de salderingsregeling komen”, zei CDA-Kamerlid Bontenbal.
Volgens D66-Kamerlid Rooderkerk „is het leed al geschied”. Daarmee doelt de progressief liberaal op het instorten van de markt voor zonnepanelen en op de installateurs die zonder werk zitten. Rooderkerk wil dat de rust terugkeert en zet daarom in op „voorstellen om het huidige voorstel verder te verbeteren”.
SGP en ChristenUnie houden de kaarten tegen de borst. „Een dilemma”, noemt CU-Kamerlid Grinwis het voorstel van de regering. SGP-Kamerlid Flach heeft „vanuit het oogpunt van betrouwbaar bestuur grote moeite met de abrupte afschaffing”.
Beiden partijen benadrukken evenwel voorstander te zijn van het afschaffen van de salderingsregeling. Hun eindoordeel zal afhangen van verbetervoorstellen die de Tweede Kamer heeft gedaan. Die hebben onder meer betrekking op de terugleververgoeding voor zelfopgewekte stroom, terugleverkosten die energieleveranciers in rekening brengen en het perspectief voor de huursector.
Zolang het debat loopt, is het niet zeker dat het salderen per 2027 zal verdwijnen. Het kabinet heeft de steun van oppositiepartijen in de Eerste Kamer nodig om aan de gewenste meerderheid te komen. Dat is zeker niet onmogelijk, maar evenmin een gelopen race.