In Irak zijn vier jaar geleden bij een bombardement door een Nederlandse F-16 tientallen doden gevallen. De Tweede Kamer is na deze aanval onjuist ingelicht door toenmalig minister Jeanine Hennis. Dat heeft het ministerie van Defensie aan de Tweede Kamer laten weten.
De aanval op Hawija was gericht tegen een doel van terreurgroep Islamitische Staat (IS). In de week na het bombardement op 3 juni 2015, waarbij ongeveer zeventig doden vielen, meldde Hennis aan de Kamer dat er geen burgerdoden waren gevallen bij aanvallen tot dusver op Irak.
Hoeveel burgers onder de slachtoffers waren, is niet meer vast te stellen, aldus Defensie. Bij de aanval vielen veel meer doden, doordat er veel meer explosief materiaal was opslagen dan vooraf ingeschat. NRC en NOS berichtten vorige maand al uitgebreid over de aanval op Hawija.
Bij een aanval door een Nederlandse F-16 in de nacht van 20 op 21 september van dat jaar op Mosul vielen zeer waarschijnlijk vier burgerdoden. De aanval was gericht tegen een vermeend hoofdkwartier van IS. Achteraf bleek het om een woonhuis te gaan.
Beide aanvallen zijn onderzocht door het Openbaar Ministerie, maar details van de gebeurtenissen zijn nooit naar buiten gebracht. Defensie vreest voor de veiligheid van de betrokken piloten als dat gebeurt. De Kamer heeft lang aangedrongen op meer transparantie over burgerdoden bij missies.