Duidelijke kaders nodig bij geestelijke herkenning
Geestelijke herkenning ontstaat tussen christenen als gepredikt en beleden wordt dat alleen Jezus Christus ons kan redden van de toekomende toorn. We roepen iedereen op om vanuit deze herkenning aan geestelijke eenheid gestalte te geven.
Hoe rijmen we de verdeeldheid van christenen met de bede van de Heere Jezus Christus dat zij allen één zijn? Dan gaat het niet alleen om kerkelijke maar vooral om geestelijke eenheid. Paulus schreef aan de gemeente van Efeze dat Christus aan Zijn kerk ambtsdragers heeft gegeven. Door hun onderwijs moet onder Gods zegen de eenheid van het geloof steeds meer gestalte krijgen. Leden van Zijn gemeente worden zo steeds dieper aan Hem verbonden, gaan al meer Zijn beeld vertonen en weten zich steeds meer aan elkaar verbonden.
De christelijke kerk raakte in de loop van de eeuwen steeds meer verdeeld. Dat is heel verdrietig. Verheugend is als er over kerkmuren heen geestelijke herkenning mag zijn. In zijn bijdrage ”Kerkelijke eenheid breekt kerkmuren af” (RD 3-10) wijst ds. G. de Fijter daar terecht op. We menen wel dat de kaders van geestelijke herkenning duidelijker omschreven moeten worden. Temeer omdat er naast geestelijke herkenning tussen christenen ook geestelijke vervreemding is. Vervreemding kan er al zijn in eigen kerkelijke kring of zelfs in de gemeente waartoe men behoort. Ook dat is niet nieuw. Denk maar aan de brieven aan de zeven gemeente in Klein-Azië.
Geen prestatie
Kern van het christelijk geloof is dat de levende God de Drie-enige God is, zoals verwoord in de Geloofsbelijdenis van Nicea. Er is alleen toegang tot de Vader door Zijn Zoon Jezus Christus. En als wij werkelijk in Hem geloven, is dat geen prestatie van onszelf, maar het werk van de Heilige Geest in ons.
Geestelijke herkenning ontstaat tussen christenen en kerken als gepredikt en beleden wordt dat alleen Jezus Christus ons kan redden van de toekomende toorn. Dan geeft het vervreemding als in de prediking niet of nauwelijks de realiteit van de toekomende toorn, en dat er twee wegen zijn, naar voren komt. Er is niet alleen een weg naar het nieuwe Jeruzalem, maar ook een weg naar de buitenste duisternis. Herkenning is er waar de eeuwige zaligheid wordt beleden als een geschenk aan mensen die van nature midden in de dood liggen.
Vervreemdend is het ook als de indruk wordt gewekt dat wij vanzelfsprekend in de zaligheid delen, dat elke kerkganger en elke gedoopte een kind van God is. Heel mooi staat in artikel 29 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis waaraan de levende leden van Gods kerk herkenbaar zijn: zij hebben de enige Zaligmaker Jezus Christus aangenomen, vluchten weg van de zonde, jagen de gerechtigheid na, hebben God en hun naaste lief en kruisigen hun zondige bestaan met haar werken. Deze kenmerken vertonen christenen wereldwijd en de eeuwen door, tot welke kerkelijke stroming zij ook behoren.
Ruggengraat
We noemden al de Geloofsbelijdenis van Nicea. We hadden ook de Apostolische Geloofsbelijdenis, de Tien Geboden en het Onze Vader kunnen noemen. Zij zijn de ruggengraat van de prediking. Samen laten zij ons zien waarin het geloof, de ware liefde tot God in verborgen omgang met Hem en het christelijke leven bestaan.
In onze samenleving staan Gods geboden onder kritiek. Zij beantwoorden niet aan het vrijheidsideaal van de mens. Dat geldt in het bijzonder het zevende gebod. In de context van het Oude en Nieuwe Testament laat dit gebod ons zien dat seksualiteit en intimiteit alleen thuishoren binnen het huwelijk tussen één man en één vrouw. Overtreding van dit gebod zonder berouw en bekering betekent dat men het Koninkrijk van God niet zal binnengaan. Heel verdrietig is dat ook in Nederland juist op dit punt gemeenten de kenmerken van de katholieke, christelijke kerk niet vertonen. Wie meer kerkelijke eenheid wenst, moet niet nalaten kerken en christenen op te roepen tot het vasthouden aan of het terugkeren tot het Bijbelse getuigenis.
In deze samenleving is het belangrijk dat Christus gepredikt en beleden wordt. Wanneer de Zon van de gerechtigheid in ons leven opgaat, verliezen de sterren van wereldse begeerlijkheden hun glans. Herkenning geeft het besef dat christenen, hoezeer zij op aarde ook een taak hebben en rentmeester horen te zijn, allereerst pelgrims zijn op weg naar een beter vaderland. Alle initiatieven die vanuit deze herkenning naar samenwerking, meeleven en wie weet ook meer uiterlijke eenheid leiden, juichen wij van harte toe.
Dankbaarheid
Wij mogen met dankbaarheid aan de Koning van de Kerk die geestelijke eenheid in de Friese Wouden steeds meer beleven. Predikanten van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK), de Hersteld Hervormde Kerk (HHK) en de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) hebben zeer regelmatig een broederlijk overleg en samenzijn. In de wintermaanden worden op zaterdagavond gezamenlijke bijeenkomsten gehouden. We werken samen op het gebied van jongerenavonden. Ook preken we op de bid- en dankdag over dezelfde tekst.
In Boven-Hardinxveld is er al een aantal jaren een ontmoetingsdag waarop voorgangers uit verschillende kerkbanden, onder andere de CGK en de HHK, spreken. De bezoekers komen uit minimaal zes verschillende kerken. Er zijn nog veel meer van zulke voorbeelden te noemen. Het is ons hartelijke verlangen dat allerlei vormen van samenwerking onder Gods zegen zich verder mogen uitbreiden. Wij willen iedereen oproepen op zijn en haar plaats aan de geestelijke eenheid gestalte te geven. Wel weten wij dat de volmaakte eenheid van het geloof in deze bedeling niet wordt gerealiseerd. Laat daarom onze bede zijn: „Kom, Heere Jezus, ja, kom haastiglijk.”
Ds. A. A. Egas is predikant van de CGK in Damwoude. Dr. P. de Vries is docent hermeneutiek en bijbelse theologie aan het Hersteld Hervormd Seminarie.