Herkenning breekt kerkmuren af
De kerkmuren tussen de volgelingen van de Heere Jezus zijn een onmogelijkheid. Als Zijn gebed „opdat zij allen één zullen zijn” uit Johannes 17 je op het hart gedrukt is, dan móet de weg tot zichtbare eenheid van de christenen gezocht worden.
Een 89-jarige vertelde me hoe Gods Woord in haar leven altijd centraal had gestaan. De Bijbel was voor haar en haar grote familie altijd richtinggevend geweest. Tot mijn verbazing schetste ze die familie in grote kerkelijke veelkleurigheid. Generatie na generatie en kerk na kerk kwam langs. Die veelkleurigheid had in hun familieverband geen bressen geslagen. Er was geestelijke verbondenheid met elkaar.
Haar grootouders kwamen uit Rijssen en behoorden tot de oud gereformeerde gemeente. De opa was „groot bekeerd”, zoals men dat in Rijssen zei. En wellicht daarom sprak hij mild als het ging over verschillen in de kerkelijke praktijk. ”’s Lands wijs, ’s lands eer”, was zijn adagium.
Haar eigen vader en moeder kwamen ieder uit een verschillend kerkverband. De een uit de Nederlandse Hervormde Kerk (NHK), de ander uit de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN). Haar vader bleef GKN en haar moeder bleef NHK, maar zij ging tegelijkertijd, omdat die kerk dichter bij hun woning stond, naar de gereformeerde gemeente. Zonder daar lid te worden. Bij de scheuring binnen de GKN in 1944 ging de vader naar de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en vervolgens in 1967 naar de Nederlands Gereformeerde Kerken.
De 89-jarige mevrouw die me dit alles vertelde, bevindt zich nu in een samenwerkingsverband van hervormden en gereformeerden die één protestantse gemeente willen vormen binnen de Protestantse Kerk in Nederland. Ze wees me op een boeket bloemen, gebracht door een nicht uit Grand Rapids, die weer op een andere manier in de christelijke traditie staat. „Met al die mensen voel ik me verbonden”, zei ze.
Oecumene van het hart
Dit verhaal laat zien dat het mogelijk is om met elkaar als christenen op te trekken, door de ontmoeting vanuit het hart van het geloof. Of anders gezegd: vanuit de verborgen omgang met de levende God. Kerkmuren doen er dan niet meer toe, terwijl ze nog steeds stevig overeind staan. Die „groot bekeerde” oud gereformeerde opa uit Rijssen had het al vroeg door: je moet je eigen kerkelijke traditie niet verabsoluteren, maar dankbaar zijn als je elkaar mag vinden in de Heere Jezus Christus.
Het lijkt erg op wat indertijd door de Evangelische Omroep werd gepropagandeerd: ”de oecumene van het hart”. Dat was mooi voor toen, maar in het zo zeer geseculariseerde Nederland van nu is het veel te weinig. Het heeft iets van een onderduikmanoeuvre, omdat voor de zichtbare eenheid van christenen de tegenkrachten nog te groot zijn. Zelfs wanneer je het geheel met elkaar eens bent dat de oecumene van het hart vraagt om een volgende stap, naar concrete en zichtbare eenheid, dan kan het je aanvliegen. Onderlinge verdeeldheid staat haaks op Jezus’ gebed om eenheid in Johannes 17:20-21: „En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen die door hun woord in Mij zullen geloven, opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn, opdat de wereld zal geloven dat U Mij gezonden hebt.”
Als dat woord je op het hart gedrukt is, dan móet de weg tot zichtbare eenheid van de christenen gezocht worden. Dan kunnen we niet meer zeggen dat de verdeeldheid van christenen ons tot schuld is, om vervolgens over te gaan tot de orde van de dag. Daarachter ligt de verlegenheid over hoe het dan moet met al die zo sterk opgetuigde kerkgenootschappen.
De verdeeldheid onder de christenen is zonde. We zullen vanuit de oecumene van het hart publiekelijk en ronduit moeten zeggen dat we bij elkaar horen en nu stappen zetten tot kerkelijke eenheid. Vooral omdat de eenheid in Christus al gegeven is. Daarbij komt dat een centrale notie als de Geloofsbelijdenis van Nicea (325 na Christus) in bijna alle Nederlandse kerken geldt als ijkpunt van christelijk geloven.
Migrantenkerken
Ik ben heel blij met het boek ”Spirituele oecumene. Over de vele vormen van onze gezamenlijke en persoonlijke omgang met God”. Dat boek probeert, met vijftig auteurs, een bijdrage te leveren aan de noodzakelijke inhoudelijke discussie over de weg naar éénheid in het verbrokkelde kerkelijk leven in Nederland. De inzet van het boek is de gegeven éénheid in Jezus Christus. Het staat er zo: „Het leven vanuit een persoonlijke geloofsspiritualiteit is een belangrijk middel om onderlinge confessionele en kerkelijke verschillen te overbruggen. Elkaar herkennen in het werk van Christus betekent geen relativering, maar juist bevestiging van de kern van het christelijk geloof.”
In de afgelopen tien jaar heeft de Stichting Nationale Synode ernaar gestreefd die inzet handen en voeten te geven in het luisteren naar elkaar. Daarbij zijn de internationale en migrantenkerken een sterke impuls geweest. Het congres ter gelegenheid van de presentatie van genoemd boek, op 28 september in Amersfoort, kreeg als thema ”Kerkmuren: zegen of vloek?”. Op voorhand lijkt het mij zo helder als glas dat de kerkmuren tussen de volgelingen van de Heere Jezus een onmogelijkheid zijn. Afbreken dus!
Zegen of vloek? Ik heb het de mevrouw van 89 die ik sprak niet durven vragen. Want ze sprak zo liefdevol over christenen in andere kerken en landen.
De auteur is voorzitter van de Stichting Nationale Synode.