Synodestad Dordrecht worstelde met beeldvorming
De Dordtse regenten waren er volgens prof. dr. Fred van Lieburg niet blij mee dat hun stad Dordrecht in 1618-1619 het boegbeeld werd van radicale contraremonstranten. Nadat het stof van de synode gezakt was, keerden ze snel terug naar de oude, gematigde traditie.
Honderden belangstellenden waren woensdagavond naar de koude Grote Kerk gekomen, waar prof. dr. Fred van Lieburg zijn nieuwe boek presenteerde: ”Synodestad”. De bijeenkomst was georganiseerd door drie Dordtse erfgoedverenigingen, die allemaal flink wat leden meegebracht hadden.
Geen wonder dat de zeventiende-eeuwse synodeleden, de burgemeesters, de prins en de raadpensionaris –die in de loop van de avond allemaal voorbijkwamen– uiteindelijk slechts bijfiguren bleken in een stuk waarin de glansrol was weggelegd voor de stad Dordrecht zelf.
Aan de hand van veel sappige verhalen en sprekende beelden nam Van Lieburg zijn publiek mee naar het Dordrecht van 1619. Naar de Kloveniersdoelen bijvoorbeeld, de plek waar de synode gehouden werd. Die bleken veel kleiner te zijn dan veel mensen –met het bekende schilderij van de synode in het achterhoofd– denken.
Open haard;
Archeologisch illustrator Bert Brouwenstijn legde, tijdens een intermezzo in Van Lieburgs uiteenzetting, precies uit hoe hij de afmetingen berekend had. De bovenzaal was slechts zo’n twintig bij elf meter, een bijna huiselijke ruimte met een knetterende open haard.
De vraag die Van Lieburg in zijn betoog vooral centraal zette, was: Welke invloed heeft de synode op de stad gehad? Is er door de gebeurtenissen in Dordrecht blijvend iets veranderd, of toch niet?
Volgens de auteur stond de stad vanouds bekend als gematigd. „Pas kort voor en tijdens de synode was er sprake van een ruk naar rechts. Ook het stadsbestuur koos toen radicaal voor het contraremonstrantisme. Maar je kunt je afvragen of alle Dordtse regenten er zo blij mee waren dat hun stad, de oudste stad van Holland, het symbool van radicaliteit werd. Nadat in 1619 de rust hersteld was, werd Dordrecht langzaamaan weer die gematigde stad waar – later – juist de Oranjepartij het onderspit dolf.”
Die traditie van gematigdheid bleek ook later in de eeuw de overhand te houden. Van Lieburg: „Dordrecht is altijd trots geweest op de gebroeders De Witt, die een standbeeld kregen in de stad. Maar de contraremonstrantse Hugo Muys van Holy heeft nooit een standbeeld gekregen. Hij werd een gehate figuur, niet alleen door zijn partijkeuze, maar ook doordat hij beschouwd werd als een corrupte politicus.”
Van Lieburg pleitte ervoor om religie en politiek in samenhang te bestuderen, en de religieuze drijfveren van mensen uit het verleden niet te verwaarlozen. „Het is jammer dat veel historici en journalisten slechts oog hebben voor de politieke kanten van Oldenbarnevelts geschiedenis, en niet voor de religieuze. Terwijl een van de afgevaardigden naar de Dordtse synode, Giovanni Diodati, destijds al zei: Eigenlijk zijn het de Dordtse Leerregels die het hoofd van Oldenbarnevelt hebben afgehakt. De synode en de onthoofding horen bij elkaar.”
Geseculariseerde samenleving
De eerste exemplaren van het nieuwe boek waren voor de Dordtse locoburgemeester H. van der Linden en de Zuid-Hollandse commisaris van de Koning drs. J. Smit.
De laatste, die bovendien theoloog is en voorzitter van het CIO (voor interkerkelijk contact in overheidszaken), onderstreepte in zijn toespraak het belang van religiegeschiedenis. „Voor theologische fijnslijperij lijkt in deze geseculariseerde samenleving geen plaats meer te zijn, en het gesprek over de maatschappelijke betekenis en waarde van geloven lijkt steeds meer verkrampt te raken. Maar in die doorgeseculariseerde samenleving zoeken we naar verbinding, naar verhalen die onze gefragmenteerde maatschappij een fundament kunnen geven. Wie zijn we, waar komen we vandaan? Als we daarover met elkaar in gesprek gaan, gaat het er niet om anderen buiten te sluiten, maar juist om verbinding te zoeken.”