Een ingetogen jubileum voor de remonstranten
De Remonstrantse Broederschap is zo oud als de Dordtse synode. Al eeuwen zijn de remonstranten in het land. Soms in schuilkerken, soms in de marge. Ds. Joost Röselaers weerspreekt het beeld van oppervlakkigheid: „We willen gaan voor een diepgaand verhaal.”
Toen synodevoorzitter Johannes Bogerman 400 jaar geleden de remonstranten toeriep: „Dimittimini, exite!” –U wordt weggezonden, gaat heen– bezegelde dit niet alleen de gereformeerde koers die de Dordtse synode zou gaan varen. Het wegsturen van Arminius’ volgelingen luidde ook het begin in van een nieuwe beweging: de Remonstrantse Broederschap. Daarmee vieren ook de remonstranten dit jaar hun jubileum.
„Ingetogen”, zegt ds. Röselaers (39), remonstrants predikant te Amsterdam en woordvoerder van de remonstranten. „Het jubileum is dubbel voor ons. We vieren ons ontstaan, maar er zit ook een keerzijde aan. We zijn verbannen van de synode, onze oorsprong is niet zo vrolijk. Dat de gemeente Dordrecht bijvoorbeeld koos voor het thema ”Ode aan de synode” viel bij ons verkeerd: wij zijn eruit gezet. Het is niet zo dat we daar nog zwaar onder gebukt gaan, maar het geeft wel een besef dat het niet alleen jubileren is.”
Desondanks besteden de remonstranten op verschillende manieren aandacht aan de historie. In januari zag een magazine het licht (zie: Glossy viert vier eeuwen remonstranten). In verschillende gemeenten is het toneelstuk ”Zit er nog rek in?” uitgevoerd, over „hedendaagse voorbeelden van rekkelijkheid.” Woensdag verschenen ”vijf artikelen van de remonstranten”, reflecties van remonstrantse theologen rond vijf kernwoorden.
Hoe staat de remonstrantse beweging ervoor?
Ds. Röselaers: „We hebben nu 40 gemeenten en zo’n 5000 leden. Dat aantal is stabiel, wat voor een kerk positief is. De groep klassieke gemeenteleden wordt kleiner. We zien daarentegen de trend dat er meer landelijke leden bijkomen: mensen die het gedachtegoed van de remonstranten ondersteunen, maar niet plaatselijk aan een gemeente verbonden zijn en geen behoefte hebben om bijvoorbeeld diensten bij te wonen. Deze groep kent een groot verloop: mensen zijn een paar jaar lid en vertrekken dan weer.”
Vrijzinnig
De remonstranten zijn altijd een minderheid geweest, met soms een elitair imago. Zo schrijven de auteurs van het dit jaar verschenen boek ”Elite gezocht”, een publicatie over hedendaagse elites: „Dan heb je ook nog de keurige vrijzinnig protestantse of remonstrantse variant. Iemand die iets lichts en zeer algemeen abstracts over de liefde naast het geloof zegt zonder er een persoonlijk verhaal bij te vertellen.”
Ds. Röselaers noemt de vermelding in het boek een „twijfelachtige eer. Rond het begin van de twintigste eeuw bestond het beeld van remonstranten als een elitekerk. Vanwege het moderne ethische klimaat voelden zich vooral mensen van de bovenlaag aangetrokken. Ook speelde mee dat armen destijds hun uitkering niet van de overheid maar van de kerk kregen – wie echter remonstrants werd, kreeg geen uitkering. Daardoor kwamen er vooral rijken. De remonstranten hebben altijd een intellectuele laag van de bevolking aangetrokken, maar ik zie de laatste jaren een veel breder publiek in onze gemeenten. Je kunt ons echt geen elitekerk meer noemen.”
Het citaat uit ”Elite gezocht” suggereert ook oppervlakkigheid: „iets lichts en abstracts.”
„Remonstranten zullen in preken niet zo snel zeggen: „Zo moet je je leven leiden.” We hechten sterk aan vrijheid en kiezen eerder voor een meer filosofische boodschap. Misschien komt dat op mensen oppervlakkig over, maar daar herken ik me niet in. We gaan juist voor een diepgaand verhaal.”
In een van de woensdag gepubliceerde ”vijf artikelen” stelt theoloog Annemarieke van der Woude de vraag wat voor remonstranten „de geloofsartikelen zijn die eenheid smeden.” Waar denkt u dan aan?
„Aan de beginselverklaring van de remonstranten, die elk lid moet ondertekenen. Die luidt: „De Remonstrantse Broederschap is een geloofsgemeenschap die, geworteld in het Evangelie van Jezus Christus en getrouw aan haar beginsel van vrijheid en verdraagzaamheid, God wil eren en dienen.” Daar hecht ik zeer aan, het is de kern en maatstaf van wie we zijn.”
Remonstranten kenmerken zich door veel vrijheid, juist als het gaat om geloofsopvattingen. Is er daarom wel één boodschap te noemen waar remonstranten voor staan?
„Onze beginselverklaring vervult die rol. Die is inderdaad ruim opgezet en daar valt veel onder. Vrijheid is voor ons uiteindelijk cruciaal. Vorige week voerde ik bijvoorbeeld vanuit de kerk een gesprek rond euthanasie en voltooid leven. Rond zo’n thema gaan wij echt niet aan mensen opleggen hoe zij moeten denken. Dat is een keuze tussen God en het individu. Wij zijn er als kerk om daarover gesprekken te voeren met mensen rond deze keuzes en ook de Bijbelverhalen aan te reiken die we vanuit onze traditie hebben.”
Juist met een beroep op die Bijbel zeggen veel kerken: Euthanasie is een onbegaanbare weg.
„Het is goed dat zij hun stem laten horen, maar het is ook belangrijk dat ons geluid klinkt. Je kunt wat mij betreft ook verbonden zijn aan de christelijke tradities als je keuzes maakt die niet geaccepteerd worden door andere kerken. Ook hier is vrijheid het cruciale thema. Het gaat om gewetenskeuzes waar je als instituut niet tussen moet gaan zitten.”
Van der Woude stelt in haar artikel de vraag: „Voelen remonstranten zich nog met Arminius verwant als het gaat om zijn uitspraak dat ”de theologie van het kruis” de kern van het evangelie vormt?” Hoe ziet u dat?
„De theologie van het kruis zou ik niet snel als centraal zien; eerder de theologie van de opstanding, de beweging van Pasen. De remonstranten zijn natuurlijk wel opgeschoven in vierhonderd jaar. Ik denk dat Arminius zich nu eerder zou thuisvoelen in een gereformeerde gemeente dan bij de remonstranten. Tegelijk zijn er overeenkomsten die ons verbinden aan de vroegere remonstranten. Arminius kwam op voor de vrije wil, voor de remonstrantse voorman Uytenbogaert was godsdienstvrijheid belangrijk. Dat zijn voor ons nog altijd cruciale thema’s.”
Aan het einde van deze maand vindt de laatste nationale synode plaats. U zei daarover: „Het is onze taal niet, maar we doen toch mee.” Wat bedoelde u?
„De taal van de theologie van het kruis zat ook sterk in de verklaring van de synode. Het kruis, het bloed, het offer; dat soort termen zijn we eigenlijk niet meer gewend. We moesten echt even een drempel over. Tegelijk behoren we toch bij de algemene protestantse christelijke kerk, met dezelfde calvinistische bronnen. Als je niet meedoet, sta je buiten. We hebben daarom onze verantwoordelijkheid genomen. Vanuit de synode is er veel begrip getoond voor onze overwegingen.”
Is de theologie van het kruis niet de kern van het Evangelie? Veel kerken zullen zeggen: Wie die taal kwijtraakt, verliest de kern van de Bijbelse boodschap.
„Daarom is het goed dat er verschillende kerken zijn. Wij proberen de boodschap te behouden door die opnieuw te vertalen. We omschrijven het poëtischer, met andere woorden. Toch denk ik dat de kern hetzelfde is. Dat is dat God ons niet vastbindt om wat er misging, maar dat altijd een nieuw begin mogelijk is. Het opstandingsverhaal is zo krachtig, dat is sterker dan al ons menselijk falen.”
Ballingschap en schuilkerken
Het theologische conflict met de remonstranten draaide om de uitverkiezing en de mogelijkheid om Gods genade te weerstaan. In 1619 verwierp de Dordtse synode de leer van de remonstranten in de Dordtse Leerregels. Remonstrantse predikanten moesten afstand nemen van hun ambt en opvattingen op straffe van verbanning.
Nog in datzelfde jaar richtten 38 remonstrantse predikanten onder leiding van voorman Johannes Uytenbogaert de Remonstrantse Broederschap op.
Lange tijd zijn de remonstranten verboden, hoewel hun diensten gedoogd werden. Ze stichtten verschillende schuilkerken, waarvan de Rode Hoed in Amsterdam –nu in gebruik als debatcentrum– de bekendste is.
Glossy viert vier eeuwen remonstranten
Ter gelegenheid van 400 jaar remonstranten verscheen begin dit jaar de glossy ”Get out!”. De titel verwijst naar de uitroep van synodevoorzitter Bogerman die de remonstranten in 1619 de deur wees: „Exite!”
Het magazine biedt onder meer verschillende interviews, een essay van theoloog Alain Verheij over Bijbellezen en de winnende bijdrage uit een preekwedstrijd.
Nationale synodevoorzitter ds. G. de Fijter reflecteert in een column op de remonstrantse campagne ”Geloof begint bij jou”. „Wat een volharding binnen de remonstranten (...) om vol te houden dat (...) het gewoon jouw eigen ding is dat „God alleen daar is waar wij Hem toelaten.” Ik vind het jammer dat die lijn kennelijk de overhand heeft binnen de huidige broederschap.”