Christus Victor-gedachte niet prominent in Nieuwe Testament
Ongeveer elke twintig jaar komen discussies over de aard van het verzoeningswerk van Christus met een zekere felheid op. Vanzelfsprekend staan deze niet op zichzelf. Ze hebben alles te maken met veranderende tijden en ontwikkelingen binnen het wetenschappelijk onderzoek naar de historische Jezus. De kerk doet er goed aan om deze telkens met open vizier te voeren. In de afgelopen anderhalve eeuw is dit minstens al zeven keer gebeurd, maar altijd met wisselend succes. Soms ook met een nare nasmaak. Hopelijk leren we ervan.
Dat vandaag de dag sterk op het zogeheten ”Christus Victor”-motief (Christus Overwinnaar) wordt teruggegrepen, lijkt me logisch. In het Bijbelse getuigenis heeft dit motief een onmiskenbare plaats. Lukas vertelt dat Jezus de duivel „als een bliksem uit de hemel” (10:18) zag vallen. Ook de apostel Paulus denkt over Jezus als Overwinnaar, als hij spreekt over de geur van overwinning en over het tentoonstellen van en openlijk zegevieren over de machten (2 Korinthe 4 en Kolossensen 2). Als de apostel Johannes Jezus in zijn visioen beschrijft als Lam dat is opgestaan en troont boven alle overheden, ligt hier misschien wel het begin van het vroeg-kerkelijke Christus Victor-motief.
Gustaf Aulén heeft hier in 1931 al aandacht voor gevraagd, omdat dit motief in de vergetelheid dreigde te raken, vanwege de grote nadruk die het satisfactiemodel binnen de bestaande kerken had. De satisfactiegedachte legt Jezus’ offer uit als plaatsbekledende straf, die Hij op Zich nam voor schuldige mensen, zoals door Anselmus van Canterbury in de late Middeleeuwen is verwoord. Het anselmiaanse model benadrukt het schuld-en-boetesysteem (genoegdoening, voldoening), dat de Middeleeuwen kenmerkt, terwijl het vroeg-kerkelijke model deze nadruk niet heeft.
In deze zin sluit de Christus Victor-gedachte beter aan bij het postmoderne (en post-christendom-) levensgevoel in Nederland. Immers, de onpersoonlijke machten van commercie, geweld, slavernij en crises zijn zeer dominant en mensen weten zich steeds minder gevangen in eigen schuld en falen. Dat Jezus de machten overwon zónder Zelf geweld te gebruiken, spreekt tot de verbeelding en raakt velen. Er wordt dan ook meer dan voorheen studie naar het Christus Victor-motief gedaan, van populaire boeken tot PhD-dissertaties.
Tegelijk staat het Christus Victor-motief in de Bijbel tussen meerdere motieven in. Er is een scala aan beelden om de diepte van het verlossingswerk van Christus uit te drukken (zoals ”kopen”, ”adopteren” en ”wedergeboren worden”). En natuurlijk heeft elke tijd zijn favorieten.
Een begrip als ”adopteren” valt binnenkort misschien wel uit de gratie, omdat er veel negatieve associaties aan kleven. Maar dit neemt niet weg dat het Nieuwe Testament het gebruikt (Grieks: huiothesia).
De Schrift rijdt ons zo regelmatig in de wielen, omdat ze zich nu eenmaal niet stoort aan onze bedenkingen, mitsen en maren. De Christus Victor-gedachte treedt niet prominent in het nieuwtestamentische getuigenis naar voren. Het is niet erg om zelf een bepaalde voorkeur te hebben, maar die kan niet op de Bijbelschrijvers worden geprojecteerd. Het is zelfs mogelijk om een zekere weerstand tegen de gedachte te hebben dat God geweld (bloedige offers) verkiest om te vergeven (een vorm van ”Sachkritik”), maar het is onjuist te menen dat diezelfde weerstand ook in de Bijbel te vinden moet zijn.
In de kerkgeschiedenis zijn voorbeelden van bewegingen te vinden die zo dachten en zich daarmee wezenlijk afsloten voor onwelkome geluiden uit de Schrift. Uiteindelijk hoorden zij alleen wat zij zelf wilden horen. Daarmee raakten ze op een zijspoor (bijvoorbeeld Marcion). Experts in de vroege christelijke geschriften hebben niet veel moeite om te wijzen op de meer genuanceerde benadering van het verlossingswerk van Christus die in de boeken van de Bijbel te vinden is. Zie bijvoorbeeld Hans Boersma, ”Violence, Hospitality and the Cross” (2006). Ook Richard Mouw schreef erover, onder de sprekende titel ”Why Christus Victor is Not Enough”. Met andere woorden, houd de nuance vast.
De auteur is hoogleraar James Wm. Maclendon Chair VU. In deze rubriek worden antwoorden gegeven op vragen over het christelijk geloof.