„Praten over kwaaltjes kan ongemak verlichten”
Zweetkringen, incontinentie en schimmelnagels. Voelt u zich al ongemakkelijk bij het lezen van dit rijtje? U bent niet de enige. Op deze kwaaltjes rust een enorm taboe. Jammer, vindt de Duitse dermatoloog Yael Adler. Want door erover te praten, kunnen we het onszelf een stuk makkelijker maken.
Om het taboe te doorbreken, schreef Yael Adler het boek ”Ongemak. Lichamelijke taboes en wat er aan te doen is”.
In het dagelijks leven is Adler (1973) dermatoloog, huidspecialist. Haar eerste boek ging dan ook over de huid, het grootste orgaan dat een mens heeft. Maar met haar patiënten praat ze over meer dan alleen huidproblemen. Adler heeft een holistische kijk op geneeskunde en gaat daarom altijd op zoek naar de bron van een probleem dat op de huid tot uiting komt.
Want de patiënt met puistjes, te veel talg en eczeem, bleek niet goed te slapen doordat hij snurkte. Iets waar gemakkelijk iets aan te doen is. En de vrouw die in de overgang zat, veel zweette en depressief was, bleek ook last te hebben van droge slijmvliezen tijdens gemeenschap met haar man. Ze durfde het uit zichzelf niet te vertellen, maar had nog maar weinig seksueel contact met haar man, wat ze allebei als een gemis ervoeren. Met een nieuwe laserbehandeling was dat probleem verholpen en de vrouw liet Adler weten hoezeer haar kwaliteit van leven was toegenomen nu ze weer intiem kon zijn met haar man.
Met haar boek wil Adler ervoor zorgen dat mensen over hun lichamelijke ongemakken praten, vertelt ze op het kantoor van haar Nederlandse uitgeverij. Want in veel gevallen kunnen dokters helpen.
„En in het geval van besmette- lijke ziektes zoals schimmels hebben ze ook de verantwoordelijkheid hun omgeving te beschermen”, zegt ze. „Het zou vooral goed zijn als mensen niet te lang ergens mee rond blijven lopen. Want veel kwaaltjes kunnen daardoor chronisch, of zelfs gevaarlijk worden.”
Gevaarlijk? Hoe bijvoorbeeld?
„Een voorbeeld: de man van een collega-dermatoloog, een vader van een jong gezin, had last van pijn aan zijn achterste. Hij weigerde zijn vrouw ernaar te laten kijken. Toen hij na een paar dagen niet meer kon zitten van de pijn, gaf hij toe. Hij bleek een anaal abces te hebben dat met spoed operatief werd verwijderd. Als hij één dag later was geweest, was zijn sluitspier aangetast door de ontsteking. Dan zou hij zijn ontlasting niet meer binnen kunnen houden.”
Waarom rust er eigenlijk zo’n taboe op dit soort kwaaltjes?
„Dat wordt voor een deel bepaald door onze cultuur, religie, opleiding en sociale omgeving. Maar het heeft ook te maken met een reflex uit de steentijd: als je uitslag ziet, of iets wat groeit op een plek waar dat niet hoort, of dat een vrouw te maken krijgt met haaruitval, dan weet je dat daar iets niet klopt. Onbewust willen we daarbij uit de buurt blijven omdat we bang zijn voor een besmetting en dat onze stam gevaar loopt. Daarnaast denk ik ook dat veel ziektes of symptomen ons eraan herinneren dat we ouder worden, onze vitaliteit verliezen en uiteindelijk doodgaan. Daar houden we niet van.”
Ons lichaam is in veel gevallen heel goed in staat zichzelf te reguleren, maar wij verstoren dat natuurlijke systeem vaak, schrijft u. Zijn we te hygiënisch?
„Onze huid is een zelfverzorgend, zelfreinigend en zelfbeschermend systeem. Dus als we ons een tijd niet wassen, worden we daar niet ziek van. Je kunt elke dag een douche nemen als je dat wilt. Maar mijn advies is: doe het dan alleen met water. Waarom? De pH-waarde van zeep is 11 en die van de huid is 5. Elke keer dat je je huid met zeep wast, wordt de zure beschermlaag van je huid beschadigd. Het duurt acht uur voordat je huid dat weer hersteld heeft. In die tijd hebben virussen, schimmels en bacteriën –waardoor we gaan stinken– alle tijd zich te vermenigvuldigen. Daardoor worden we ziek. Als je alleen water gebruikt, heb je dat probleem veel minder of zelfs helemaal niet.
Of neem de lipiden, onze huideigen vetten. De epidermis, de bovenste huidlaag, en onze talgklieren maken vet. Samen zijn die vetten het effectiefste huidverzorgingsproduct dat je kunt verzinnen. Niets wat op de markt is, komt er ook maar bij in de buurt. En wat doen wij? We verwijderen dat van ons lichaam met onze wasproducten om ze vervolgens te vervangen door inferieure crèmes.”
Een aantal oplossingen voor veelvoorkomende kwaaltjes komt steeds terug in uw boek: gezond eten, genoeg drinken, bewegen en goed slapen. Is het echt zo makkelijk?
„Dat is helemaal niet makkelijk! Anders hadden we dat allemaal allang gedaan. In zekere zin zijn we slachtoffers van onze omgeving. De farma-industrie bijvoorbeeld ontwikkelt medicijnen voor alles zonder te kijken wat de natuur ons al gegeven heeft. Zelf behandel ik mensen in veel gevallen succesvol met planten, zoals aloë vera of zwarte thee. Dan hebben we nog de beauty-industrie. Die praat ons aan dat we antirimpelcrème nodig hebben, terwijl dat helemaal niet werkt. Ze verkoopt ons zeep die onze huid beschadigt waardoor we ziek worden en laat ons geloven dat we gezond bezig zijn. En dan is er nog de voedselindustrie, die eten maakt vol suiker, zout, witmeel en pesticiden.
Beweging is geen onderdeel meer van onze normale werkdag, en omdat we zo druk zijn, is het moeilijk om er tijd voor vrij te maken. En we weten allemaal wel dat te weinig slapen, roken en alcohol drinken niet gezond is, maar we doen het toch. In het Duits zeggen we dan: dat is onze innerlijke Schweinhund die ervoor zorgt dat we dat allemaal niet doen, ook al weten we dat het beter is.”
Hoef je als patiënt écht niet bang te zijn dat een dokter je probleem raar of onsmakelijk vindt?
„Weet je: een proctoloog, een anusdokter, heeft vrijwillig besloten dat werk te gaan doen. Hij vindt het fantastisch dat al die mensen met hun anusproblemen bij hem komen! Dokters zijn ook mensen en hebben zelf ook last van kwaaltjes, dus ze weten hoe het voelt. Ze zijn gefascineerd door de ziektes die ze behandelen. Het is een uitdaging om je beter te maken. Dus: we zijn je dankbaar als je met je probleem bij ons komt.”
Vier gênante kwaaltjes
Winden
„Winden bestaan gedeeltelijk uit doorgeslikte lucht en gedeeltelijk uit gassen die vrijkomen doordat bacteriën in onze darmen ons eten verteren. Fermentatie dus eigenlijk. De geur wordt bepaald door hoe snel dat gebeurt, wat voor voedsel we eten en hoe dat reageert met de bacteriën in onze darmen.
Waterstofsulfide is bijvoorbeeld het gas dat naar rotte eieren ruikt. Dit gas staat te boek als giftig, maar in kleine hoeveelheden in je darmen is het juist extreem gezond. Het beschermt de lichaamscellen en gaat zelfs diabetes, hartinfarcten, dementie en artritis tegen.
Om je darmen gezond te houden is het belangrijk dat je prebiotische voedingsvezels uit bijvoorbeeld knoflook, ui, asperge, broccoli, banaan en perzik eet. Die fungeren als voedsel voor de goede bacteriën in je darm. Daarnaast zijn probiotische levensmiddelen belangrijk. Die bevatten veel goede bacteriën waar je darmen wat aan hebben. Denk aan ongepasteuriseerde yoghurt, zuurkool, gefermenteerde sojabonen en karnemelk.”
Aambeien
„Meer dan een derde van de mensen heeft er last van. Een aambei is een uitgezakt zwellichaam aan het uiteinde van de anus en sluit die af zodat er geen vocht uit de anus lekt. De sluitspier doet namelijk alleen het grove werk en is niet genoeg om een natte wind tegen te houden. Als er te veel druk op die zwellichamen komt, bijvoorbeeld door zwangerschap of doordat je ontlasting te hard is, kunnen ze gaan uitstulpen. Daardoor verlies je vocht en gaat je anus jeuken. In een vroeg stadium is het goed te verhelpen met een injectie of door de uitstulpingen af te binden, zodat ze eraf vallen. In latere stadia kan een operatie helpen. Wil je aambeien voorkomen, zorg dan dat je genoeg magnesium en vezels eet. Genoeg water drinken en bewegen verlagen het risico ook.”
Moedervlekken
„Moedervlekken horen bij ons lichaam. Sommige mensen hebben er meer dan anderen. Waarom dat is, weten we niet. Wel is duidelijk dat mensen met meer moedervlekken langere beschermende structuren aan de uiteinden van hun chromosomen hebben. Daardoor zijn ze beter beschermd tegen veroudering, dementie en osteoporose. Want elke keer als een cel zich deelt, wordt dat beschermende deel iets minder.
Dus hoe langer die structuren zijn, hoe langer je leeft en hoe langer je fit en jong blijft. In mijn praktijk kwam ooit een meisje dat op internet een chemisch middel had besteld om haar moedervlekken weg te krijgen. Daar had ze enorme littekens aan overgehouden en het weefsel was ook niet geanalyseerd, waardoor ze niet wist of er ooit kankercellen uit voort konden komen. Dus: moedervlekken horen bij je, maar als je er iets aan wilt doen, ga dan naar de dermatoloog.”
Snurken
„Wanneer de luchtstroom in de ademweg op een vernauwing stuit, gaat het weefsel op die plek trillen. Dat is snurken. Voor het lichaam is het een hele inspanning om langs die vernauwing toch goed te kunnen ademen. Maar wanneer door het snurken de tong achter in de keel zakt, worden de luchtwegen helemaal geblokkeerd. Ze krijgen dan zo weinig zuurstof dat je eigenlijk stikt. De hersenen laten je wakker schrikken, maar dit gebeurt volledig onbewust. Je weet de volgende ochtend niet dat je wakker bent geweest. Intussen reageert je lichaam wel op deze stresssituaties met het aanmaken van adrenaline en cortisol. Daardoor loop je een verhoogd risico op een beroerte, hartaanval, diabetes, overgewicht, libidoverlies, vermoeidheid en zelfs voortijdig overlijden. Met een simpel bitje dat je in je mond klikt, zorg je dat je luchtwegen vrij blijven en is het probleem verholpen.”
Holisme
Alles is met elkaar verbonden en heeft invloed op elkaar, dat is in het kort holisme. Een holistische visie op geneeskunde houdt in dat de arts kijkt naar de gehele persoon in plaats van alleen naar de klacht, of de ziekte van de patiënt.
Een arts zal bij hoofdpijn bijvoorbeeld niet per se direct medicijnen geven, maar ook kijken naar dieet- en slaapgewoonten, stress of persoonlijke problemen die de oorzaak van de hoofdpijn kunnen zijn. Holistische artsen maken vaak gebruik van natuurgeneesmiddelen, zoals planten, vitaminen of thee.
Ongemak. Lichamelijke taboes en wat er aan te doen is, Yael Adler; uitg. Luitingh-Sijthoff, Amsterdam, 2018; ISBN 978 90 245 810 78; 352 blz.; € 19,99.