Uitleg: Hete hangijzers in het vaccinatiedebat
De dalende vaccinatiegraad in Nederland plaatst de overheid voor lastige keuzes. Over de aanpak lopen in de Tweede Kamer de meningen uiteen. Drie hete hangijzers, plus de stand van zaken na het Kamerdebat van donderdag.
1. Moet het Rijksvaccinatieprogramma anders worden ingericht of uitgevoerd?
Het ministerie van Volksgezondheid beslist welke vaccins er worden opgenomen in het programma. Het laat daarbij zwaar meewegen welke adviezen daarover door de Gezondheidsraad zijn uitgebracht. Op die adviestrajecten is de nodige kritiek, ook in de Tweede Kamer. Volgens sommige fracties duren ze te lang. Staatssecretaris Blokhuis (VWS) nuanceert die kritiek. Hij wijst erop dat het kabinet jaarlijks zo’n drie adviesaanvragen doet (dit jaar over gordelroos, griep en waterpokken), waar de raad zo grondig mogelijk op probeert te reageren. Bovendien, als het kabinet versneld advies wil, kan het een spoedprocedure in werking stellen. Onlangs gebeurde dat nog over een vaccin tegen meningokokken B. Kortom, hij wil wel nagaan of procedures vaker moeten worden versneld, maar het op de schop nemen van de werkwijze van de raad gaat hem te ver.
2. In hoeverre mag of moet de overheid anti-vaxxers anders benaderen dan bevindelijk-gereformeerden?
De overheid maakt zich zorgen over de dalende vaccinatiegraad en de daaraan verbonden risico’s op de uitbraak van infectieziekten. Aannemelijk is dat de vaccinatiebereidheid momenteel niet zozeer afneemt door een groeiend aantal gemoedsbezwaarden (daar neemt zeker bij de jongere generatie de bereidheid juist toe), maar door de anti-vaxxers. Volgens de christelijke partijen is het dan ook terecht dat de overheid beide groepen op verschillende manieren probeert aan te spreken. „Afzien van vaccinatie op grond van geloofsovertuigingen is wat anders dan je kinderen niet laten inenten op grond van nepnieuws”, betoogde CU-Kamerlid Dik-Faber donderdag.
Op die stellingname werd furieus gereageerd, met name door SP, PVV, PvdA en VVD. „Als de Bijbel de basis is voor de vaccinatieweigering moeten we dat acccepteren en als Google de basis is moeten we het aanpakken?”, vroeg SP-Kamerlid Hijink sarcastisch.
Blokhuis suste het debat. Hij zag kans de aparte doelgroepenbenadering te handhaven, mede door te benadrukken dat het zijn „persoonlijke missie” en die van de overheid is om te proberen beide groepen, dus ook de bevindelijk-gereformeerden, mee te nemen in het verhogen van de vaccinatiegraad. De bewindsman steunt initiatieven in bijvoorbeeld Biblebeltgemeenten om informatie-avonden te beleggen voor burgers, waarbij ook kerken, reformatorische scholen en de NPV zijn uitgenodigd. In april brengt Blokhuis op uitnodiging van de NPV een bezoek aan Neder-Betuwe; de gemeente met de laagste vaccinatiegraad.
3. Vanaf welk moment gaat de overheid overwegen dwangmaatregelen treffen ter verhoging van de vaccinatiegraad?
Dwangmaatregelen zijn in elk geval voor de vier genoemde partijen SP, PVV, PvdA en VVD geen taboe. Een algehele vaccinatieplicht geldt voor deze partijen als een allerlaatste stap, die bij de huidige vaccinatiegraad nog niet aan de orde is. Wel willen deze partijen, die samen een meerderheid hebben van 76 zetels, dat Blokhuis alvast laat inventariseren welke ervaringen landen die al bepaalde dwangmaatregelen hebben getroffen, hetzij licht of zwaar, daarbij hebben. Blokhuis deed daarbij de toezegging zo’n verkenning te laten uitvoeren. Concreet gaat het om het in kaart brengen van de voors en tegens van het mogen of moeten weigeren van ongevaccineerde kinderen door kinderdagverblijven, zoals dat in bijvoorbeeld Australië gebeurt. Ook laat de bewindsman uitzoeken in hoeverre financiële prikkels in andere landen effectief zijn gebleken, zoals het niet verstrekken van bepaalde kindgebonden toeslagen als een kind niet wordt gevaccineerd. Vooralsnog is het treffen van zulke maatregelen dus niet aan de orde.
Momenteel is er al één zo’n onderzoek bekend, vanuit Australië. Daar kan de overheid sinds 2016 18 euro inhouden op de tweewekelijkse kinderbijslag van maximaal 152 euro. Sinds het invoeren van die maatregel groeide het percentage kinderen van wie de inentingen up-to-date zijn met 1,64 procentpunt naar 94.2 procent.
In augustus plaatste wetenschapper Jullie Leask, verbonden aan de Universiteit van Sydney, daarbij echter wel een kanttekening in NRC: door dwangmaatregelen te treffen veranderden ouders niet van overtuiging. Slechts de ouders die om andere redenen, zoals slordigheid of vergeetachtigheid, vaccinaties hadden gemist, maakten dat alsnog in orde.
Als dat het effect is, betoogde Leask, had een andere, minder vergaande aanpak waarschijnlijk ook volstaan, zoals een activerend herinneringssysteem of betere voorlichting. Dwangmaatregelen, zoals ongevaccineerde kinderen de toegang tot kinderdagverblijven ontzeggen, kunnen volgens Leask ook averechts uitwerken en de sociale ongelijkheid onder kinderen bevorderen.