CU en SGP Zuid-Holland verkiezen profilering boven risico zetelverlies
ChristenUnie en SGP in Zuid-Holland doen afzonderlijk mee aan de Provinciale Statenverkiezingen van 20 maart, maar willen na de verkiezingen opnieuw als één fractie verder. Zetten de partijen hiermee geen kostbare zetels op het spel?
Beide partijen vinden dat ze het beste hun eigen profiel kunnen kiezen, laten fractievoorzitter Servaas Stoop (SGP) en CU-lijsttrekker Jacco Schonewille weten.
Bij de vorige verkiezingen trokken de partijen ook gescheiden op, maar toen was er nog een lijstverbinding tussen CDA, CU en SGP. Die mogelijkheid is echter in 2018 afgeschaft. Door zo’n verbintenis kwamen partijen sneller in aanmerking voor een restzetel.
De CU plukte er bij de vorige Statenverkiezingen de vruchten van: zonder lijstverbinding zou de partij niet drie, maar twee zetels in Zuid-Holland hebben behaald.
En dan is er nog de Eerste Kamer. De nieuwe Provinciale Staten kiezen op 27 mei de Senaat. Hierbij heeft iedere stem van een Statenlid een bepaalde weging, afhankelijk van het aantal inwoners per provincie.
Zuid-Hollandse Statenleden leggen het meeste gewicht in de schaal: één Statenlid uit Zuid-Holland is namelijk goed voor 0,29 zetel in de Eerste Kamer. Drie Statenleden uit deze provincie kiezen dus bij elkaar bijna één senator. Ter vergelijking: Statenleden uit Zeeland of Flevoland hebben vanwege het lage inwonertal een stemwaarde van 0,04 Senaatszetel, waardoor er wel 23 stemmen nodig zijn voor een zetel in de Eerste Kamer.
Risico
Nemen CU en SGP door de gescheiden verkiezingsdeelname niet het risico om niet alleen een of meerdere Statenzetels kwijt te raken, maar zelfs Eerste Kamerzetels op het spel te zetten?
Stoop: „Het samenvoegen van kandidatenlijsten is wel eens besproken, maar dat gaan we niet doen. Per saldo denken we dat we daar geen winst mee boeken, maar er misschien juist eerder verlies door lijden.” Schonewille: „Dit is een praktische oplossing, die recht doet aan de verschillen, maar we vinden het wel belangrijk om provinciaal de handen ineen te slaan. Maar samenvoegen is een brug te ver.”
Kiezers van zowel CU als SGP stellen een gezamenlijke lijst misschien helemaal niet op prijs, aldus Stoop. „Een SGP-stemmer wil misschien niet dat in een adem ook de CU daarbij hoort, of andersom. Een CU’er kan moeite hebben met het vrouwenstandpunt van de SGP, en een SGP’er kan er bijvoorbeeld tegen zijn dat de CU meedoet in de landelijke coalitie.”
Dat beide christelijke partijen de vorige keer niet op eigen kracht de volle drie zetels behaalden, noemt Stoop „niet doorslaggevend. We hebben de conclusie getrokken dat we het beste ons eigen profiel kunnen kiezen door zelfstandig te blijven. Dat was wél doorslaggevend.” Schonewille beaamt dat: „Dit is een mooie combinatie van profileren voor de eigen achterban en samenwerken. Bovendien kunnen we nu allebei onze eigen kandidaten naar voren schuiven, zonder dat te hoeven overleggen.”
Optimistisch
Ondanks het feit dat de CU bij de vorige Statenverkiezingen op eigen kracht 2,64 zetel haalde en de SGP 2,73 zetel, zijn beide politici optimistisch. Schonewille: „We realiseren dat zetels onder druk kunnen staan. Desondanks hebben we niet overwogen de lijsten samen te voegen. Als je naar de ontwikkeling van de CU bij andere verkiezingen kijkt, hopen we dit keer wél op eigen kracht 3 zetels te behalen.
Ook Stoop ziet een stijgende lijn: „Als SGP zien we elke verkiezingen stemmenwinst. Deze keer is het dus des te belangrijker dat mensen gaan stemmen.”