Eenheid én duidelijkheid nodig rond scheppingsorde
Veel Bijbelgetrouwe voorgangers hebben de Nederlandse versie van de Nashvilleverklaring getekend. Dit is noch oppervlakkig noch voorbarig. De verklaring wil de kerkelijke eenheid niet frustreren maar ondersteunen met Bijbelse helderheid.
Het doet ons goed, dat de hoogleraren A. Huijgen en M. J. Kater de noodzaak onderschrijven om in deze tijd het christelijk huwelijk hoog te houden en genderideologie te bestrijden (RD 28-12). Ook vallen wij hen bij in hun oproep om als kerken samen op te trekken. Deze twee motieven zijn voor ons mede bepalend geweest om betrokken te zijn bij een Nederlandse versie van de Nashvilleverklaring.
In de Verenigde Staten is in 2017 de Nashville Statement vastgesteld door de landelijke conventie van de Southern Baptists. De verklaring spreekt zich krachtig uit voor het leven bij Gods scheppingsorde in het man- en vrouw-zijn. In later stadium hebben tal van voorgangers van zeer diverse kerkelijke kleur deze verklaring ondertekend. De Nederlandse vertaling heeft inmiddels adhesie ontvangen vanuit een zéér breed scala aan kerken. Het is een voorrecht om in dezen naast elkaar te staan in een verlangen om trouw te zijn aan Gods getuigenis.
Daarom heeft het ons betreurd dat deze hoogleraren gereageerd hebben middels een open brief in deze krant, ondanks onze nadrukkelijk betoonde bereidheid om er eerst het gesprek over aan te gaan. We vrezen dat dit de kerkelijke eenheid en duidelijkheid geen goed doet.
Werkgroep
Laten we eerst noemen, dat de Nederlandse versie van de Nashvilleverklaring informeel begonnen is, en daardoor wat provisorisch. Er was aanvankelijk geen beleid om alle predikanten aan te schrijven. Verder was de Nederlandse vertaling in de versie waar beide hoogleraren op reageren nog niet kritisch door anderen meegelezen. Inmiddels zijn er veel opmerkingen ontvangen en verwerkt. Er wordt een werkgroep in het leven geroepen die zich onder andere zet aan een theologische en pastorale toelichting.
De verklaring heeft zeker niet de status van een belijdenis; verwar het niet (zoals de hoogleraren lijken te doen) met het bericht in het RD van 6 december. Een belijdenis is inderdaad een zaak van de kerken, niet van predikanten op persoonlijke titel zoals nu. Wij zijn er van overtuigd niets nieuws toe te voegen aan wat de klassieke belijdenisgeschriften leren.
Wél menen wij dat in deze tijd dit ene aspect van het klassieke, Bijbelse belijden nadrukkelijk onderstreept moet worden. „Het belijden is het uitkomen voor de waarheid op het punt waar de verdediging bezwaarlijk is” (Groen van Prinsterer). En wij zien aan alle kanten dat de waarheid van God als Schepper en Verlosser in de westerse cultuur nu intens bestreden wordt, juist op het punt van Zijn schepping van de mens als man en vrouw.
Dit dringt helaas ook diep in kerken door. Vanuit de theologenbeweging Op Goed Gerucht is onlangs zelfs een ruim ondertekende verklaring gekomen die álle ruimte voor homoseksuelen vraagt. Er zijn ook kerken die weliswaar de term ”huwelijk” voor de relatie tussen man en vrouw gebruiken, maar toch legitieme ruimte zien voor homoseksuele relaties. Daarom is duidelijkheid geboden.
Breed gedragen
Wij kiezen hierin geen eigen route. De Nashville Statement is in de Verenigde Staten breed gedragen en vervolgens in diverse talen vertaald. Daarmee wil de Nederlandse verklaring nadrukkelijk aansluiten bij de wereldkerk – dat is kijken niet alleen over kerkmuren maar ook over landsgrenzen heen.
Dit wereldwijde perspectief betekent wel, dat we onszelf niet de vrijheid veroorloofd hebben om de verklaring volgens eigen inzichten om te bouwen. Bepaalde aspecten worden wat minder belicht dan wij zouden hebben gedaan, maar wat er staat is trouw aan het Bijbelse spreken. Dat er in het oorspronkelijke document geen tekstverwijzingen staan heeft dan ook niets te maken met ontbreken van Bijbelse fundering. De verklaring is geboren vanuit een lange omgang met en trouw aan de Schrift.
Wij willen dus aansluiten bij het internationale document, maar onderzoeken wél op detailniveau waar formuleringen zuiverder, pastoraler of scherper zouden kunnen. Ook erkennen wij, evenals beide hoogleraren, dat rond deze thema’s grote vragen liggen voor de kerk. Het zou al te gemakkelijk zijn om flink de waarheid te spreken en intussen de liefde te laten kwijnen. Ons past niet alleen de mond van de profeet maar ook het hart van de herder. Deze verklaring zal voor ons een extra spiegel moeten zijn om te zien of wij de pastorale nood op dit vlak voldoende peilen. En of wij voldoende vertrouwen wekken voor medemensen in nood om hun pijn met ons te delen. Wat zou het erg zijn als wij mensen in hun worsteling in de kou laten staan!
Deze overwegingen mogen echter nooit ten koste gaan van Bijbelse duidelijkheid. Het is immers zeer onbarmhartig als de kerk nalaat ernstig te waarschuwen tegen zonden die een mens buiten Gods Koninkrijk houden. Het verzwakt ook het leven van de kerk als zij nalaat in haar getuigenis duidelijk te zijn.
Eén mond
Konden hierin de kerken maar met één mond spreken! De werkelijkheid is echter, dat sommige Nederlandse kerken in naam en belijdenis gereformeerd zijn maar in dezen verdeeldheid en afzwakking tonen. Dus de hoop van prof. Huijgen en prof. Kater dat de bezinning in kerken „leidt tot een gezamenlijke uitkomst” is in de huidige situatie nauwelijks realistisch te noemen. Dan is het een goed getuigenis van interkerkelijkheid, als honderden predikanten en voorgangers –ondanks alle maatschappelijke en kerkelijke verwarring– zich over een aangelegen zaak gezamenlijk en krachtig uitspreken!
Dat heeft niets te maken met modern populisme en aandachttrekkerij. In dit tijdsgewricht loopt het kerkelijke spreken juist dat ándere gevaar: van relativering en bedekken met de zogenaamde mantel der liefde. We hopen dat het genoemde hoogleraren, ons en velen gegeven zal zijn om Bijbels te spreken. Krachtig opkomen voor de waarheid behoort tot het leven van de kerk in alle eeuwen.
Maar komt dit thema daarvoor wel in aanmerking? Klinken hier niet slechts „ethische statements over anderen”? Dat zij verre! Wat hier verklaard wordt, dat raakt ook ons. Zelfverloochening en verzoening zijn voor allen even dringend! Het zijn niet slechts ethische statements, maar het is een getuigenis van het primaat van God als Schepper, Insteller van (heilzame!) ordeningen, Auteur van Zijn Woord en Verlosser van zondaren. Het gaat niet primair om de vraag hoe mensen zich moeten gedragen, maar over hoe wij Hem hebben te erkennen tot in de fundamenten van ons bestaan. We hopen dat véle Bijbelgetrouwe voorgangers, reformatorisch en evangelisch, deze urgentie meevoelen en dat hier een krachtig signaal van uit mag gaan, niet alleen naar een verwarde samenleving maar ook voor een verdeelde kerk. En tot ondersteuning van velen die in hun pastorale nood verlegen zitten om Bijbels onderwijs. Om samen de lofzang te zingen op Gods wet en genade. Met een verslagen hart en een gebroken stem, maar op onwrikbare Grond.
De auteurs zijn betrokken bij de opstelling en verklaring van de Nederlandse versie van de Nashville Statement. Zie nashvilleverklaring.nl.