Wonden likken na geklapt overleg over pensioenakkoord
Een pensioenakkoord tussen werkgevers, werknemers en overheid zit er voorlopig niet in. Dinsdagavond klapte het overleg. Zes vragen, zes antwoorden.
Waarom overlegden werkgevers, werknemers en regering eigenlijk met elkaar over pensioenen?
Nederland heeft een van de meest solide pensioenstelsels van de wereld. Naast de AOW die de overheid verstrekt aan gepensioneerden zijn er aanvullende pensioenen die werknemers tijdens hun arbeidzame leven opbouwen bij pensioenmaatschappijen.
Door vergrijzing, ontgroening én toename van de levensverwachting dreigde de AOW onbetaalbaar te worden. Daarom besloot de overheid de AOW-leeftijd stapsgewijs te verhogen. Al eerder verdwenen allerlei maatregelen om vervroegd uit te kunnen treden.
De verhoging van de pensioenleeftijd brengt veel werknemers in de problemen. Vooral degenen die zware beroepen uitoefenen.
Door de economische crisis zitten ook pensioenfondsen in moeilijkheden. Ze beloven welvaartsvaste uitkeringen, maar kunnen die niet meer garanderen.
Verder zijn er zorgen over de honderdduizenden zzp’ers die ons land telt. De meesten hebben geen aanvullende oudedagsvoorziening. Maar ook werknemers in nieuwe bedrijfstakken waar soms geen cao geldt, sparen vaak niet voor hun aanvullend pensioen.
Wat was het doel van het overleg?
De overheid stuurt aan op een nieuw systeem voor aanvullende pensioenen. Naast de huidige mogelijkheden met welvaartsvaste uitkeringen moet er een nieuw fonds komen dat geen gegarandeerd pensioen biedt. Er wordt vooraf minder beloofd, maar de kans op een hoger pensioen is ook aanwezig. In de cao-onderhandelingen moeten bedrijven en vakbonden samen kiezen welk systeem zij gaan hanteren. Hierover zou in principe al overeenstemming bestaan.
Waarom is het overleg dan toch geklapt?
De vakbonden brachten tijdens de onderhandelingen drie punten in waarover uiteindelijk geen overeenstemming ontstond. De eerste is de verhoging van de AOW-leeftijd. Die gaat volgens de bonden te snel omhoog. Ook vinden de bonden dat er een pensioenregeling moet komen voor zzp’ers. Voor hen zou een aparte regeling moeten komen. Verder bestond er verschil van mening over vervroegd uittreden in zware beroepen.
Wat is het gevolg?
Dat alles voorlopig hetzelfde blijft. De AOW-leeftijd gaat langzaam maar zeker omhoog. De aanvullende pensioenen zullen minder welvaartsvast zijn. Voor zzp’ers komt er geen (verplichte) regeling voor een aanvullend pensioen. En mensen met zware beroepen moeten in principe doorwerken tot het moment dat ze AOW krijgen.
Hoe zijn de reacties?
Iedereen betreurt het zeer. De bonden en de linkse partijen in de Tweede Kamer wijzen met een beschuldigende vinger naar het kabinet. Premier Rutte en minister Koolmees van Sociale Zaken schuiven de schuld in de schoenen van de bonden. Voorzitter Calon van landbouworganisatie LTO zei dat de FNV bang was dat de plannen niet aanvaard zouden worden door de leden. De RMU spreekt van een gemiste kans.
Is de breuk definitief?
Waarschijnlijk niet. De onderhandelende partijen gaan nu eerst hun wonden likken. Maar ooit zal het overleg weer verder gaan. Want de problemen met de oudedagsvoorzieningen vragen om een structurele oplossing. En dat kan niet zonder overeenstemming tussen werkgevers, werknemers en regering.