De Dorpskerk van Meteren is een plaatje. Stralend witgeschilderd staat de kerk langs de Dorpsstraat. „Deze kerk heeft mij troost geboden in dagen van verdriet.”
In het gangpad van de kerk laat ouderling-scriba Henk de Kock een tekening uit de achttiende eeuw zien: de kerk staat onder de bomen. Over het pad schrijdt een adellijke familie naar de kerk. Meer eenvoudige kerkgangers maken voor hen een diepe buiging.
De Kock: „Die adellijke familieleden zijn de bewoners van de Heerlijkheid Meteren, een herenhuis met een ophaalbrug en een koetshuis dat stond aan de weg van Geldermalsen naar Bommel. Die mensen hadden in de kerk ook een eigen bank met overhuiving, de herenbank.”
Tiengebodenbord
De herenbank staat er nog, rechts van de kansel. De familiewapens zijn in de kap gebeiteld. Aan de linkerkerkmuur hangt het tiengebodenbord: „God sprack alle dese woorden: Ick ben de Heere uwe Godt, die u uit Egijptenlant uyt den diensthuijse geleyt hebbe”, tot en met: „...noch iets Dat uwes naasten is.” Rechts hangt het predikantenbord, te beginnen met ds. G. Theodori, die in 1620 naar Meteren kwam. De huidige predikant, ds. J. Hogenhout, staat sinds 2016 in Meteren. De Kock: „We zijn al bijna 400 jaar kerk.” Op het predikantenbord is ook te zien dat de hervormde gemeente van Meteren en het naburige Est lange tijd een eenheid vormden, tot 1748, toen gingen de wegen uiteen. Sinds 1942 trekken beide zustergemeenten weer samen op.
In het hooggelegen koorgedeelte bevindt zich de consistoriekamer. Deze is gebouwd boven op een vloedheuvel, die in 1809 werd aangelegd na een watersnood die grote delen van de Betuwe onder water zette.
„We zijn hier overwegend van de Gereformeerde Bondsrichting”, zegt De Kock. „Dit is een streekgemeente, met ook kerkgangers uit Geldermalsen, Tricht, Waardenburg en Neerijnen. We streven ernaar om een open en toegankelijke gemeente te zijn. We hechten eraan dat mensen zich hier welkom voelen. Het dorp moet aan ons kunnen zien dat wij beelddragers van Christus zijn. Gods Woord staat in de prediking centraal. Daaraan doen we niets toe of af. Een mens moet bekeerd worden.”
Gemêleerd dorp
Achter de kerk staat vierkant de toren, met de haan in top. Over de Dorpsstraat tuft een oude Massey Fergusontractor met een platte kar erachter. „Het dorp Meteren (4200 inwoners) is heel divers, zeer gemêleerd”, zegt De Kock. „Helaas is een groot deel van de bevolking niet erg kerkelijk. Een ander deel gaat naar afgescheiden gemeenten in Geldermalsen.”
Tegenover de kerk staat kerkrentmeester Hans van Doorn op de stoep. Over de Dorpskerk wil hij drie dingen zeggen: „De kerk biedt ons elke zondag onderdak. De Dorpskerk bepaalt het gezicht van het dorp. Meteren zonder Dorpskerk is geen Meteren meer, want als je aan een vreemdeling moet uitleggen waar hij ergens in het dorp moet zijn, beginnen we altijd bij de kerk. De kerk is een belangrijk ding.”
Troost en richting
Iets verderop woont Koosje De Kock-van Maanen (81). Ze bespeelt al ruim zestig jaar lang het kerkorgel. Wat heeft ze met de Dorpskerk? „Ik ben blij dat ik in mijn eigen dorp naar de kerk mag gaan. Vanuit het Woord van God geeft de kerk richting aan mijn leven. Elf jaar geleden heb ik mijn man verloren. Toen heb ik ervaren dat de kerk een plek is die mij troost.”
De kerkverlating gaat ook het dorp Meteren niet voorbij. Koosje de Kock: „Maar ik denk echt dat er nog weer een tijd gaat komen dat de mensen de Dorpskerk weer gaan opzoeken. Hij stáát er.”