Een Joodse staat in het land van Israël
De beelden zijn bij velen bekend. David Ben Gurion, met zijn grijswitte leeuwenmanen, roept op 14 mei in Tel Aviv de onafhankelijkheid van de staat Israël uit. Aan de wand achter hem hangt een levensgroot portret van Theodor Herzl, de grondlegger van het zionisme. Symbolischer kon bijna niet. (foto 1)
„Op straat zongen en dansten de mensen”, schrijft Ben Gurion in zijn memoires. „Ik begaf mij onmiddellijk naar het hoofdkwartier van de generale staf. Die dag schreef ik in mijn dagboek: „Om vier uur vanmiddag is de Joodse onafhankelijkheid uitgeroepen en de staat Israël gevestigd. Zijn lot is thans in handen van onze defensiestrijdkrachten.”” Om middernacht begon de invasie van de kersverse Joodse staat door Arabische buurlanden. De Onafhankelijkheidsoorlog was een feit.
Israël won die oorlog, maar tegen een zware prijs. „De overwinning, hoe roemrijk ook, kostte ons meer dan vijfduizend kostbare mensenlevens”, schrijft Ben Gurion in zijn boek ”Israël, land van vervulde belofte”. „Geen eerbewijzen, geen medeleven kunnen voor de achtergeblevenen het verlies goedmaken, maar ik geloof eenvoudig en in alle eerlijkheid, dat, als er ooit sinds de opstand der Maccabeeën Joodse levens niet tevergeefs geofferd zijn, het in deze tijd is geweest. De Onafhankelijkheidsoorlog was een mijlpaal in de geschiedenis van Israël, even belangrijk als de oorlogen van Jozua, de zoon van Nun, of de veldtochten van de Hasmoneanen.”
David Ben Gurion werd in 1886 geboren als David Gryn in Płońsk in het toenmalige Congres-Polen, dat deel uitmaakte van het Russische Rijk. Als overtuigd zionist emigreerde hij in 1906 naar Palestina.
Daar werkte hij aanvankelijk als journalist. Maar al snel raakte hij betrokken bij activiteiten om Joden vanuit het buitenland naar Palestina te laten verhuizen. Palestina viel onder Brits mandaat en Londen liet maar een beperkt aantal nieuwkomers toe.
In 1935 werd Ben Gurion voorzitter van het Joods Agentschap, de belangrijkste organisatie die de emigratie van Joden naar Palestina –en later naar Israël- faciliteert en begeleidt.
Het hoofdkantoor van het Joods Agentschap bevindt zich in King George Street, in hartje Jeruzalem, pal naast de Grote Synagoge. Al voor de Eerste Wereldoorlog fungeerde dit gebouw als officieuze zetel van de Joodse regering in Palestina, vertelt Danielle Mor, directeur Ontwikkeling van het Joods Agentschap. (foto 2)
Ze wijst op een serie foto’s van Joodse leiders die in dit pand hun zetel hadden – te beginnen met Haim Weizman, de eerste president van Israël. Ook werd in dit kantoor het eerste –weliswaar officieuze– Joodse parlement geïnstalleerd. „Het bestond uit 120 leden – tien voor elk van de twaalf stammen van Israël, vertelt Danielle. „Ook de huidige Knesset bestaat nog altijd uit hetzelfde aantal volksvertegenwoordigers.” (foto 3)
Na het uitroepen van de staat Israël in 1948 werd Ben Gurion minister-president. Met een korte onderbreking tussen 1954 en 1955, vervulde hij die functie tot 1963. Daarna diende hij nog een paar jaar in de Knesset. De laatste jaren van zijn leven bracht hij door in een eenvoudig huisje in kibboets Sde Boker, midden in de Negevwoestijn. (foto 4)
Daar kon hij met eigen ogen zien hoe zijn droom uitkwam: de woestijn tot bloei brengen. Op grond van de Bijbelse woorden: De woestijn zal bloeien als een roos. (foto 5)
Op 1 december 1973, als Israël net de Jom Kippoeroorlog achter de rug heeft, overlijdt David Ben Gurion. De graven van David en zijn vrouw Paula zijn in de buurt van Sde Boker. De gedenkplaats biedt een adembenemend uitzicht over de Machtesh Ramon, de indrukwekkende ‘krater’ in het centrale deel van de Negevwoestijn. (foto 6)