Poolstorm nagebootst in Zuidpoolmuseum in Christchurch
Een verwoestende poolstorm beleven? Het kan in het International Antarctic Centre in Christchurch, Nieuw-Zeeland.

Het jankt, brult en giert in een zaal in het Antarctic Centre. In het vertrek in het Zuidpoolmuseum wordt een poolstorm nagebootst. Het is er pittig koud. Uit het plafond dwarrelt kunstsneeuw. Maar blijven lachen. Na een paar minuten sta je weer buiten.
In het echt kan een sneeuwstorm dagenlang huishouden op Antarctica. Onwaarschijnlijk hard kan het er waaien: 320 kilometer per uur. Ter vergelijking: bij windkracht 12 bereikt de wind een snelheid van zo’n 117 kilometer per uur. Dan spreken we van een orkaan. De Zuidpool grossiert in extremen. Bitter koud is het er vaak. Ooit is er een temperatuur van min 89 graden Celsius gemeten, meldt een van de panelen in het Antarctic Centre.
Brug
Het Zuidpoolmuseum ligt onder de rook van het vliegveld van Christchurch, de grootste stad van het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland. Christchurch staat te boek als de springplank naar de Zuidpool. De meeste vluchten naar Antarctica gaan via die stad.
De Amerikaanse president Clinton bezocht het International Antarctic Centre in 1999 en noemde het museum „magnifiek.” De Zuidpool is voor wetenschappers van groot belang. Daar kunnen ze het leven en het klimaat op aarde beter doorgronden, schetste Clinton. „Het is een brug naar onze toekomst en een venster op ons verleden.”
In het Antarctic Centre kun je ook ervaren hoe het voelt om in een poolvoertuig rond te hobbelen. Buiten het museum is een traject voor zware voertuigen met rupsbanden uitgezet. Achter in de wagen kunnen zo’n acht bezoekers plaatsnemen. Handgrepen in de auto moeten voorkomen dat ze van de bank aftuimelen.
Hortend en stotend rijdt de robuuste wagen door ruig terrein. Greppel hier, bult daar. Het tochtje heeft wat weg van een attractie in een pretpark. Maar omdat het zonnetje schijnt, heb je niet bepaald het gevoel dat je op de ijskoude Zuidpool de elementen trotseert.
Boeiend is ook de 4D Extreme Show. Je waant je, als in een soort Omniversum-plus, op een schip dat het ijs losbeukt op de Zuidpool. Maakt de ijsbreker een schuiver, dan schudt jouw stoel in de zaal ook heen en weer. Voor je piepen duizenden pinguïns. Als de beesten met hun vleugels klapperen, vliegen vanuit machines in de zaal waterspetters in je gezicht.
Potvissen
Het museum in Christchurch biedt talloze weetjes over de Zuidpool. Zo zwemmen in de wateren in die contreien zo’n zes soorten walvisachtigen zonder tanden (baleinwalvissen) en vier soorten met tanden, waaronder potvissen. Die laatste kunnen 20 meter lang worden. De potvissen kunnen tijdens hun speurtocht naar voedsel tot een diepte van 1100 meter duiken.
De nodige aandacht is er ook voor diverse soorten pinguïns – afbeeldingen van de dieren sieren de buitenkant van het museum. Weetje: pinguïns beschikken over een ingenieus filtersysteem om zout uit het zoute water te halen. Kleine kliertjes boven hun oogkassen zijn bij dat zuiveringsproces betrokken.
De honderden wetenschappers die op de Zuidpool speuren naar nieuwe vondsten, beschikken over kledij die hen moet beschermen tegen bittere kou. Maar barre temperaturen zijn niet eens het grootste probleem. Brand is riskanter: bluswater is zeldzaam op Antarctica. Voorkómen van brand is dus essentieel. Op Scott Base, een Nieuw-Zeelandse uitvalsbasis, hangen daarom onder meer hitte- en rookmelders en sprinklerinstallaties. Expeditieleden worden getraind om brand te baas te worden én die te voorkomen.
De reuzenbomen van Christchurch
De Nieuw-Zeelandse stad Christchurch telt meer dan 700 parken. Vermaard zijn de Christchurch Botanic Gardens (botanische tuinen) in het centrum van deze grootste stad van het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland. Deze tuinen werden in 1863 aangelegd. Tal van kleurige bloemenperken zijn er te bewonderen.
Indrukwekkend zijn de reuzenbomen. De ceder, de cipres – giganten zijn het.
Een tak van de cipres is op zichzelf al zo dik als een populierenstam. In het binnenste van sommige bomen kun je als het ware een huiskamer bouwen. Passages zoals in Psalm 92 („De rechtvaardige zal groeien als een palmboom; hij zal wassen als een cederboom op Libanon”) krijgen hier een gezicht.
Christchurch onderscheidt zich niet door een fraai stadscentrum. Integendeel, hét paradepaardje van de binnenstad ligt op apegapen. Door een aardbeving op 22 februari 2011 met een kracht van 6,3 op de schaal van Richter stortte de kathedraal van Christchurch in. In de stad vielen 185 doden. Anno 2018 is het zwaar gehavende gebouw verworden tot een bouwval waarop het onkruid welig tiert. Wel staan er rond de kathedraal zwarte panelen met daarop kleurige zon- en bloemmotieven.
„’s Winters kun je op de weg liggen”
Op reis in Nieuw-Zeeland kom je tal van Nederlanders tegen. Een van hen is Erna Voskamp, afkomstig uit Ede.
„Extreem afgelegen” woont Voskamp (52). Ze streek met haar man neer in Fox Glacier, een dorpje aan de hoofdweg langs de westkust van het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland.
Voortdurend klinkt in Fox Glacier het geluid van ronkende helikopters. In januari –het is dan zomer in Nieuw-Zeeland– maakt menig toerist met de heli rondvluchten over de nabijgelegen gletsjers Fox Glacier en Franz Jozef Glacier. Zelf vloog Voskamp ook weleens over de ijsmassa’s. „Indrukwekkend hoe die gletsjers zich uitstrekken.”
Voskamp vertrok in 1986 uit Nederland. Ze werkte in Spanje en Zuid-Afrika in de toeristische sector. In Zuid-Afrika leerde ze haar man kennen. Nu runt ze onder meer een café en werkt ze in een hotel in Fox Glacier.
Als de meeste toeristen zijn vertrokken en de winter invalt, is het extreem rustig in het Nieuw-Zeelandse dorpje van krap 400 zielen, vertelt Voskamp. „Dan kun je op de weg liggen zonder dat je wordt overreden.”
Ze heeft het naar haar zin in Nieuw-Zeeland. „Sociale voorzieningen zijn hier goed. Het land past op zijn inwoners. Bij ons in Fox Glacier is het zes maanden hectiek in de zomer en zes maanden rust in de winter. Prachtig toch?”