De Russisch-orthodoxe kerk in Den Haag herdacht op 21 oktober haar 200-jarig bestaan. De inventaris van de kapel aan de Obrechtstraat is voor een groot deel afkomstig uit de rijk gevulde bruidsschat van koningin Anna Paulowna, echtgenote van de Nederlandse koning Willem II.
De Obrechtstraat ligt in de woonwijk achter het Haagse Vredespaleis. De gevelwand wordt bij nummer 9 onderbroken door een kapel, met op de nok een goudkleurige bolkoepel of ui. Onmiskenbaar een verwijzing naar de oosterse traditie waarin de kerk staat.
Achter de zware houten hoofddeur ligt de Maria Magdalenakerk. De kleine kerkruimte hangt vol iconen. Vlakbij de deur hangt er een van de laatste tsaar van Rusland, Nicolaas II, en zijn gezin. Het is een geschenk van de Russische ambassade ter gelegenheid van het 200-jarig bestaan van de kerk. „Tsaar Nicolaas en zijn gezin zijn heilig verklaard”, licht vader Nikon toe. De priester is al 34 jaar verbonden aan de Haagse gemeente.
De kerk heeft een historische inventaris, afkomstig uit de voormalige hofkapel van koningin Anna Paulowna (1795-1865). „Toen zij in 1816 trouwde met de latere koning Willem II kreeg ze een grote bruidsschat mee. Uit inventarislijsten weten we precies wat daarin zat. Opvallend is dat bovenaan de liturgische voorwerpen worden genoemd die nu hier in de kerk staan. Pas daarna volgde de opsomming van de juwelen en meubels. Het bewijst dat het geloof en de kerk erg belangrijk waren voor Anna Paulowna”, vertelt Nicolaas W. Conijn, die als conservator van de kerk het erfgoed opknapte en beheert.
Anna Paulowna bleef na haar huwelijk de Russisch-Orthodoxe of Grieks-Orthodoxe Kerk –zoals die toen genoemd werd– trouw, al bezocht zij ook de Nederlandse Hervormde Kerk, weet Conijn.
De koningin liet in alle paleizen waar ze woonde een kapel inrichten. Eerst was dat op Paleis Kneuterdijk in Den Haag, waar nu de Raad van State huist; later ook in het Haagse paleis Rustenburg. Conijn: „Bij haar dood bepaalde Anna Paulowna dat de inventaris van de kapel altijd beschikbaar moest blijven voor de uitoefening van de orthodoxe eredienst. Zo kwam het uiteindelijk in deze kerk terecht.” Met zorg pakt hij uit een cassette een gouden beker en broodschaaltje. Ernaast liggen een gouden kruis en de evangeliën met goudbeslag op de kaft. Allemaal even verfijnd en kostbaar.
De wand die het liturgisch centrum afschermt van de rest van de kerk is een verplaatsbare iconostase –een scherm met afbeeldingen– die tsaar Alexander I op zijn veldtochten gebruikte. Conijn toont oude afbeeldingen van de kapel zoals die er in Rustenburg uitzag. Ook daarop is de opvouwbare wand te zien.
Links en rechts aan de muur hangen schilderijen met Bijbelse taferelen. Ze zijn afkomstig uit de koninklijke kapel in het paleis in Brussel waar Anna Paulowna vóór de afscheiding van België verbleef.
Links- en rechts, voorin de kerk, hangen twee oude vaandels. „Die worden gebruikt bij de processie door de wijk tijdens de paasnachtdienst”, vertelt Conijn. „De week rond Pasen is voor de Russisch-orthodoxen erg belangrijk.”
Achterin de kerk hangt in een dichte vitrine een kazuifel, een priestergewaad. Vader Nikon gebruikt het niet meer. Daar is het te kostbaar en te kwetsbaar voor. „Het komt ook uit de bruidsschat van Anna Paulowna. Het is gemaakt van gouddraad.”
Elke zondag volgen zo’n veertig mensen hier de Russisch-orthodoxe dienst. „Een dienst duurt zo’n 2,5 uur, met veel gebed en zang.” De diensten zijn in het Kerkslavisch, de taal van de Russisch-Orthodoxe Kerk.
De kerkgangers staan. Waarom? „Onze Heer heeft gezegd: „Waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn naam, daar ben Ik in hun midden” (Mattheüs 18:20). Hij is dus bij ons, in de kerk. Hoe zouden wij, die onmiddellijk opstaan wanneer de koningin binnenkomt, blijven zitten in aanwezigheid van de Koning der koningen?”, zo luidt het antwoord op de site van kerk. Voor een paar ouderen staan achterin enkele stoelen klaar.
Er wordt in de dienst veel gebeden. Ook voor Nederland. Vader Nikon: „En we bidden elke zondag drie keer voor koning Willem-Alexander en koningin Máxima.” Een officiële band met het koninklijk huis is er niet meer. Wel kwam er een felicitatie van de koning bij het 200-jarig bestaan. Dat doet de priester goed.
In de pastorie achter de kerk vertelt vader Nikon dat hij zich inzet voor Russen die het niet zo gemakkelijk hebben in Nederland. Soms biedt hij vluchtelingen enkele nachten onderdak, niet langer. Verder begeleidt de geestelijke Russen die in Nederland met justitie in aanraking zijn gekomen. Hij kent zowel de Russische als de Nederlandse achtergronden goed.
In de grote zaal in de pastorie staat nog een interessante kast. Daarin bevinden zich de biechtregisters van vele tientallen jaren. Conijn: „Wil iemand deelnemen aan het avondmaal, dan moet hij rein van geest en lichaam zijn, dus niet gegeten hebben, én hij of zij moet eerst biechten. Dat wordt genoteerd, al sinds het begin van de kerk hier. Nu zijn die registers een interessante bron van informatie; vergelijkbaar met doopregisters in protestantse kerken.”
Gesprekken over politiek niet toegestaan
Vader Nikon wil de „tolerante geloofsbeleving” van koningin Anna Paulowna „zichtbaar maken voor de huidige generatie.” Daarom hecht hij aan goede contacten met vertegenwoordigers van andere religies.
Na de kerkdiensten ontmoeten de kerkgangers elkaar in de pastorie achter de kerk. Daar is een grote zaal waar wat gedronken wordt. „Er mag over alles gesproken worden, behalve over politiek. Wij willen samen de mystiek van het geloof vieren, welke achtergrond iemand ook heeft. Hier ontmoeten de ambassadeurs van Rusland en Georgië elkaar. Er komen hier ook mensen uit Oost-Oekraïne. Ze drinken uit dezelfde beker wijn.” Vader Nikon heeft waardering voor de Russische president Poetin. „Hij doet veel voor de kerk.” In de pastorie hangt Poetins portret.