Binnenland

Na de kroket les in ikebana bij Probus

Ze zijn niet een soort Rotary, vinden de leden van Probus, maar enige overeenkomst is er toch wel. Dit jaar herdenkt de organisatie dat veertig jaar geleden de eerste Nederlandse club werd opgericht, in Delft. Een blik achter de schermen van een illuster gezelschap.

2 November 2017 19:35Gewijzigd op 16 November 2020 11:51
Probus Delft 1 herdenkt dit jaar het 40-jarig bestaan. beeld RD, Anton Dommerholt
Probus Delft 1 herdenkt dit jaar het 40-jarig bestaan. beeld RD, Anton Dommerholt

Rond het middaguur druppelen de leden van Probus Delft 1 binnen bij Kalf de Gaech. Het kegel- en partycentrum op de begane grond van een flatgebouw aan de rand van de stad is al jaren hun vaste vergaderlocatie. Voor de borrel gebruikt de club de ruimte naast de kegelbaan. Frans Groenendaal, met 94 jaren de nestor, zakt neer aan de tafel bij de bar. Zijn klassieke wandelstok plaatst hij tussen de benen. De kop van de stok rust tegen zijn antracietkleurige vestje.

Koos Pronk haalt hem altijd op. Een andere Probusgenoot zet een glaasje port voor hem neer. „Ja, ze zijn goed voor me”, bevestigt Groenendaal, in zijn arbeidzame leven secretaris van de Kamer van Koophandel in Delft. Dertien jaar geleden verloor hij zijn vrouw. Nageslacht heeft hij niet. Dat maakt het lidmaatschap van Probus des te waardevoller. Elke donderdag in de even weken ontmoet hij zijn clubgenoten in het partycentrum. Met zichtbaar genoegen nipt hij aan zijn port, terwijl het gezelschap om hem heen druk praat en daverend lacht.

Sociaal vangnet

De Probusclub telt 24 heren en 10 vrouwen. Het ledental is volgens secretaris Wim Meijer vrij stabiel. „Elk jaar komen er zo’n twee bij en vallen er door verhuizing of overlijden zo’n twee af.” De club biedt niet alleen gezelligheid, maar vormt ook een sociaal vangnet. „Zeker als je 80-plus bent, is dat handig. Het lidmaatschap is een investering voor de toekomst, zeg ik altijd.”

Zo’n beetje alle maatschappelijke geledingen zijn vertegenwoordigd. „Wij hebben relatief veel mensen uit de technische en de medische wereld, maar er zitten ook predikanten bij, een advocaat, een jurist, een ombudsman, een beleidsambtenaar, docenten, een politica…”

In 2009 ontving Probus Delft 1 de eerste dames. Net als alle andere leden op uitnodiging. Wie denkt een geschikte kandidaat aan te kunnen dragen, dient contact op te nemen met de secretaris. Het eindoordeel is aan de leden. Het potentiële lid komt vervolgens twee keer op kennismakingsbezoek.

„Volgens de statuten moet het een eerzaam burger zijn, oprecht en kreukvrij, met oog voor de medemens”, lacht Elke Olsder-Toxopeus, die dit jaar de voorzittershamer hanteert. „Daarnaast letten we op variatie. We hoeven niet nóg iemand van de TU. Ik zou graag wat meer ondernemers zien. Die hebben toch een wat andere blik op de maatschappij. Ook de leeftijd moet een beetje kloppen. Ons jongste lid is 64. De gemiddelde leeftijd zou wel wat naar beneden mogen, maar het belangrijkste is dat nieuwelingen bij de club passen.”

Mededelingen

Tegen halfeen laat de stemmig geklede uitbater van het partycentrum door belgeklingel weten dat de lunch gereedstaat, in de zaal naast de kegelbaan. Een vaste tafelschikking is er niet. Het behoort tot de mores van Probus dat kliekvorming wordt voorkomen. Eerst heeft Elke Olsder-Toxopeus nog een aantal mededelingen. Straks zal er een kaart rondgaan voor Sjaak. Of iedereen die wil tekenen. „Fijn dat jullie zo goed voor hem zorgen”, complimenteert de oud-docente Engels enkele leden die hun hulpbehoevende clubgenoot bijstaan. Koos Pronk is 71 geworden. „Een applaus voor Koos.”

De voorzitter herinnert ook nog even aan de landelijke Probusdag van 8 november. „En ik wil onze secretaris in het zonnetje zetten. Van de 430 afdelingen heeft hooguit de helft een eigen website. Daar horen wij bij, dankzij Wim.” Opnieuw wordt er geklapt.

Straks zal Mies haar voordracht houden over ”Mens en bloem tussen hemel en aarde”. Volgende keer komt er een gastspreker. Gerrit Verhoeven, oud-archivaris van Delft, houdt dan een lezing over vrouwe Ricardis, stichter van Delft. „Dat was het volgens mij”, zegt Elke. „Nu graag een moment stilte.”

Naast me zit Wil Steffen, jarenlang fractievoorzitter van de VVD in de Oranjestad. Leonie Zweekhorst, die voor de PvdA in de gemeenteraad zat, heeft schuin tegenover haar plaatsgenomen. „We kunnen prima met elkaar, maar hier praten we niet over politiek. Dat kan geruzie geven en dat willen we niet.” Ook kerk en religie komen zelden ter sprake. „Sommige leden zijn een beetje kopschuw voor alles wat met geloof te maken heeft”, licht Elke toe.

Chaos

„Zal ik voor mama spelen?” stelt Wil voor. „Zeg het maar: koffie of thee?” Het zaaltje vindt ze nogal oubollig. Maar het personeel is plezierig en het eten goed. Vooral de kroketten worden zeer gewaardeerd. „Dat is een tic van deze club. Zelfs als ze ergens anders eten, moet er een kroket bij.” Zelf kan ze niet mee met de halfjaarlijkse excursies. „Ik doe alles met een rollator en een rolstoel, dan ben je alleen maar tot last.”

Links aan de tafel zitten Koos Pronk, oud-directeur van zorgcentrum Rustoord in Lisse, en Joop Visser, voormalig hoofddocent bedrijfsgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit. De twee zijn in snedigheid aan elkaar gewaagd. „Getalsmatig blijven we redelijk op peil”, zegt Joop. „Qua intelligentie helaas niet. Dat merk je zodra je met Koos in gesprek gaat.” Het tweetal maakt niet alleen grappen, maar doet ook zaken. „Ik zoek een betaalbare zaal voor m’n bridgeclub”, laat Joop weten. „Jij kent veel van die verzorgingshuizen. Zit er een bij met een geschikte ruimte?”

De officiële procedure voor de werving van nieuwe clubleden vinden beide heren te ingewikkeld. Vooral de bepaling dat een beoogde kandidaat van niets mag weten, vindt Joop flauwekul. „Als ik denk dat iemand geschikt is, pols ik hem gewoon.”

Secretaris Wim Meijer, die een rondje door de zaal maakt, grijnst, maar onthoudt zich van commentaar.

„Kom erbij zitten”, nodigt Wil.

„Overleg dat voortaan eerst even met ons, ja”, corrigeert Pronk. „Als iedereen op eigen houtje dit soort verzoeken gaat doen, wordt het een chaos bij Probus.”

Ikebana

De geanimeerde gesprekken worden kwart over één afgebroken door Elke. Het woord is nu aan Mies Zeeman, voor haar inleiding over de Japanse bloemschikkunst ikebana. Ze beoefent die vaardigheid zelf, onder leiding van docente Conny van Dongen. De start van haar verhaal wordt gehinderd door haperende apparatuur. Terwijl de gepensioneerde bouwkundige hulpeloos toekijkt, probeert de beheerder van het centrum de laptop aan de praat te krijgen. „Daarom neem ik altijd die van mezelf mee”, fluistert Wil. „Ik ben trouwens benieuwd wat we straks te horen krijgen. Klinkt geheimzinnig: Ikebana”. Zelf hield ze inleidingen over het muziekonderwijs in Kaapstad en nut en noodzaak van de spatie. „Honden bakken is iets heel anders dan hondenbakken.”

Onverwachts verschijnt het eerste beeld van de PowerPoint van Mies op het scherm. Aan de hand van foto’s voert ze haar hoorders mee in de wonderlijke wereld van de architectonische bloemschikkunst, gebaseerd op het shintoïsme. „Wat is het verschil tussen ikebana en ikenobo”, wil Koos weten, als de vragenronde is aangebroken.

„Wéét jij dat niet?” reageert Joop onthutst. Ook voor Mies is het onderscheid onduidelijk. Wil heeft de tablet al uit haar tas gehaald, en kan binnen dertig seconden het antwoord geven. „Alsjeblieft Koos, kijk maar, hier staat het. Ikenobo is de oudste vorm van ikebana.”

Elke heeft nog een presentje voor Mies, die onlangs haar man verloor. De vrouwelijke bouwkundige kocht het zelf: een bolvorming kruikje met slanke hals waarin ze een tak met rode besjes plaatste. Ter herinnering aan haar Henk. „Lieve Mies, ik vond je verhaal heel bijzonder”, zegt Elke. De beheerder haalt de laatste lege borden weg. De bijeenkomst zit er weer op. Voor twee weken. Dan is het opnieuw feest voor Probus Delft 1. In Kalf de Gaech.

Voor maatschappelijk betrokken gepensioneerden

Het zijn leden van de Rotaryclub in het Engelse Welwyn Garden City, een slaapstad boven Londen, die aan de wieg staan van Probus. Ze maken zich zorgen over plaatsgenoten die als forens op en neer reizen naar Londen en in hun eigen woonplaats nauwelijks sociale contacten hebben. Zullen die na hun pensionering niet verkommeren?

Met het oog op deze groep wordt in 1965 een nieuwe club opgericht. Die krijgt de naam Probus, een samenvoeging van de woorden professional en business. Het initiatief krijgt al snel navolging. Eerst in Engeland, daarna ook op het vasteland. Doelstelling van Probus is „het bevorderen van saamhorigheid en vriendschap van geheel of nagenoeg geheel postactieven die een maatschappelijk verantwoordelijke functie hebben vervuld en die ieder vanuit een persoonlijke, intellectuele en maatschappelijke achtergrond waarde hechten aan het regelmatig ontmoeten van elkaar, waarbij onderlinge hulpvaardigheid, verbreding van kennis en interesse, verruiming van inzicht alsmede ontspanning bindende elementen vormen.”

Drie rotarians van Delft Vrijhof zorgen ervoor dat de organisatie ook in Nederland voet aan de grond krijgt. Op 3 november 1977 is Probus Delft een feit. De club start met 25 leden. De bekendheid van de organisatie neemt daarna ook in Nederland rap toe. Tijdens de eerste landelijke bijeenkomst, op 16 december 1986, wordt er voor alle Probusclubs één landelijke doelstelling geformuleerd, al blijft autonomie van de afdelingen het uitgangspunt. Die mogen maximaal veertig leden tellen, om de menselijke maat te behouden. De leden dienen uit de eigen plaats of regio te komen en moeten minimaal 55 jaar oud zijn. De bij een Probusclub aangesloten gepensioneerden komen wekelijks, tweewekelijks of maandelijks op een vaste dag en een vast tijdstip bijeen voor de borrel, een lunch en de inleiding door een van de leden of een gastspreker.

In 1978 wordt in Woerden de eerste gemengde club opgericht. In 1986 ontstaat de eerste damesclub (Provas). Momenteel zijn er 323 herenclubs, 91 gemengde clubs en 20 damesclubs. Gezamenlijk tellen ze bijna 12.000 leden. Wereldwijd zijn er naar schatting 5000 Probusclubs met in totaal zo’n 425.000 leden. Uitsluitend een bestaande Probusclub of een Rotaryclub kan tot oprichting van een nieuwe Probusclub besluiten. Althans, volgens de statuten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer