In deze rubriek reflecteren buitenlandredacteuren van het RD op actuele gebeurtenissen in het nieuws. Vandaag: de Catalaanse geest is uit de fles en is er niet meer in te krijgen.
Wat moet er nu gebeuren met Catalonië? Duidelijk is dat de zelfstandigheid van de regio er niet in zit. Spanje zal die tegenwerken, desnoods met harde hand. De regio kan uitgroeien tot een tweede Noord-Ierland.
Maar intussen ligt de uitslag van het referendum er wel, met een Noord-Koreaans aandoende uitslag van 90,18 procent voor afscheiding. Er was geen opkomstdrempel, dus de uitslag was bij voorbaat geldig.
De omstandigheden rond die volksstemming waren zodanig dat die hele stemming een lachertje was. De Spaanse regering had het organiseren van het referendum tot een misdrijf verklaard, dus van een vrije en eerlijke stemronde was natuurlijk geen sprake. Dat kan een kind begrijpen. Maar niettemin zei de Catalaanse leider Puigdemont daags na de stemming dat dit een geldige grondslag was voor onafhankelijkheid.
Hoe blind kun je zijn, denk je dan. Iemand die zoiets zegt, beschikt niet over het oordeelsvermogen dat je mag verwachten van een bestuurder van een toekomstig land. Het lijkt er meer op dat de wens hier de vader der gedachten was.
Dat referendum was dus een vertoning. En toch, we kunnen ook niet doen alsof de stemronde er niet is geweest. Op papier heeft deze misschien geen waarde, maar de emotie is er wel. Van de mensen die zich toen hebben uitgesproken, heeft 90 procent voor een afzonderlijk Catalonië gestemd. De stembiljetten zou je nog wel door de papierversnipperaar kunnen halen, maar dit signaal gaat nooit meer weg.
En dat is dus het probleem met referenda. De theorie is o zo aanlokkelijk: het volk krijgt de kans zich uit te spreken over een moeilijk probleem. En het bestuur voert de uitslag vervolgens uit. En daarmee is de harmonie der machten weer hersteld.
Maar in de praktijk is het totaal anders. In Nederland hebben we ervaring met twee referenda. De eerste ging over de Europese grondwet in 2005 en de tweede over het Europese samenwerkingsverdrag met Oekraïne in 2016. Beide stemmingen eindigden in een teleurstelling voor de regering en ontregelden het buitenlands beleid enorm. Zelfs zo dat bij pleitbezorgers van volksstemmingen de animo afneemt om ermee door te gaan.
In Nederland hebben we gelukkig nooit een twist gehad over de geldigheid van de uitslag. Op dat punt hebben de Catalanen een basisfout gemaakt.
Kenmerk van alle stemmingen is dat ze verwachtingen wekken. De meerderheid die vorig jaar voor een brexit stemde was slechts 2 procent, maar de uitslag is onfeilbaar. Zo niet, dan kan er opstand volgen.
En dat is dus precies het probleem in Catalonië. Met de hoge verwachtingen is de geest uit de fles. En geen papierversnipperaar die de geest er weer in krijgt.