Maak van vervolgde christen geen slachtoffer
Maak van vervolgde christenen geen slachtoffers, maar volg hen na in hun toewijding en volharding, aldus ds. A. Th. van Olst.
We leven in een cultuur die geen raad weet met lijden. Lijden wordt vaak beschouwd als een zinloze onderbreking van het leven, waarin we juist recht hebben op geluk. Een cultuur zonder God kan moeilijk met het lijden uit de voeten. Pijnvermijding en pijnbestrijding winnen het doorgaans van zingeving.
Het is daarom niet vreemd dat in zo’n cultuur christenen die vervolgd worden vanwege hun geloof slachtoffers heten. Ook binnen de kerk doen we daar aan mee. We kijken op een afstandje naar landen waar vervolging heerst en concluderen dat het verschrikkelijk is om daar christen te zijn. Christenpolitici hier vragen aandacht voor vervolging in eigen land. Het kan en mag bijvoorbeeld niet dat mensen met een moslimachtergrond die tot geloof in Jezus zijn gekomen niet met rust worden gelaten.
Zonder ook maar iets te relativeren van de verschrikking van vervolging: vervolgde christenen zijn geen slachtoffers. Ze lijden om de belijdenis dat Jezus Heere is en om de navolging van Hem. Ze vinden daarin het leven en ervaren dat het de moeite waard is.
In Nederland staat de beveiliging van kerkgebouwen tijdens de zondagse diensten op de agenda’s van veel kerkenraden. We leven in een tijd waarin –al dan niet terecht– zorgen worden geuit over de mogelijkheid om als christen in ons land een plek in te nemen in de maatschappij. Moeten we ons slachtoffer gaan voelen van een maatschappij die ons en onze diepste overtuigingen niet meer begrijpt?
Leven zonder lijden
Een Amerikaanse president schijnt eens gezegd te hebben: „Het leven is de kunst om pijn te vermijden.” Zet daar de woorden van de Bijbel eens tegenover: „Het is goed voor mij verdrukt te zijn geweest” (Ps. 119:37, berijming 1773). Of: „Wij roemen ook in de verdrukkingen, omdat wij weten dat de verdrukking volharding teweegbrengt, en de volharding ondervinding en de ondervinding hoop” (Romeinen 5:3-4).
Door het lijden heen ontvang je zegeningen die je zonder lijden niet ontvangt. Lijden is volgens de Bijbel niet zinloos, maar zinvol. Niet dat het begrijpelijk is of verklaard kan worden, maar een weg van loutering is altijd ook een weg van lijden. Kunnen wij als christenen in onze cultuur nog met woorden als zelfverloochening en lijden uit de voeten?
Wij citeren graag uit Romeinen 8 dat niets ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere, maar deze woorden lichten op tegen het citaat uit Psalm 44 dat Paulus daarvoor aanhaalt: „Want omwille van U worden wij de hele dag gedood, wij worden beschouwd als slachtschapen” (Romeinen 8:36). Te midden van het lijden wordt de vastheid van Gods liefde en genade dieper gekend en ervaren.
Lijden en tegenslag kunnen ons het gevoel geven minder nuttig te zijn in Gods Koninkrijk. Bij Paulus zien we hoe het apostolisch getuigenis niet ondanks het lijden gestalte krijgt, maar juist dankzij. Volharding in geloof en gehoorzaamheid in een weg van lijden zijn een sterk getuigenis in een wereld die met lijden geen raad weet.
Lessen van vervolging
Het is niet zonder gevaar om vervolgde christenen elders in deze wereld als slachtoffers te zien. Al te gemakkelijk ga je dan voorbij aan de lessen die wij van hen kunnen leren. Mijn eerste les in de contacten met vervolgde christenen was dat wij niet alleen voor hen bidden, maar zij ook voor ons. Het is namelijk nog maar de vraag waar het moeilijker is om Christus te belijden. Is dat in vervolging of in vrijheid, waarin de verleiding op de loer ligt om het met je christen-zijn maar rustig aan te doen om de eventuele schade te beperken?
We doen er beter aan om de christenheid niet op te delen in vervolgde christenen en niet-vervolgde christenen. Er is zeker een verschil tussen beide groepen, maar wij hoeven niet over vervolging te spreken als kerken kleiner worden en christenen voorrechten verliezen.
Martelaar
In sommige landen is de vervolging echt hevig. Het lukt echter pas om lering te trekken uit de getuigenissen van vervolgde christenen als we beseffen dat elke christen, ook in Nederland, in potentie een martelaar is. Als je belijder van Christus bent, vraagt dat je om trouw te blijven tot in de dood (Openbaring 2:10).
Getuigenissen van vervolgde christenen zijn confronterend. Ze laten je in de spiegel kijken, ze vragen je naar je overtuiging, je levenskoers, je geloofsleven. We kunnen deze zaken in dit vrije deel van de wereld zo gemakkelijk in het midden laten. We komen zelden op een punt waarop ons alles of niets gevraagd wordt.
In de tijd van het Nieuwe Testament en de Vroege Kerk was een bekering tot het christelijk geloof vrijwel gelijk aan het verbranden van al je schepen achter je. Of je ging voor de wereld die voorbijgaat, of je vond het leven in Christus, volgde Hem en verwachtte Zijn toekomst.
Vervolgde christenen zijn geen betere christenen. Maar zij zijn voor het blok geplaatst. Dan kun je het niet in het midden laten. Bij ons kun je jezelf christen noemen, het geloof als een waardevolle aanvulling op je leven zien, maar afhaken als het je te heet onder de voeten wordt. En als het je nooit te heet onder de voeten wordt, dan kun je het je leven lang volhouden bij de kerk te horen zonder werkelijk je kruis op je te nemen en achter Christus aan te komen. Verhalen over vervolging stellen ons de vraag: is het echt onze enige troost om eigendom van Christus te zijn?
Overwinnaars
Het kruisdragen achter Christus aan maakt ons geen slachtoffers. Zo zien vervolgde christenen zichzelf ook niet. „Wij zijn meer dan overwinnaars”, schrijft Paulus, net als hij heeft gezegd dat wij elke dag gedood worden. Meer dan overwinnaars, door Hem Die ons heeft liefgehad. Dat te geloven geeft vreugde. Mijn vreugde in vrijheid verbleekt vaak bij de vreugde in Christus die te midden van verdrukking wordt ervaren. Vervolgde christenen ontvangen in hun lijden een zegel op hun geloofsleven (zie 1 Petrus 4:13-14).
Wie wil leren van vervolgde christenen moet zich afvragen hoe het er met zijn eigen volharding en toewijding voorstaat. Er komt bij ons nog geen bloed uit, zegt de schrijver van de brief aan de Hebreeën (Hebreeën 12:4). De strijd kan nog wel heviger. Mag ons christen-zijn ons nog moeite kosten? Mag het offers van ons vragen? We geven zo gemakkelijk op als het aankomt op ons Bijbellezen, ons dienstbetoon, onze gebeden, vergevingsgezindheid, zelfverloochening, trouw aan de gemeente waarmee we verbonden zijn, gehoorzaamheid aan Gods wil. Maak van vervolgde christenen geen slachtoffers, maar volg hen na in hun toewijding en volharding.
De auteur is predikant van de christelijke gereformeerde kerk te Antwerpen-Deurne en voorzitter van Stichting De Ondergrondse Kerk.