Psalm 23 klinkt op verwoest Sint Maarten
Sint Maarten likt z’n wonden, terwijl een nieuwe orkaan langsraast. De schade is enorm. Materieel, immaterieel. Aalmoezenier Fransjesca van Grimbergen steekt militairen en burgers een hart onder de riem. Met stroopwafels. En Psalm 23.
Het Nederlandse eiland in het Caraïbisch gebied krabbelt langzaam op na de vernietigende kracht van orkaan Irma, de zwaarste in de geschiedenis. Vier mensen hebben het leven gelaten, een op de drie huizen is verwoest, 40.000 Nederlanders zijn aangewezen op noodhulp. De schade door de vandaag passerende orkaan Maria lijkt mee te vallen.
„Het hele eiland is verwoest”, zegt aalmoezenier Fransjesca van Grimbergen (41) vanaf Sint Maarten. „Echt verschrikkelijk. Totale verwoesting, ongelooflijk veel schade. De dakplaten vlogen als scheermesjes door de lucht.” De geestelijk verzorger (gv’er), met man en twee kinderen (11 en 13 jaar) woonachtig op Curaçao, verleent hulp op Sint Maarten. Onder militairen, onder burgers.
Schrijnend
Vorig jaar is ze nog op het tropische eiland geweest. „Ik herken het niet meer. De bevolking heeft een enorme klap opgelopen, hun veerkracht is maximaal op de proef gesteld. Sommige bewoners vertellen: Nu weet ik wat het is om te moeten rennen voor m’n leven.”
Ze komt schrijnende gevallen tegen. Mensen die hun ramen en deuren hebben dichtgespijkerd, maar bij wie toch het dak eraf is gevlogen door de orkaankracht. „Ze zijn dankbaar dat ze nog leven, maar verdrietig dat ze niets meer over hebben. Om moedeloos van te worden.”
Grootschalige plunderingen, direct na de passage van de orkaan, hebben de situatie verergerd. Bouwmarkten, supermarkten en elektronicawinkels zijn compleet leeggeroofd. „Criminelen hebben gewoon zitten te wachten. In het kwartier tijd dat het oog van Irma passeerde, hebben ze hun slag geslagen.” Bewoners durfden niet in te grijpen, uit angst zelf slachtoffer te worden. De aalmoezenier zegt burgers te ontmoeten die boos en teleurgesteld zijn over de plunderingen.
Klinkklare onzin
Premier William Marlin van Sint Maarten haalde maandag fors uit naar de Nederlandse militairen. Mariniers zouden niets hebben gedaan om plunderingen te voorkomen. „Klinkklare onzin”, reageerde generaal Verkerk, de hoogste baas van de marine, verbolgen.
Aalmoezenier Van Grimbergen herkent het beeld van werkeloos toekijkende militairen absoluut niet. „Mariniers zijn direct ingezet om checkpoints op te richten, gewapend over straat te patrouilleren, de orde te handhaven en noodhulp te bieden.”
De gv’er laakt de opstelling van Marlin. „Gemakkelijk om kritiek op anderen te spuien”, reageert ze. De premier zou er goed aan doen de hand in eigen boezem te steken. „Een aantal burgers is juist kritisch over het optreden van de lokale autoriteiten.” Militairen opereren overigens ‘slechts’ ter ondersteuning van het eilandbestuur.
„Militairen doen meer dan van hen verwacht mag worden”, constateert de aalmoezenier. Twee dagen na het natuurgeweld was de landingsbaan van de luchthaven weer operationeel, waren de hoofdwegen puinvrij gemaakt en was het ziekenhuis weer inzetbaar. „Militairen steken vrijwel direct na aankomst de handen uit de mouwen. Om puin te ruimen.” Ze opereren onder „pittige” en „militaire” omstandigheden „De temperaturen zijn tropisch, 32, 33 graden. Airco’s functioneren niet.”
Halsoverkop
Van Grimbergen is kort na het passeren van Irma halsoverkop naar Sint Maarten gereisd. De plicht roept. De dertiende verjaardag van haar zoon heeft ze niet kunnen bijwonen. „Als je geroepen wordt, ga je. Dat hoort bij het vak.”
De aalmoezenier is aangehaakt bij de genie-eenheid van 101 CBRN-verdedigingscompagnie. Sinds 2012 is Van Grimbergen als gv’er aan de slag bij Defensie, sinds 2015 dient ze bij het Commandement der Zeemacht in het Caraïbisch gebied (CZMCARIB). Daarvoor heeft ze zeventien jaar gewerkt als officier van de Verbindingsdienst.
Opdracht van de gv’er –in rang gelijkgesteld aan majoor– op Sint Maarten is om de dik 600 militairen van marine, landmacht, luchtmacht en marechaussee die noodhulp verlenen bij te staan. Een hart onder de riem te steken. Een luisterend oor te bieden.
Geheim wapen
Geheim wapen van de gv zijn stroopwafels. „Daarmee heb je direct contact met militairen.” Door haar overhaaste vertrek naar Sint Maarten slaagde Van Grimbergen er niet in een voorraadje in te slaan. „Op het vliegveld heb ik alle stroopwafels uit de snoepautomaat getrokken”, zegt ze met een lach. „Zestien stuks.”
Zondag heeft ze twee diensten gehouden. In een shelter en op het strand. „Ik kies voor gewone diensten. Als ík niet meer bid, wie doet het dan wel?” ’s Ochtends hebben zo’n 15 militairen en 25 bewoners de dienst bijgewoond, ’s avonds 30 militairen en 2 burgers. Gelovig en niet-gelovig. „Even een uurtje voor zichzelf, voor God. Even tot rust komen.”
De aalmoezenier heeft stilgestaan bij Psalm 23 en Prediker, die zegt dat er voor alles een tijd is. „We hebben gebeden voor Sint Maarten, voor families die door de orkaan uit elkaar zijn geslagen.” Een reactie van een bewoner is haar bijgebleven. „Hij zei: Onze Heer is onze Herder. Hij zal ons ook wel door deze omstandigheden heen helpen.”