Opinie
Theologenblog: Tussen Kuitert en Jenson zit een wereld van verschil

De theoloog Harry Kuitert verwachtte veel van ons rationele zoeken naar waarheid. Robert Jenson echter was ervan overtuigd dat onze pogingen om God te bewijzen los van Christus geen houvast bieden, stelt Hans Burger.

Hans Burger
12 September 2017 13:32Gewijzigd op 23 February 2023 15:47
Hans Burger, universitair docent systematische theologie aan de Theologische Universiteit Kampen. beeld Peter Leenhouts
Hans Burger, universitair docent systematische theologie aan de Theologische Universiteit Kampen. beeld Peter Leenhouts

Vlak na elkaar overleden twee theologen, generatiegenoten, die naam hebben gemaakt: Robert Jenson (1930-5 september 2017) en Harry Kuitert (1924-8 september 2017).

Van zowel Jenson als Kuitert woonde ik in Kampen een lezing bij. Kuitert kwam in 1992 op uitnodiging van het studentencorps FQI, naar aanleiding van zijn boek ”Het algemeen betwijfeld christelijk geloof”. Ik was eerstejaars. Zijn komst was omstreden en hij was niet welkom in het gebouw van de universiteit.

Jenson kwam tien jaar later. Als assistent in opleiding had ik met een groep studenten het eerste deel van zijn ”Systematic Theology” gelezen. Net toen we daarmee klaar waren, kwam de Amerikaan zelf naar Nederland. Tot onze vreugde bracht hij ook graag een bezoek aan Kampen. Jenson sprak wel in de aula van de universiteit, over verzoening. Na afloop hadden we een boeiend gesprek met hem.

Tussen Kuitert en Jenson zit een theologische wereld van verschil. Zelf vind ik Jensons werk boeiender dan dat van Kuitert. Maar waarom?

Zoekplaatjes

Kuitert kon goed schrijven en zijn inzet is sympathiek. Voor Kuitert was belangrijk dat geloven geen kwestie is van slikken of stikken, en dat het ook vandaag van betekenis moet zijn. Geloven is iets menselijks en theologie moet daarom beginnen bij mensen.

Eerdere gedachten daarover kwamen in 1974 in ”Zonder geloof vaart niemand wel” samen in een treffende formulering: „Alle spreken over boven komt van beneden.” Mensen hebben een oergeloof en hun geloofsvoorstellingen ontwikkelen zich in de loop van de geschiedenis. Het zijn onze ”zoekplaatjes”.

Maar wat is dan maatgevend? Natuurlijk gaat het erom of zo’n zoekplaatje je daadwerkelijk bij God brengt. Maar voor Kuitert kreeg dat steeds meer deze vorm: is iets voor moderne mensen nog geloofwaardig?

Na zijn emeritaat hield Kuitert alle onderdelen van het geloof stuk voor stuk tegen dat kritische licht. Zo verdween steeds meer, tot hij zelfs geen God meer overhield. God bestond alleen nog in de menselijke verbeelding.

Opstanding

Ook voor Jenson begon ons spreken over God beneden, maar op een heel andere manier. Theologie begint ermee dat er nu eenmaal een kerk is, waarin we in God geloven en spreken over God. Maar waarom doen we dat? Niet omdat wij via natuurlijke, religieuze wegen iets van God gevonden hebben. Nee, omdat God Zelf Zich in de opstanding van Jezus Christus - en eerder al in de uittocht uit Egypte - voor mensen vindbaar maakt.

In de opstanding van Christus leren we God kennen als Vader, Zoon en Geest. Daarom spreken we in de kerk over de drie-enige God: in aanbidding en in verkondiging van het Evangelie. De theologie is er alleen maar om de kerk te helpen goed te spreken, in aanbidding van God en in verkondiging.

Ook voor Jenson was wat mensen denken belangrijk. Verkondiging moet de taal van de mensen spreken en Jensons theologie is beïnvloed door moderne filosofen. Van huis uit lutheraan, was hij actief in de oecumenische beweging en probeerde hij christelijke tradities met elkaar te verbinden.

Drie-enige God

Bij Jenson is er de overtuiging dat God Zelf Zich in de opstanding van Jezus Christus door ons laat vinden. Kuitert was van huis uit gereformeerd, maar verloor met het christendom ook de God van het christendom. Jenson geloofde dat God iets in het wrak van het christendom de moeite van het redden waard vindt.

Hier beneden spreken we over God. Voor Kuitert was al dat spreken een menselijk, verbeeldend zoeken. Jenson geloofde dat ons ”beneden” opgenomen is in Gods geschiedenis, waarin God zich in Christus door ons laat vinden.

Kuitert verwachtte veel van ons rationele zoeken naar waarheid. Jenson geloofde niet in een weg van ons uit naar God. Onze pogingen God te bewijzen los van Christus bieden geen houvast.

Daarom vind ik Jenson boeiender om te lezen dan Kuitert: Kuitert ging uit van wat mensen doen en denken; Jenson zag ons doen en denken opgenomen in het doen en denken van de drie-enige God.

Hans Burger is universitair docent systematische theologie aan de Theologische Universiteit Kampen. Hij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer