De omstreden theoloog prof. dr. Harry Kuitert bleef de kerk in Nederland schokken met zijn talloze bestsellers.
Harry Kuitert groeide op in de Gereformeerde Kerken in Nederland. Hij studeerde theologie en werd gereformeerd predikant in het Zeeuwse Scharendijke, waar hij werd geconfronteerd met de watersnoodramp van 1953. Kuitert ontwikkelde zich steeds meer tot een kritisch theoloog. Zijn benoeming tot studentenpredikant in Amsterdam gaf hem daarbij zeker een steuntje in de rug.
Kuiterts proefschrift ”De mensvormigheid Gods” (1971) preludeerde al op zijn latere kritiek op de orthodoxe gereformeerde leer, wanneer hij daarin opmerkt dat „elk menselijk spreken menselijk [is], ook het spreken van de mens over God” – een herkenbare voorafspiegeling van zijn bekende oneliner dat „alle spreken over Boven van beneden komt, ook de uitspraak dat iets van Boven komt.”
Kuitert plaatste de decennia door steeds meer vraagtekens bij de klassieke orthodox-gereformeerde leer. Dat gebeurde als hoogleraar ethiek en inleiding in de dogmatiek aan de VU, maar vooral na zijn emeritaat in 1989, toen hij zich ontwikkelde als bestsellerauteur. In zijn periode als ethicus nam hij afstand van de ethiek als een normatieve wetenschap, en ontwikkelde hij een ethiek gebaseerd op moreel beraad en de autonomie van de mens.
„Over en uit”
Kuitert stoorde niet alleen rechts, maar ook links met zijn boek ”Alles is politiek, maar politiek is niet alles” (1985). Daarin keerde hij zich tegen de progressieve ontwikkeling in de kerken, die volgens hem uitgegroeid waren tot een onduldbare vereenzelviging van de Bijbelse boodschap met de politieke idealen van linkse dominees met dictatoriale trekjes. Kuitert was allergisch voor alle dwang in de kerk. Het meest tevreden was Kuitert als het hem lukte om mensen te helpen kritisch in het leven te staan en zo ook overgeleverde opvattingen te bekijken.
Kuitert eindigde uiteindelijk in de opvatting dat God een God van verbeelding is. Er is geen persoonlijke God; de mens heeft de mogelijkheid iets te ervaren wat de mens overstijgt. Religie is volgens Kuitert ten diepste humaniteit. Waar het om draait is niet de leer, maar het leven. En aan het eind van dit leven is het „over en uit.” Na de vele dogma’s die hij al ten grave had gedragen, moest ook de hemel eraan geloven. Als God verbeelding is, is de hemel dat ook. Geborgenheid in God is dan geborgenheid in de werkelijkheid.