Column (ds. J. Belder): Bramenbrigade
In mijn oneindige onschuld blijk ik me al jaren te bezondigen aan criminele activiteiten. Zo ook vorige week. Ik kon het niet laten. Even mijn beroepsbezigheden en besognes verlaten om te stropen. Jawel, deze dominee stroopt.
Natuurlijk doe ik m’n best om daarbij onherkenbaar te zijn. Ik hul mij in een soort lompen, verberg het grootste deel van mijn hoofd onder een voorwereldlijk deksel en complementeer dit incognito met een zonnebril van buitenproportioneel formaat. Daarna trek ik erop uit. Struinend door droge sloten, sluipend langs zandpaden en banjerend langs dicht struweel smul ik met volle teugen.
Thuisgekomen trof ik mijn voorbeeldige huisvrouw, achter de theemuts, verdiept in een kersverse gezaghebbende courant. Met onverholen trots toonde ik mijn vangst. Een emmer vol met verboden waar. Mijn vrouw was juist aangeland bij een artikel dat hierover ging. Wij hielden het aanvankelijk nog voor het bekende krantengezeur in hoogzomertijd, de komkommerfase waar de lezers zich nu eenmaal doorheen moeten worstelen. Met paarsgeplukte vingers heb ik vervolgens internet afgestruind en stuitte op het ene na het andere zorgwekkende bericht, waardoor de vreugde van die middag al snel volslagen vertroebelde. Ook al vanwege al die gezondheidsgevaren waaraan men zich blootstelt door in het wild geplukte vruchten naar binnen te werken. Er kan een vos overheen geplast hebben; een lintworm in ontwikkeling in zitten.
Sinds de nieuwe Flora- en Faunawet, die in 2010 in werking trad, mogen we in Nederland formeel geen enkele bloem of vrucht in de publieke ruimte meer plukken. En ik maar denken dat die gezamenlijk bezit zijn van ons als fatsoenlijke belastingbetalers. Plukken, rapen, meenemen is roof. Een misdrijf, waar een boete op staat die tot 4100 euro kan oplopen. Zelfs een gevangenisstraf van een maand is niet uitgesloten.
Ik keek met kloppend hart naar de bewijsstukken op onze tafel. Bramen, bramen en nog eens bramen. Ze behoren de overheid toe, de gemeente, Staatsbosbeheer of weet ik wie. Evenals de bosbessen die ik, teek en mug trotserend, met zo veel vreugde had geoogst in juni. Wij moeten nu helaas verder afzien van het eten van brandnetelsoep en paardenbloemsalade en het drinken van eikeltjeskoffie.
Vanmorgen zag ik de struiken langs de weg alweer volhangen met verboden verleidingen. Even nog flitste het door m’n hoofd dat de pakkans voor criminelen gering is. Maar stel je voor dat de bramenbrigade me op heterdaad betrapt. Dan zit morgen heel Telegraafminnend Nederland te smullen van dat domineetje dat zich vergreep aan verboden vruchten.