In contact met Joden moet Messias wel bij Naam genoemd worden
Christenen voor Israël spreekt met Joden over Jezus door vriendschap en verbondenheid te laten zien (RD 29-5). Van de organisatie mag echter ook verwacht worden dat ze getuigt met woorden, stelt ds. A. Jonker.
In RD 26-5 staat een verslag van de spreekbeurt van Eitan Bar op Hemelvaartsdag in Ede. De kop trekt de aandacht: ”Het Evangelie voor Joden, via de digitale snelweg”. Bar vindt het belangrijk dat Joden in het Nieuwe Testament lezen dat Jezus de Messias is. Hij is blij dat Joden via internet de hele Bijbel in hun eigen taal kunnen lezen. Wie zal hier moeite mee hebben? Niet één christen.
Lastiger zijn de uitspraken van Eitan over het werk van Christenen voor Israël. „Het is goed dat Christenen voor Israël bloembollen brengt naar Israël en daar de armen brood geeft”, aldus Eitan Bar. „Maar omdat ze niet over Jezus mogen praten, wordt Joden het Brood des Levens onthouden.” Het is goed voor te stellen dat Sara van Oordt in RD 29-5 hierop reageert. Mogen mensen van Christenen voor Israël niet over Jezus spreken? Natuurlijk mogen zij dat, want in Israël is vrijheid van meningsuiting. Dat weet de Israëli Bar natuurlijk ook. Iedereen mag tegenover volwassenen vanaf 18 jaar over de Heere Jezus spreken.
De vraag is: Doet Christenen voor Israël dat ook? Of zou er een andere reden zijn waarom zij niet over Jezus Christus mogen spreken? Zou het zo zijn dat in de samenwerking met orthodoxe Joden op het gebied van de hulpverlening het een vanzelfsprekende zaak is om niet over Jezus de Messias te spreken?
Van Oordt noemt in haar reactie de doelstelling van Christenen voor Israël in Nederland: de boodschap dat God trouw is aan Zijn verbonden en aan de beloften die Hij heeft gedaan aan Israël. Daarbij mis ik de belofte van God uit Romeinen 11:26: „en zo zal heel Israël zalig worden.” Het gaat niet alleen over de terugkeer van de Joden naar het beloofde land, maar ook om de kennis van Jezus de Beloofde Messias.
In het Nieuwe Testament staat Jezus Christus centraal. Paulus had zich voorgenomen onder de Korinthiërs niets anders te weten dan Jezus Christus en Die gekruisigd (1 Kor. 2:2). Petrus getuigt voor het Sanhedrin over Jezus: „En de zaligheid is in geen ander, want er is onder de hemel geen andere Naam onder de mensen gegeven waardoor wij zalig moeten worden (Hand. 4:12). Hoe zou een christen over deze Jezus Christus kunnen zwijgen?
Van Oordt noemt allerlei humanitaire projecten in Israël en schrijft: „Getuigen van ons geloof doen we als Christenen voor Israël door vriendschap en verbondenheid te laten zien door onze daden.” Nu wordt duidelijk wat ze bedoelt. Ze schrijft „laten zien” en niet „spreken over Jezus.” Blijkbaar kan er alleen voorzichtig gesproken worden over het persoonlijke geloof en de persoonlijke motieven om Israël te steunen. Maar er wordt niet getuigd van Jezus de beloofde Messias.
Het is geweldig mooi als veel mensen in de kerken leren zien dat er in de historie door de christelijke kerken veel puin is veroorzaakt. Maar wie weet van de puinhoop in het eigen leven is de Heere dankbaar dat Hij Zijn Zoon Jezus Christus naar de aarde gezonden heeft om de schuld te betalen en de zonden te verzoenen aan het kruis. Zouden we als christen over deze Jezus niet spreken?
Messiasbelijdende Joden in Israël zijn onze broeders en zusters in het geloof in Christus. Zij wijzen ons christenen in Nederland er telkens op dat het belangrijk is dat Joden van Jezus hun Messias lezen via internet en horen in het persoonlijk getuigenis. Zij zijn er diep van overtuigd dat iedere Jood persoonlijk de Heere Jezus moet kennen in het geloof en spreken over Hem. Is het vreemd dat de Messiasbelijdende Jood Eitan Bar dit ook verwacht van Christenen voor Israël?
De auteur is directeur Stichting Steun Messiasbelijdende Joden.