Bij de herdenking van 500 jaar Reformatie mijmert dr. Henk Bakker over de betekenis van artikel 9 uit de Apostolische Geloofsbelijdenis. Eén kerk, heilig en algemeen, tot tastbare gemeenschap geroepen. Die catholica is uiteindelijk sterker dan kerkelijke weerstand.
„Ik geloof één heilige, algemene christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen.” Als kind zong ik de tekst al van harte mee in de kerk van mijn ouders. Bij 500 jaar Reformatie mijmer ik vooral over hervorming en herstel van dit artikel uit de Apostolische Geloofsbelijdenis, omdat de Reformatie in dit opzicht haar doel voorbij is geschoten.
Twee verdiepende gedachten teken ik erbij aan.
De duiding ”de gemeenschap der heiligen” is essentieel om de voorafgaande tekst te verstaan. Voor mij, juist als baptist, vult het tweede het eerste in. Zonder gemeenschap geen heilige en algemene christelijke kerk, want wat heilig en algemeen is, is niets zonder gemeenschap. Dat kun je dan wel mooi belijden, maar dat is een belijdenis van een docetische kerk (docetisme is een oude ketterij die de lichamelijkheid van Jezus ontkent, ten minste onbelangrijk vindt).
Johannes opent zijn eerste brief met de verklaring dat hij in de omgang met Jezus het Woord van God Zelf heeft gehoord, gezien en met de handen getast, en dat hij daarom gelooft in ware verbondenheid en blijdschap als anderen dit ook belijden. Deze antidocetische opening zegt ons veel over de waarachtigheid van artikel 9 van de Apostolische Geloofsbelijdenis. Zo komt deze vroegkatholieke kerkvisie in de eerste plaats op uit de christologie, precies zoals Johannes het bedoeld heeft.
De kerk ontleent haar hoorbaarheid en zichtbaarheid en tastbaarheid, kortom haar gemeenschap, aan de Heer Jezus, Die net zo hoorbaar en zichtbaar en tastbaar was. Jezus sticht in de eerste plaats gemeenschap, en pas van daaruit een kerk. Draai dit niet om, dat doen docetisten. Lege vormen van kerk-zijn moeten we niet willen invullen met gemeenschap. Begin vanuit Christus te denken als zichtbare, hoorbare en tastbare gemeenschap, en kijk dan pas wat voor kerk je bent.
De ecclesiologie gaat niet voor de christologie uit. Heb dan ook het hart niet om vanuit de ecclesiologie eigenmachtig te beslissen waar de grens van kerk-zijn ligt, want dan neemt de kerk het zicht op Jezus weg. Een netjes afgegrensde kerk kan in zijn eentje niet één, heilig en algemeen zijn, want dat zijn we samen, als diverse kerktypen, vanuit Christus de Heer en bron.
Dit christologische begin van de kerk wortelt in Gods voortdurende komen tot de wereld. De schepping is voor Hem onopgeefbaar; mensen zijn kostbaar en daarom zond Hij Jezus de Zoon. God komt onophoudelijk, want de wereld is onopgeefbaar. Al voor de grondlegging van de wereld koos God ervoor om mensen door het kostbare bloed van Christus vrij te kopen (1 Pet. 1:19-20).
Heilige kus
Toch blijft God komen. De catholica (één kerk, heilig en algemeen, en tot tastbare gemeenschap geroepen) is namelijk een geschenk in Zijn Zoon. Deze eigenschap van het lichaam van Christus kan even afwezig zijn, maar vanuit een christologische benadering blijft catholica komen en blijft zij geschonken, en lokale kerken mogen die ontvangen als een tastbare en praktische genade.
Een krachtig voorbeeld hiervan geeft de Schrift zelf in 2 Korinthe 13:12-13. Het zijn de laatste woorden die we van Paulus hebben aan de Korinthische gemeente, een gemeente met een enorm hoofdpijndossier. De apostel stelt daarom in hetzelfde hoofdstuk de vraag of zij wel christen zijn. Laten zij zich toetsen. Maar dan eindigt hij toch met troostrijke opmerkingen: „Beter je leven en leef in vrede; groet elkaar met een heilige kus en ook alle heiligen die hier zijn laten je groeten; de genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God, en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen” (NBV).
Terwijl er zo veel verbeterd dient te worden, blijft de gemeenschap van de Geest in de zegenbede tot die lastige gemeente uitgesproken. En het blijft daar niet bij. De gemeenschap van de Geest moet echt en tastbaar zijn en daarom prijkt in het midden van de slotalinea: „groet elkaar met een heilige kus. Alle heiligen die hier zijn laten u groeten.”
We zouden nu zeggen: groet elkaar met een omhelzing, en alle heiligen (hier en elders die ik ken) laten je weten hetzelfde te willen doen. Wat is de catholica toch een groot geschenk en wat zijn de relaties binnen die catholica toch onopgeefbaar, en wat maken wij er toch veelal een onzichtbare en ontastbare illusie van. Toch hoop ik en geloof ik dat Christus’ komen sterker is dan de weerstand van de kerk.
Dit is een deel van de lezing die de auteur gisteravond uitsprak bij de presentatie van ”Reformatie vandaag”, een tweedelige studie van dr. Klaas van der Zwaag (De Banier, 2017).