De voorjaarsschoonmaak. Vroeger, met een kachel die een stookseizoen lang de meubels met een dun laagje roet bedekte, kon je er niet omheen. En ook nu is het goed om van tijd tot tijd de meubels eens leeg én van hun plek te halen. Al hoeft dat niet per se in het voorjaar.
1 Bij de grote schoonmaak horen schoonmaakmiddelen. Allesreiniger, schoonmaakazijn of groene zeep zijn daar prima geschikt voor. Verdund in warm water of puur op een doekje weekt deze zeep het vuil los, waardoor het makkelijker te verwijderen is. Veel mensen zetten tijdens de grote schoonmaak grover geschut in. Desinfecterende middelen met toevoegingen als chloor, triclosan en chloorhexidine zijn in toenemende mate in het winkelschap te vinden, bijvoorbeeld in de vorm van vochtige wegwerpdoekjes.
2 Volgens experts is het gebruik van desinfecterende middelen helemaal niet nodig en zelfs af te raden. Consumenten herkennen ze aan kreten als ”antibacterieel” of ”hygiënisch” op het etiket. Het is niet zomaar een instituut dat het thuisgebruik van desinfecterende middelen aan banden wil leggen. Eerder dit jaar kwam de Gezondheidsraad met dit advies, ondersteund met een lijvig rapport. Veelvuldig gebruik kan ervoor zorgen dat bacteriën ongevoelig voor het schoonmaakmiddel worden en zelfs voor antibiotica.
3 Desinfecterende middelen zijn bedoeld om zo veel mogelijk bacteriën te doden. Dus ook onschuldige bacteriën die het lichaam juist nodig heeft. Die vormen bijvoorbeeld een barrière op de huid, waardoor schadelijke bacteriën niet binnen kunnen komen. Daarnaast ligt vergiftiging altijd op de loer. Een fles chloor heeft nu eenmaal meer risico in zich dan een fles allesreiniger. In ziekenhuizen en de voedingsindustrie zijn desinfecterende schoonmaakmiddelen nuttig en zelfs noodzakelijk. In huis heeft het gebruik alleen nut als er zieken zijn, zoals mensen met een verminderde weerstand of als er iemand met een darminfectie of andere besmettelijke ziekte in huis is.
