Prof. dr. Beatrice de Graaf, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht en lid van de Protestantse Kerk in Nederland, heeft vrijdag de generale synode van die kerk toegesproken. Voor de synodeleden stond een bezinnende bespreking over veiligheid op de agenda.
Prof. De Graaf, die wel aangeduid wordt als terrorisme-expert en een graag geziene gast is an de media als het over dit onderwerp gaat, sprak de synode toe over het begrip ”rechtvaardige veiligheid”. Ze verwees hierbij naar de tijd van Augustinus, toen gewelddadige bendes rondtrokken en de kerkvader nadacht over de manier waarop de kerk zich hiertoe moest verhouden.
De Graaf hield de synodeleden voor dat de kerk het kwaad niet mag verdoezelen. Het moet benoemd worden. Het is een realiteit in deze wereld en dat zal het ook blijven. De gevoelens van angst en onveiligheid die mensen –vooral ook jongeren– hebben, moeten serieus genomen worden.
Maar dit mag er, volgens de hoogleraar, niet toe leiden dat de kerk alleen maar meepraat met die stemmen die proberen de angst voor terreur op te stoken. De kerk heeft volgens haar een bijzondere boodschap in het debat over de grote bedreigingen die er zijn. Deze namelijk, dat we in onze tijd altijd te kampen zullen hebben met terreur en strijd. Maar wel in de wetenschap dat God het kwade ten principale heeft overwonnen. Dat kleurt, volgens De Graaf, de manier waarop christenen praten over veiligheid en over de manier waarop de strijd tegen terrorisme gestreden moet worden.
Volgens De Graaf zijn er enkele criteria waaraan de strijd voor een rechtvaardige veiligheid moet voldoen. Zo strijden christenen niet alleen voor macht en veiligheid. Ze vertrouwen niet alleen op de macht van de wapens. En in de strijd moet er zowel hoop zijn –in plaats van onverzoenlijkheid– als barmhartigheid. Als dat laatste betekent dat er gestreden moet worden met een hand op de rug, dan moet dat maar, zo vindt De Graaf. De strijd heiligt nooit alle middelen.
Ze riep de Protestantse Kerk op om gemeenteleden toe te rusten als het gaat om een christelijk, Bijbels antwoord op het kwaad. Een oproep die niet alleen de Protestantse Kerk zich mag aantrekken.
Te vaak spreken christenen grote woorden over alles wat onze veiligheid bedreigt. En niet zelden klinkt in dat spreken toch iets door van: we moeten en kunnen het met elkaar hier misschien allemaal nog wel redden. Dan wordt niet duidelijk dat juist een christen weet heeft van het tekort van al onze maatregelen. Maar ook weet heeft van de zonde als oorzaak van alle ellende. Van het onuitroeibare van het kwaad, van lijden en strijden. Tot God Zelf de hemel scheurt en al het aardse oprolt als een kleed. Ten laatste zal Hij recht doen en het kwaad vernietigen.
Spreken over dreiging en angst kan voor een christen nooit het enige zijn. De christelijke gemeente moet het kwaad benoemen en aanwijzen en waar mogelijk bestrijden. Maar daarbij mag ze de hoop op en het geloof in een rijk van recht en vrede dat God zal doen neerdalen op de aarde nooit onbenoemd laten.