Dé betrouwbare overheid bestaat niet
Het ideaal van dé betrouwbare overheid die luistert, eerlijk is en al onze dromen verwezenlijkt, is onbereikbaar. Er is niet één definitieve verbetering die alle waarden van de democratische rechtsstaat tegelijkertijd optimaliseert.
„Het kabinet wil het vertrouwen in de overheid terugwinnen. Door te zorgen dat mensen zich gehoord voelen en dat hun problemen daadkrachtig worden aangepakt.” Aldus premier Schoof op X bij de presentatie van het regeerprogramma.
De manier waarop de politiek functioneert, is sinds 2021 steeds een van de belangrijkste zorgen van Nederlanders. Het kabinet wil hier iets aan doen. Maar: hoe herstel je dat vertrouwen? Ik denk dat we op het gebied van vertrouwen geen nieuwe inzichten nodig hebben. Er is de afgelopen jaren al veel waars over gezegd.
Het gaat niet om vertrouwen…
De eerste waarheid is een beetje tegen-intuïtief –althans in een artikel dat vertrouwen als startpunt heeft‒ en dat is dat vertrouwen geen doel op zich zou moeten zijn. Daar zijn drie redenen voor.
In een democratie is blind vertrouwen net zo onwenselijk als diep wantrouwen
De eerste reden is dat landen met zeer hoge niveaus van vertrouwen, vaak geen democratieën zijn en dat manieren om het vertrouwen op korte termijn te vergroten, meestal niet erg democratisch zijn. Denk aan regeringsleiders die met opzet een extern conflict zoeken om daadkrachtig over te komen en zo hun imago op te krikken. Het vertrouwen in de politiek is bovendien op korte termijn erg beweeglijk. Daarom is het beter om je niet te richten op lapmiddelen voor de korte termijn, maar op de structurele basis onder het vertrouwen, dat onder meer wordt gevormd door goed openbaar bestuur en gebrek aan corruptie.
De tweede reden is dat een laag niveau van politiek vertrouwen niet in alle gevallen even problematisch is. Ja, enige mate van vertrouwen is in een democratie noodzakelijk. Maar in een democratie is blind vertrouwen net zo onwenselijk als diep wantrouwen. Het ideaal is dat van burgers die kritisch volgen wat er in hun land en de politiek gebeurt, en daarop hun vertrouwensoordeel baseren. Zijn er grote problemen die niet worden opgelost of schandalen die vragen oproepen over de betrouwbaarheid van het bestuur? Dan is het logisch en zelfs wenselijk dat mensen daarop reageren en politici en bestuurders zo dwingen hun leven te beteren. Wie iets aan die houding van burgers wil veranderen, moet zich niet richten op het lage vertrouwen, maar op de oorzaken ervan.
De overheid is op aarde om het land te besturen en met oplossingen te komen voor collectieve problemen
Een derde reden om vertrouwen niet tot doel te verheffen, is dat de overheid niet op aarde is om vertrouwen te genereren, maar om het land te besturen en met oplossingen te komen voor collectieve problemen, die we niet individueel kunnen oplossen. Het gezag waarmee de overheid dat doet, ontleent ze aan ons, het volk. Volgens de Staatscommissie Rechtsstaatis de belofte van de rechtsstaat „een samenleving waarin burgers door en tegen de overheid beschermd zijn, invloed hebben op de overheidsmacht en ondersteuning krijgen als dat nodig is” (zie het adviesrapport van de Staatscommissie Rechtsstaat (2024), ”De gebroken belofte van de rechtsstaat”, p. II).
…maar om betrouwbaarheid
Het gaat niet om vertrouwen, maar om betrouwbaarheid. Daarbij staan drie elementen centraal: responsiviteit, rechtvaardigheid en resultaat. Responsiviteit heeft te maken met het „gehoord worden” uit het X-bericht van premier Schoof. Het gaat erom dat de wensen van burgers vertaald worden in beleid. Resultaat verwijst naar het tweede element in het X-bericht: het „daadkrachtig aanpakken van problemen” en zorgen voor een goed niveau van welvaart en welzijn.
Een element dat nog ontbreekt in het bericht van Schoof is rechtvaardigheid. Daarbij gaat het onder meer over het zorgvuldig afwegen van de verschillende wensen en belangen die er in de samenleving zijn en het eerlijk en zonder willekeur behandelen van mensen.
Een overheidsdienaar moet ook handelen volgens de inténties van wetten
Deze drie elementen werden de afgelopen jaren negatief beoordeeld. Veel mensen vonden dat de politiek onvoldoende luistert en belangen onvoldoende afweegt, mensen niet eerlijk behandelt en grote problemen niet oplost (zie ”Koersen op kwaliteit van de samenleving: Sociale en Culturele Ontwikkelingen 2024”, p. 76-103).
Onbereikbaar ideaal
Hoe kan dit beter? Door beter te luisteren, eerlijk te zijn en resultaat te boeken. Een open deur, een waarheid als een koe. Toch is dit in de praktijk lastig te realiseren. Luisteren en daarnaar handelen, is nog niet zo simpel.
Bijvoorbeeld omdat je bepaalde groepen in de samenleving beter hoort of gemakkelijker bereikt dan andere. Omdat mensen van mening verschillen over wat ze rechtvaardig vinden en welk resultaat ze willen. Of omdat responsief zijn op gespannen voet staat met verantwoordelijk en voorspelbaar besturen, waarbij de overheid zich dient te houden aan de regels van de democratische rechtsstaat en aan eerder gemaakte afspraken met decentrale overheden of andere Europese landen.
En omdat er een grens is aan de financiële middelen. Zelfs als we het allemaal ergens over eens zijn, bijvoorbeeld over het feit dat we het liefst in een land wonen met goede en breed toegankelijke streekziekenhuizen. Dan nog is het soms niet mogelijk om aan die wens te voldoen, vanwege een tekort aan geld of –in het geval van het Zuyderland-ziekenhuis in Heerlen– een tekort aan personeel.
Kortom: dé oplossing bestaat niet. Het ideaal van dé betrouwbare overheid die luistert, eerlijk is en al onze dromen verwezenlijkt, is onbereikbaar. Er is niet één definitieve verbetering die alle waarden van de democratische rechtsstaat tegelijkertijd optimaliseert.
Kleine stapjes
Wie inzicht of inspiratie zoekt om kleine stapjes in de goede richting te kunnen zetten, kan teruggrijpen op een grote hoeveelheid rapporten. De Staatscommissie Rechtsstaat deed in de zomer van 2024 tien aanbevelingen om „de belofte van de rechtsstaat” in te lossen en de betrouwbaarheid van het openbaar bestuur te vergroten. De Staatscommissie Parlementair Stelsel kwam in 2018 met voorstellen om de inputkant van onze democratie te versterken. En de Tweede Kamer zelf schreef rapporten over het toeslagenschandaal, de aardbevingsschade in Groningen en het fraudebeleid van de overheid die stuk voor stuk aanbevelingen bevatten over de betrouwbaarheid van de overheid.
Rode draad in al die rapporten is onder meer dat alleen institutionele veranderingen (zoals een correctief referendum of aanpassingen aan het kiesstelsel) niet genoeg zijn. Uiteindelijk gaat het ook om de intenties en het (voorbeeld)gedrag van overheidsdienaren, van politici tot bestuurders en van ambtenaren tot rechters. Die moeten niet alleen handelen volgens wetten en regels, maar ook volgens de intenties ervan. Een samenraapsel van institutionele instrumenten en gedragsveranderingen moet samen de bestaande democratische rechtsstaat steeds een klein stapje dichter bij het ideaal brengen.
De oplossing is in 2025 dus niet anders dan in voorgaande jaren. Het begint bij het verleggen van de focus van vertrouwen naar betrouwbaarheid. En daarmee dus van de korte termijn naar de lange termijn.
Naar jezelf kijken
En tot slot nog een laatste waarheid, of eigenlijk een cliché: elk volk krijgt de leiders die het verdient. Dus we moeten niet alleen naar de overheid en de politiek kijken, maar ook naar onszelf en onze verwachtingen van wat de overheid kan en moet doen. We moeten erkennen dat er meningsverschillen zijn. Want ook al luistert de politiek naar iedereen, dan nog krijgt niet iedereen wat men wil. We moeten inzien dat als we van politici verwachten dat ze op korte termijn naar ons luisteren, dat niet per definitie betekent dat ze ook beslissingen nemen die op de (middel)lange termijn goed zijn voor volgende generaties. Dat politici misschien meer beloven dan ze kunnen waarmaken, omdat wij alleen op hen stemmen als ze gouden bergen in het vooruitzicht stellen. Of de complexe werkelijkheid reduceren tot simpel te verteren ”soundbites”.
Een betere wereld begint bij jezelf. Politici en bestuurders moeten en kunnen het beter doen en wij moeten hen óók beoordelen op wat ze voor de democratische rechtsstaat doen.
De auteur is politicoloog en senior wetenschappelijk medewerker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Dit artikel verscheen eerder op socialevraagstukken.nl.