„Ik ben verliefd”, zei de 25-jarige zoon van Shanna van Ree. „Oh, wat fijn”, reageerde ze spontaan. „Op een jongen”, vervolgde haar jongste. Een reactie die moeder Van Ree geen moment had verwacht. „Mijn wereld stond op z’n kop.”
Het voorval speelde zich bijna dertien jaar geleden af. In de woonkamer van hun huis in Krimpen aan de Lek blikken Shanna (74) en Ton (78) van Ree terug op het moment dat hun zoon vertelde dat hij homo is en een vriend had. Ook vertelt het echtpaar, lid van de gereformeerde gemeente in Krimpen aan den IJssel, wat het betekent om ouder te zijn van een kind dat andersgeaard is.
Hun zoon woonde destijds nog thuis. Zijn oudere zus was getrouwd. „We konden eerst geen kinderen krijgen”, zegt moeder Van Ree. „Toen we na ruim zes jaar een dochter kregen, was het groot feest. Bijna acht jaar later werd onze zoon geboren. Opnieuw waren we ontzettend blij”, zegt ze, wijzend naar gezinsfoto’s aan de wand.
Na een probleemloze jeugd begon hun zoon rond zijn 22e „wat dwars” te worden. Dat hij zijn ouders op een late avond liet weten dat hij homo is, hadden ze op geen enkele manier aan zien komen. Moeder: „Ik schrok er enorm van en sloeg meteen een arm om hem heen. We houden veel van hem, nog altijd. Toen we het eenmaal wisten, beseften we hoe moeilijk hij het al jarenlang had, zonder dat wij ervan op de hoogte waren.”
Ook voor vader was de schok groot. „Ik dacht heel negatief over homoseksualiteit. Dat had ik van huis uit meegekregen. Alles wat buitenissig was, noemde mijn moeder ”rarigheid”. Ik dacht dat homofilie een gerichtheid is die door omstandigheden ontstaat. Inmiddels weet ik dat het een geaardheid is die je niet kunt veranderen.”
De volgende ochtend informeerde moeder Van Ree haar dochter over de coming-out van haar zoon. „We hebben samen gehuild. Onze dochter houdt veel van haar broer en wilde hem niet afwijzen. Ze vond het vooral verdrietig en jammer.” Vader: „Ik was bang dat het bij haar helemaal verkeerd zou vallen, maar dat gebeurde gelukkig niet. Ze reageerde heel lief in de richting van haar broer.”
Zwart-wit
Moeder Van Ree ging op zoek naar lectuur over homoseksualiteit en vroeg informatie bij christelijke hulpverleners. „We wisten er heel weinig van.” In Krimpen aan den IJssel bleek een groep christelijke ouders van andersgeaarden te zijn die geregeld bijeenkwam onder leiding van de hervormde predikant ds. J. J. Verhaar. Daarbij sloot ze zich aan. Ze vond het waardevol ervaringen met anderen te delen. Haar man had die behoefte niet.
Het onderwerp homoseksualiteit was in het gezin slechts één keer duidelijk aan de orde geweest, herinnert moeder Van Ree zich. „Een jaar voordat onze zoon het ons vertelde, waren we op vakantie op Vlieland. Ook onze dochter en schoonzoon waren erbij. Toen het op de tv in het vakantiehuisje een keer over homoseksualiteit ging, hebben we duidelijk gezegd dat dit verkeerd en on-Bijbels is. Achteraf gezien zijn we toen te zwart-wit geweest. Onze zoon ging er fel tegenin.”
Na de coming-out van hun jongste besloten de ouders dat zijn vriend bij hen thuis mocht komen. „Onze zoon is nu eenmaal homo. Dat heb ik vrij snel geaccepteerd”, zegt vader. Moeder: „Hij wilde het liefst dat ik zijn vriend ”schoonzoon” zou noemen, maar dat deed ik niet. We zijn het er niet mee eens dat hij een relatie is aangegaan, omdat de Bijbel dit afwijst, maar we hebben de deur nooit dichtgedaan.”
Predikant
Gaandeweg werd het in bredere kring bekend dat hun zoon homo is. Na twee jaar lichtten de ouders hun predikant in, kort nadat hij aan de gemeenten in Krimpen aan den IJssel verbonden was. „Hij reageerde heel warm en wilde ook graag met onze zoon praten. Maar die was toen net verhuisd naar een andere plaats en ging niet meer naar catechisatie. De predikant heeft een boekje voor hem door de bus gedaan van een homo die er vanuit een Bijbelse visie over schrijft.”
In 2011 kreeg Shanna van Ree de vraag om plaats te nemen in een werkgroep voor ouders en familieleden van andersgeaarden, ontstaan vanuit de Gereformeerde Gemeenten (zie kader). „Ik voelde dat als een opdracht van boven. Het is mijn ideaal dat er in de kerk meer openheid komt over homoseksualiteit en dat jongeren die hiermee te maken hebben zich daar thuis kunnen voelen.”
Shanna van Ree is contactpersoon voor huiskamerbijeenkomsten in haar regio, die gemiddeld zo’n twintig bezoekers trekken. De laatste keer waren er vijf nieuwe ouderparen. „Zeker als mensen voor het eerst komen en hun verhaal vertellen, vloeien er tranen. Het lucht ouders enorm op als ze hun ervaring met anderen kunnen delen.”
Diep respect
Uitgaande van de visie dat de Bijbel geen ruimte biedt voor homoseksuele relaties, delen de ouders vragen en dilemma’s met elkaar. „Ik heb diep respect voor celibatair levende homo’s”, zegt Shanna van Ree. Ze schat dat zeker 80 procent van de bezoekers van de bijeenkomsten te maken heeft met een kind dat een relatie is aangegaan of daarvoor openstaat. „Ik ken bijvoorbeeld een echtpaar van wie een zoon met een man is getrouwd en een kind heeft geadopteerd. Tot diep verdriet van zijn ouders.”
Haar eigen zoon woonde jarenlang samen met zijn vriend. Nu wonen ze apart, maar ze hebben nog wel een relatie. Hoewel ze duidelijk is over haar visie, zegt Shanna van Ree samenlevende homo’s niet te veroordelen. „Belangrijk is voor mij de Bijbeltekst: Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen. We moeten niet doen alsof homoseksualiteit de ergste zonde is.”
„Wij kunnen ons niet goed verplaatsen in de gevoelswereld van andersgeaarden”, vult haar man aan. Indrukwekkend noemt hij de video die tijdens een huiskamerbijeenkomst werd getoond, gemaakt door een lesbische vrouw. „Ze vertelde over haar eigen ervaring. Dat kwam heel dichtbij en leverde veel gesprek op.”
Voorbede
Moeder Van Ree vindt het het moeilijkste dat haar zoon „van lieverlee is afgegleden van de kerk.” Nadat hij een periode een hervormde gemeente had bezocht, komt hij nergens meer. „Ik bid dat hij terugkomt bij de kerk.”
Ze vindt dat homo’s zich daar welkom moeten voelen, ook als ze een relatie hebben. „Van mij mag een jongen zijn vriend meenemen, want je weet niet hoe het Woord hen kan beïnvloeden. Ik ben niet minder fout dan zij. Als we iedereen die zonde doet niet zouden toelaten, zou de kerk leeg zijn.”
Haar man vindt het positief dat in hun gemeente af en toe voorbede wordt gedaan voor andersgeaarden. Wat zou hij adviseren aan ouders die in deze tijd te maken krijgen met de coming-out van een zoon of dochter? „Homoseksualiteit is een gevolg van de gebrokenheid door de zonde. Doe er alles aan om te voorkomen dat je je kind kwijtraakt en laat na wat het verbreken van het contact in de hand zou kunnen werken.”
Het echtpaar wijst erop dat ouders met hun moeiten rond een kind dat andersgeaard is altijd bij de Heere terechtkunnen. „Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u”, citeert Van Ree 1 Petrus 5:7. Zijn vrouw knikt instemmend. „Ik denk ook aan Psalm 10: „Gij ziet het immers; want Gij aanschouwt de moeite en het verdriet, opdat men het in Uw hand geve.” Dat probeer ik elke dag te doen.”
Dit is het slot van een tweeluik over homoseksualiteit.
Familieleden van andersgeaarden ontmoeten elkaar
„Als je in je gezin te maken krijgt met homofilie, heb je als ouders echt wel iets te verwerken”, zegt Pieter van Gent. Hij is voorzitter van de werkgroep Ouders en familie rondom mensen met een andere geaardheid. De werkgroep, ontstaan vanuit de Gereformeerde Gemeenten, wil hen daarbij steunen, onder meer door ontmoeting met lotgenoten te bieden. „Het gesprek met elkaar helpt om antwoorden te vinden op allerlei vragen en biedt ook troost”, zegt Van Gent, zelf vader van een kind dat andersgeaard is.
Thema’s die aan de orde komen tijdens regionale huiskamerbijeenkomsten hebben vaak te maken met de spanning tussen „gehoorzaamheid aan het Bijbelse principe en de liefde voor je kind dat andere keuzes maakt. Het is moeilijk daarin een weg te vinden. We hebben als werkgroep niet de pretentie dat we alle vragen kunnen oplossen, maar alleen al het delen van ervaringen is waardevol.”
De voorzitter noemt het belangrijk „dat je contact met je kind houdt, de deur niet dichtdoet. Als hij of zij een partner heeft, moet je wel heel sterke argumenten hebben om die niet te willen ontvangen, ook al moet je je daarvoor over je eigen weerstand heen zetten. Wanneer je zoon of dochter met een vriend of vriendin van hetzelfde geslacht bij jou thuiskomt, wil dat niet zeggen dat je achter zo’n relatie staat. Dit is wel een punt waar veel ouders mee worstelen en het kan ook spanning opleveren met andere kinderen in het gezin.”
De werkgroep belegt in drie regio’s twee keer per jaar een huiskamerbijeenkomst, naast een landelijke ontmoetingsavond met een spreker. Van Gent schat dat deze bij elkaar jaarlijks een kleine 150 bezoekers trekken. Het merendeel is ouder van een kind dat homo of lesbienne is. Maar de bijeenkomsten trekken ook broers en zussen of kinderen van andersgeaarden. Behalve uit de Gereformeerde Gemeenten komen bezoekers uit onder meer de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, de Hersteld Hervormde Kerk, de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Protestantse Kerk in Nederland. Uitgangspunt is dat ze de visie van de werkgroep onderschrijven dat de Bijbel de homoseksuele praxis afwijst.
De komende tijd wil de werkgroep meer aandacht besteden aan toerusting voor de Bijbelse bezinning op vragen rond homoseksualiteit, onder meer door een artikelenserie in De Saambinder. Het werken aan een klimaat waarin deze zaken binnen de kerk bespreekbaar zijn, blijft vijf jaar na de start ook een belangrijk aandachtspunt. „De openheid is de afgelopen jaren wel toegenomen, zeker bij de generatie tot 25 jaar. Bij ouderen rust er vaak nog een taboe op.”
Afgelopen jaar heeft een lid van de werkgroep gesproken op een avond over homoseksualiteit die was belegd door de Fruytier scholengemeenschap in Apeldoorn. Van Gent juicht zulke bijeenkomsten toe. Incidenteel krijgt de werkgroep de vraag mee te werken aan een avond voor een jeugdvereniging. „Dat zouden we graag wat structureler doen, voor zover we daar de menskracht voor hebben.”
Eerste lustrum werkgroep
De werkgroep Ouders en familie rondom mensen met een andere geaardheid trad vijf jaar geleden voor het eerst naar buiten. Initiatiefnemers waren ouders en ambtsdragers uit de Gereformeerde Gemeenten. De werkgroep belegt op drie plaatsen –in de regio’s Noordoost, Midden en West/Zuid– twee keer per jaar een huiskamerbijeenkomst voor mensen uit de doelgroep, behorend tot een van de reformatorische kerken. De regio Noord/Oost heeft morgen zo’n avond. Belangstellenden moeten zich vooraf opgeven, waarna ze nadere informatie krijgen. Op 16 juni spreekt ds. L. Terlouw op de jaarlijkse landelijke bijeenkomst over het thema ”Homoseksualiteit en kerkverlating”.