De Tunesiër die verdacht wordt van de aanslag op de kerstmarkt in Berlijn was ook in beeld bij de Amerikaanse inlichtingendiensten. The New York Times meldde donderdag dat terreurverdachte Anis Amri de aandacht trok omdat hij op internet had gezocht naar handleidingen voor het maken van explosieven.

Verder zeiden bronnen bij Amerikaanse inlichtingendiensten dat Amri zeker een keer contact met de terreurgroep Islamitische Staat heeft gehad. De Tunesiër stond in de VS op de ‘no-fly list’. Dat is een lijst van de TSC, het centrum van de federale regering voor de screening van terroristen. Het is personen op die lijst niet toegestaan van of naar de Verenigde Staten te vliegen.

Amri kwam in beeld bij de Duitse autoriteiten toen in de cabine van de vrachtwagen die maandagavond in Berlijn over de kerstmarkt raasde een document werd gevonden met zijn naam erop. De vrachtwagen was gekaapt. De Poolse chauffeur werd na de aanslag dood in de de cabine gevonden.

De Duitse krant Die Welt meldde woensdag dat Amri in Tunesië in 2010 ook al een vrachtwagen had gestolen. Hij werd daarvoor tot een celstraf veroordeeld. In januari 2011, kort na de val van de Tunesische dictator Ben Ali, week hij uit naar Italië. Hij zat daar vier jaar in de gevangenis voor onder meer brandstichting en mishandeling.

Zussen van Amri zeiden tegen Die Welt dat ze niet kunnen geloven dat hun broer de dader is van de aanslag. „We hadden niet de indruk dat er iets niet klopte”, zei zijn zus Najoua.

Volgens Die Welt is Amri in een religieus-conservatieve omgeving opgevoed en is hij vermoedelijk pas na zijn vertrek naar Europa geradicaliseerd. Volgens vrienden was Amri in Tunesië niet bijzonder religieus en dronk hij alcohol.