Cultuur & boeken

Het jaar 1848 als keerpunt in de Europese geschiedenis

De negentiende eeuw is de eeuw van de grote politieke stromingen van liberalisme en socialisme –twee dochters van het christendom– die grote veranderingen in het staatkundige en politieke landschap hebben teweeggebracht.

Dr. O. W. Dubois

31 August 2016 10:05Gewijzigd op 16 November 2020 06:06
Barricade in de Breite Strasse in Berlijn op 19 maart 1848. Uiteindelijk wisten de vorsten de macht te behouden. beeld Wikipedia
Barricade in de Breite Strasse in Berlijn op 19 maart 1848. Uiteindelijk wisten de vorsten de macht te behouden. beeld Wikipedia

Oude autoritaire staats- en regeringsvormen verdwenen en maakten geleidelijk aan plaats voor meer democratisch bestuurde staten en regeringen. In dit proces was het jaar 1848 een keerpunt. Nederland werd een constitutionele monarchie, in Frankrijk brak in februari een revolutie uit die de monarchie verving door de Tweede Republiek en de Maart­revolutie van 1848 dwong koning Frederik Willem IV van Pruisen tot toezeggingen over staatkundige hervormingen. Hoofdplaatsen van deze twee revoluties waren Parijs en Berlijn. In ”1848. Clubkoorts en revolutie” beschrijft historicus Geerten Waling de enerverende gebeurtenissen in februari en maart 1848 en plaatst ze in het kader van de ontwikkeling naar de moderne democratie in West-Europa.

Het nieuwe van deze revoluties waren de massaliteit en de grote betrokkenheid van de bevolking. In Parijs werden talloze clubs opgericht waar in afgeladen zalen met grote hartstocht werd gesproken over de politieke zaken. Een van de invloedrijkste clubs was de Club Blanqui, genoemd naar Auguste Blanqui die al in de dagen vóór de revolutie, toen hij als ondergrondse radicaal door het leven moest gaan, door zijn autoritair en charismatisch leiderschap een grote en trouwe revolutionaire achterban had weten te verwerven. In deze en andere clubs werd –in lijn met de traditie van het radicale verlichtingsdenken– veel nadruk gelegd op volkssoevereiniteit en graag zag men zich als de stem van het volk. In de clubs zag men „de daad van het denken; de uitwerking van het oordeel van het volk; het is het woord van de massa’s; het is de Republiek die zich laat horen door duizenden gezamenlijke stemmen.”

Anders dan in Frankrijk had de revolutie in Duitsland niet de ondergang van de monarchie tot gevolg. Koning Frederik Willem IV van Pruisen bleef uiteindelijk aan de macht. Maar dit gebeurde pas na een hevige barricadenstrijd tussen de opstandelingen en het Pruisische leger in de nacht van 18 op 19 maart 1848 waarbij 187 soldaten en burgers sneuvelden. De gezamenlijke begrafenis op 22 maart was indrukwekkend. Ingedeeld naar beroepsgroep of schutterijafdeling werd elk deel van de stoet voorafgegaan door een muziekkorps en gevolgd door duizenden rouwenden mannen, vrouwen en kinderen.

De gebeurtenissen in Parijs waren ondertussen in Berlijn met grote belangstelling gevolgd en ook hier heerste een van politiek doortrokken sfeer. In clubs en in massale volksvergaderingen (min of meer spontane en eenmalige bijeenkomsten over specifieke politieke onderwerpen, veelal gehouden op open terreinen buiten de stadsmuren) luisterden soms wel tienduizend Berlijners naar begaafde sprekers. Van de vele en meer besloten clubs, bedoeld tot interpretatie van de publieke opinie en de omzetting ervan in daden, mag de Politische Club worden genoemd. Bijzonder was het moment waarop deze werd opgericht: op 23 maart 1848, de dag na de indrukwekkende begrafenis. Bijzonder was ook zijn voorzitter Georg Jung, wiens uitvoerige rede tijdens de begrafenis over het martelaarschap van de gevallenen en het belang van de revolutie hem op slag beroemd had gemaakt.

Waling heeft een boeiend boek geschreven over de clubs en volksvergaderingen die de horizon van miljoenen Europeanen hebben verbreed en aan het begin hebben gestaan van de moderne West-Europese democratie. Tot slot nog een opmerking. Dit boek gaat over de democratie waarvan de waarde impliciet steeds lijkt te worden verondersteld, maar mogelijk had het nog aan waarde gewonnen wanneer de auteur zich de vraag had gesteld naar de waarde van democratie als zodanig. Waartoe al dit streven naar democratie en vrijheid? Deze opmerking wil echter niets afdoen aan de betekenis van dit werk dat, naar de eis van historische arbeid, op uitgebreide bronnenstudie berust.

----

Boekgegevens

”1848. Clubkoorts en revolutie. Democratische experimenten in Parijs en Berlijn”; Geerten Waling; uitg. Vantilt, Nijmegen, 2016; ISBN 978 94 600 4270 6; 352 blz.; € 19,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer