Met zijn oproep richtte hij zich tot bezwaarde kerkvoogden die de Hervormde Kerk, met behoud van goederen, na 1 mei willen voortzetten. „We worden geroepen om te strijden als kerk en in de kerk, maar we worden niet geroepen om te strijden tegen de kerk”, aldus de voorzitter.

Beheerders die niet mee kunnen, riep hij op het gesprek aan te gaan met de commissie van bijzondere zorg. „Dat is de kerkelijke weg. Uw nieuwe kerkelijke leven is nog niet gerealiseerd. Later kunt u eigen regels in het leven roepen. Het is tevens de weg met zicht op een voorziening met het oog op het komen tot een nieuw kerkelijk leven.”

Van Soest stelde dat hervormde gemeenten niet zelf ter plaatse, vooruitlopend op een procedure van de commissie van bijzondere zorg, kunnen overgaan tot verdeling van goederen en het treffen van gebruiksregelingen.

„De goederen zijn niet van de leden, die daarover met meerderheid van stemmen kunnen beslissen, maar ze zijn van de gemeente”, benadrukte de VVK-voorzitter. „En die gemeente blijft ook bestaan als zich een aantal leden -ook als dit een groot aantal of zelfs alle leden zijn- van die gemeente afsplitst. Bij de beslissingen over goederen van de gemeente speelt de kerk dan ook een toeziende rol. De gemeente is weliswaar eigenaar, maar de kerk als geheel is er mede verantwoordelijk voor dat goederen niet aan hun bestemming worden onttrokken”, aldus Van Soest.