Opinie
Geen bommen maar brood nodig in Syrië

Bombardementen op IS in Syrië helpen niet om het conflict op te lossen, vindt Jan Gruiters. Ze gaan ook nog eens voorbij aan het meest acute probleem: burgers die worden gebombardeerd en uit­gehongerd.

Jan Gruiters
„Bombardementen ondermijnen het vertrouwen in de onderhandelingen. De Syrische oppositie kan in Genève moeilijk onderhandelen en geen compromissen sluiten terwijl hun kinderen sterven door honger en oorlogsgeweld.” beeld AFP
„Bombardementen ondermijnen het vertrouwen in de onderhandelingen. De Syrische oppositie kan in Genève moeilijk onderhandelen en geen compromissen sluiten terwijl hun kinderen sterven door honger en oorlogsgeweld.” beeld AFP

Stel je voor dat je je op de bovenste etage bevindt van een brandend huis. Je hebt al verschillende keren 1-1-2 gebeld. Eindelijk hoor je de sirenes dichterbij komen. Je kijkt reikhalzend uit het raam. De brandweer stopt verderop in de straat om een containerbrandje te blussen.

Ik weet het, de vergelijking gaat mank. De oorlog in Syrië is veel erger dan een brandend huis en Islamitische Staat veel gevaarlijker dan een containerbrandje. Maar het is niet moeilijk om je voor te stellen hoe groot het onbegrip van de Syrische bevolking is. Zij begrijpt absoluut niet waarom de internationale coalitie IS bombardeert, maar het bombarderen en uithongeren van de Syrische bevolking ongemoeid laat.

Dat onbegrip is heel begrijpelijk. Want het regeringsleger van president Assad is verantwoordelijk voor 95 procent van alle burgerslachtoffers. Bovendien maakt het leger zich schuldig aan oorlogsmisdaden door ruim 1 miljoen (!) mensen in belegerde gebieden uit te hongeren.

De PvdA heeft de knoop door­gehakt en het verzet tegen Nederlandse deelname aan het bombarderen van IS in Syrië opgegeven. Daarmee is de weg vrij voor een besluit van de Nederlandse regering. Nederlandse F-16-toestellen gaan nu ook in Syrië opereren.

Onderhandelingen

Een onverstandig besluit. De strijd tegen IS is niet met bombardementen te winnen. Michael O’Hanlon van de Amerikaans denktank Brookings Institute stelt: „Niets wijst erop dat IS op korte termijn geëlimineerd kan worden.” We moeten daarom werken aan een politieke oplossing voor de oorlog in Syrië. Alle hoop is daarbij gevestigd op de nog broze onderhandelingen die deze week in Genève moeten beginnen.

Het is moeilijk om optimistisch te zijn over de kans van slagen van deze onderhandelingen. Betrokken partijen laten zich leiden door eigen en elkaar uitsluitende belangen. Dat blijkt ook uit de meningsverschillen over de vraag wie er wel en wie er niet aan tafel mogen zitten. Het politieke proces is nog uiterst fragiel. Maar er is geen alternatief.

Daarom moeten we alle inzet richten op het welslagen van de onderhandelingen. Het bombarderen van IS is daarbij niet behulpzaam. En wel om vier redenen.

1. De bombardementen ondermijnen het vertrouwen in de onderhandelingen. De Syrische bevolking begrijpt niet dat de internationale coalitie voorrang geeft aan de bestrijding van IS. De Syrische oppositie kan in Genève moeilijk onderhandelen en geen compromissen sluiten terwijl haar kinderen sterven door honger en oorlogsgeweld.

2. Het bombarderen van IS draagt niet bij aan de de-escalatie van geweld. Een staakt-het-vuren moet in Genève een eerste prioriteit zijn. Om meer doden en meer vluchtelingen te voorkomen. Maar ook omdat geen enkele militaire strategie tegen IS een doorslag­gevend effect zal hebben zolang alle partijen elkaar bevechten.

3. Het bombarderen van IS biedt soennitische gemeenschappen geen veiligheid en toekomst­perspectief. Soennitische gemeenschappen hebben bij gebrek aan alternatief hun toevlucht gezocht bij IS. Zij zullen IS pas de rug toekeren als hun veiligheid en belangen beter verzekerd zijn bij een toekomstige regering. Zonder de steun van de soennitische gemeenschappen zal IS imploderen. Bommen drijven soennieten echter in de armen van IS. Alleen in Genève kan een geloofwaardig toekomstperspectief, een Syrië voor alle Syriërs, dichterbij komen.

4. Het bombarderen van IS is gevaarlijk zonder een plan voor de tijd na IS. Her en der slagen Koerdische grondtroepen erin om met steun vanuit de lucht IS terug te dringen. De vreugde over deze bevrijding is echter van korte duur. Onder de bevrijde bevolking heerst angst voor nieuw geweld en gedwongen verhuizing. Steeds blijkt dat er in de op IS veroverde gebieden nieuw sektarisch geweld oplaait tussen Arabische bevolkingsgroepen en Koerdische strijders. Een robuust plan voor lokaal bestuur en vredesopbouw kan dat voorkomen. Maar zo’n plan ontbreekt pijnlijk. En van de monitoring van mensenrechten is geen sprake.

Volk in pijn

Het regeringsbesluit om deel te nemen aan de bombardementen in Syrië ziet er waarschijnlijk anders uit dan de VVD en ook de commandant der strijdkrachten voor ogen hadden. De PvdA wil geen bevolkte gebieden en oliebronnen bombarderen, maar alleen „fabriekjes” waar IS bermbommen en boobytraps fabriceert.

Natuurlijk is het belangrijk om te voorkomen dat bermbommen en boobytraps nog meer slacht­offers maken. Maar toch gaat het besluit voorbij aan de grootste nood en voornaamste prioriteit in Syrië. De PvdA-fractie heeft waarschijnlijk veel invloed gehad op de randvoorwaarden waarbinnen de Nederlandse F-16’s aan de strijd tegen IS kunnen deelnemen. Maar het blijven de randvoorwaarden voor een verkeerde prioriteit.

Tegen deze achtergrond moet de verzuchting van Muaz al-Khateeb, oud-voorzitter van de Syrische oppositie, begrepen worden. Hij weet wat het is om in een brandend huis te zitten en de brandweer voorbij te zien rijden. „Landen die niet in staat zijn een zak brood of een blik melk te droppen voor de kinderen in Syrië die sterven in belegerde gebieden, zijn niet in staat om vrede te stichten voor een volk in pijn.”

De auteur is algemeen directeur van 
de vredesorganisatie PAX.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer