Commentaar: Uitspraak vuurwerkverbod stap in goede richting
Gemeenten krijgen meer speelruimte om op te treden tegen vuurwerkoverlast. De Raad van State, de hoogste bestuursrechter in ons land, heeft uitgesproken dat lokale overheden bij het instellen van vuurwerkvrije zones geen rekening behoeven te houden met omzetverlies van vuurwerkverkopers. Dat is winst.
Dat er binnen orthodox-gereformeerde kring ernstige bezwaren leven tegen het afsteken van vuurwerk op oudejaarsdag, is geen nieuws. Jarenlang werd in de samenleving de verzuchting geslaakt: „Daar heb je ze weer. Ze zijn weer eens tegen.” Maar inmiddels krijgen die bedenkingen toch meer steun. Opvallend was dat dinsdagmorgen bijna alle dagbladen uitgebreid aandacht aan de vuurwerkproblematiek besteedden met –meestal– een begripvolle toonzetting rond het vuurwerkverbod.
Zo’n zestig gemeenten hebben inmiddels één of meer gebieden aangewezen waar geen vuurwerk mag worden afgestoken. Vaak gaat het om winkel- en uitgaanscentra, kinderboerderijen en verzorgingstehuizen. De stadsbesturen van Hilversum en Alkmaar zijn nog een stap verder gegaan. Daar is in een groot deel van het centrum het knallen taboe.
Het instellen van een verbod past in een maatschappelijke trend waarin de bezwaren tegen vuurwerk steeds nadrukkelijker wordt benoemd. De geluids- en milieuoverlast krijgen meer aandacht. De schade door vuurwerk veroorzaakt wordt in toenemende mate ervaren als onverantwoord en –vooral– het lichamelijk letsel dat mensen door vuurwerk oplopen (vorig jaar waren er 574 gewonden) wordt als onacceptabel gezien. Die bezwaren snijden hout.
Op dit moment is volgens het bureau I&O Research 49 procent van de bevolking voorstander van een algemeen vuurwerkverbod voor particulieren. Als gemeenten professionele vuurwerkshows zouden organiseren, dan is een meerderheid (54 procent) voor een verbod. Opvallend is ook dat zaterdag achttien organisaties zich publiekelijk uitspraken tegen het afsteken van vuurwerk.
Wanneer lokale bestuurders er inderdaad voor kiezen om een vuurwerkshow te organiseren, dan blijven er natuurlijk nog bezwaren. Want voor het milieu maakt het niet uit of de kruitdampen nu door een particulier of door de overheid worden veroorzaakt. Maar vanuit het oogpunt van veiligheid en overlast zou dit een stap vooruit zijn. Daarover geen misverstand. Al kan men zich ook afvragen of het overheidgeld niet beter besteed kan worden, bijvoorbeeld aan de ondersteuning van mensen die nauwelijks rond kunnen komen.
De uitspraak van de Raad van State is een stap in de goede richting. Maar het einddoel is nog niet bereikt. De eindstreep is dat er een oudjaar komt waarbij geen knal wordt gehoord. Want het blijft bizar dat enkele duizenden kilometers in zuidoostelijke richting mensen dag in dag uit geteisterd worden door knallen en dreunen van oorlogsgeweld, terwijl men in een landje aan de Noordzee voor het genot vuurwerkknallen laat horen. Een stil oudjaar behoeft niet minder gezellig te zijn, maar biedt wel meer ruimte tot bezinning.