Van Miltenburg wilde vlammen, maar kon dat niet
DEN HAAG. Schutterend, nerveus en zonder merkbaar overwicht; zo zat VVD-Tweede Kamerlid Van Miltenburg sinds september 2012 de vergaderingen van de Tweede Kamer voor. Het woensdag gepresenteerde Oostingrapport over de Teevendeal was de spreekwoordelijke druppel; zaterdag trad ze af.
„Ik heb strikt vertrouwelijke afspraken gerespecteerd en vind dat ik zorgvuldig heb gehandeld.” Met die woorden richtte Van Miltenburg zich zaterdag in de Oude Zaal van de Tweede Kamer tot de pers.
In de week daarvoor was ze zwaar onder vuur komen te liggen, nadat de voormalige Nationale Ombudsman Oosting in de Tweede Kamer zijn rapport over de Teevendeal presenteerde. Daarin staat dat Van Miltenburg een klokkenluidersbrief door de versnipperaar haalde in plaats van deze vertrouwelijk door te geleiden, bijvoorbeeld naar Oostings commissie. „Nogal onhandig”, luidde woensdag Oostings vernietigende commentaar op dat besluit.
Een voorzitter met allure en gezag zou de uitbrander misschien nog hebben overleefd, maar uitgerekend daar wrong de schoen. Gezag heeft Van Miltenburg nooit gehad en het vertrouwen van een Kamermeerderheid in haar optreden was al tot een dieptepunt gedaald. Van Miltenburg wankelde, Oostings uithaal moet als het laatste zetje worden gezien.
Dat het broeide, bleek al in december 2013 toen acht fractievoorzitters zich in de Volkskrant anoniem uiterst laatdunkend over Van Miltenburg uitlieten. Elk groot debat dat daarna volgde leek hun gelijk alleen maar meer te bevestigen. Telkens als het erom spande, schoot zij in een kramp en verloor ze de regie. Wanneer Kamerleden haar onzichtbaarheid en gebrek aan regie verweten, luidde haar verweer steevast dat zij vastzat aan het ordereglement van de Tweede Kamer, dat haar rol zou inperken op een nogal rigoureuze manier.
Op 14 oktober dit jaar werd het zelfs fractievoorzitter Zijlstra van haar eigen VVD te machtig, in een debat over de plannen van het kabinet om de voorzieningen voor asielzoekers met een tijdelijke verblijfsvergunning te versoberen. Van Miltenburg kapittelde CDA-leider Buma omdat hij de PVV-fractie „een nepfractie” noemde, maar toen PVV-leider Wilders zijn collega Pechtold van de D66 omschreef als „een grote nul” greep zij niet in. „Als u CDA-leider Buma aanspreekt op zijn taalgebruik, moet u dat ook bij de heer Wilders doen”, wees Zijlstra haar opzichtig terecht.
Het lekken van gevoelige en schadelijke informatie over haar nam de afgelopen weken groteske vormen aan. Zelfs het presidium, het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer, bleek een onveilige werkomgeving te zijn geworden. Op basis van sms-berichten vanuit dit bestuurlijk gremium onthulde NRC op 15 oktober dat Van Miltenburg een vergadering van dit presidium ijlings afhamerde, uitgerekend toen haar functioneren als agendapunt aan de orde kwam.
Over die dolksteek repte Van Miltenburg in haar afscheidsspeech met geen woord. Zij beperkte zich tot een hoffelijk: „Mijn collega-Kamerleden ben ik dankbaar! Zij hebben mij de kans en het vertrouwen gegeven om hun voorzitter te mogen zijn.”