Opinie

Onderzoek naar moord Oranje levert wel degelijk nieuwe inzichten op

Het recente onderzoek naar de moord op Willem van Oranje heeft wel degelijk verschillende nieuwe, belangwekkende inzichten opgeleverd, betoogt Peter Hofland.

Peter Hofland
13 November 2015 20:06Gewijzigd op 15 November 2020 23:20
beeld Rijksmuseum Amsterdam
beeld Rijksmuseum Amsterdam

In het verslag van de Nassaulezing in Breda over de moord op Willem van Oranje (RD 4-11) wordt de conclusie getrokken dat de uitkomsten van dit jarenlange onderzoek naar de moord „oud en omstreden zijn.” Dat is grotendeels een onterechte conclusie. Het recente onder­zoek heeft op meerdere punten verrassende resultaten opgeleverd én de historische discussie die erop volgde is belangrijk geweest: het leidde tot waardevolle nuanceringen en een betrouwbaarder geschiedbeeld.

Wat gebeurde er nu precies op die 10e juli 1584? Tot het recente onderzoek van 2012 konden specialisten op een aantal vragen geen afdoende opheldering geven. Een van die vragen was waarom de kogelgaten zo laag in de muur zitten; maar ook of het wel echt de gaten van de aanslag zijn en –eveneens veelgevraagd– waar de prins en de moordenaar, Balthasar Gerards, nu precies hebben gestaan op het fatale moment.

Om met dit laatste te beginnen. Volgens de auteur van het artikel wijkt de conclusie van de onderzoekers „niet bijzonder af van de vele tekeningen die ervan gemaakt zijn.” Helaas, dat is een oude misvatting. Nagenoeg alle afbeeldingen zijn voorzien van een of meer fantasieaspecten.

Nemen we het bij dit artikel afgedrukte plaatje als voorbeeld. Hier staat Willem van Oranje op de trap en Balthasar Gerards vuurt zijn kogel recht vooruit, zelfs iets omhoog richting de prins. Fantasie alom, vooral omdat de entourage volledig is vergeten. De moordenaar en zijn slachtoffer staan alleen in de ruimte, terwijl het in werkelijkheid een drukte van belang was.

Op de 10e juli stond tussen Balthasar Gerards en de prins een jonge page, een hofjonker. In de nabijheid van de prins liep zijn stalmeester en al wat verder (op de trap) zijn vrouw Louise de Coligny, de zuster van Oranje en enkele van zijn kinderen.

In de buurt van de moordenaar en zijn slachtoffer stonden (in opperste staat van verwarring uiteraard) twee hellebaardiers; zij hadden de prins moeten beschermen tegen de aanslag, maar ook zij waren compleet overrompeld door het gebeuren.

De conclusie van de onder­zoekers dat Balthasar Gerards en Willem van Oranje wat meer in de hal hebben gestaan op het moment van de aanslag (en niet voor of op de trap) is een nieuw en belangrijk gegeven. Dit aspect werd door computersimulaties bevestigd.

De page in de hal was er ook de oorzaak van dat de kogelgaten tamelijk laag in de muur terecht zijn gekomen: hij stond namelijk tussen de moordenaar en het slachtoffer in en Balthasar Gerards moest min of meer over diens hoofd schieten om de prins te raken, met geheven arm en het radslotpistool enigszins schuin naar beneden.

Nieuw in het verhaal van de moord is ook het relaas van de derde kogel. Weliswaar is altijd bekend geweest dat Balthasar Gerards drie kogels afvuurde –ook dit feit komt in varianten voor in de geschiedenisboeken, zoals drie schoten en niet één schot met drie kogels onmiddellijk achter elkaar– maar in de muur van het museum zitten slechts twee gaten. Op grond van een zeer degelijk bouwhistorisch onderzoek bleek in 2012 dat er vlak naast de trap een deurpost heeft gezeten, waarin de derde kogel is terechtgekomen. Bij een verbouwing in de 18e eeuw is de deur met het relict van de moord helaas verdwenen. Het is wat flauw om in dit verband dan te zeggen, zoals in het artikel gebeurt, dat het geen nieuws is dat de moordlocatie later verbouwd is.

Uit het bouwhistorisch onderzoek bleek verder dat het gedeelte van de muur waarin de kogel­gaten zitten authentiek is en dateert uit de periode vóór de moord (dat geldt niet voor andere delen van deze muur).

Als klap op de vuurpijl leverde het grondige historische onderzoek nog een grote verrassing op. Het bleek namelijk dat de officiële eet- en ontvangstzaal van Willem van Oranje –en daarmee de plek waar hij vandaan kwam op de 10e juli– een geheel andere was dan altijd is gedacht. Bij de inrichting van het Prinsenhof tot museum in de 19e eeuw heeft een archivaris de verkeerde ruimte aangewezen als eet- en ontvangstzaal van de prins. De prins nam dan ook een andere route gedurende zijn laatste momenten. Het wijkt af van wat altijd is gedacht én verteld aan de vele bezoekers.

Het presenteren van de resultaten van het moordonderzoek op de Vader des Vaderlands in 2012 heeft ook geleid tot nieuwe gedachtevorming over het gebeu­­ren op die dag. Het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis leverde daar een belangrijke bijdrage aan. Het heeft betoogd –mijns inziens overtuigend– dat de inwendige verwondingen bij de prins weliswaar zeer ernstig waren, maar niet dusdanig dat hij niet meer in staat zou zijn geweest om laatste woorden uit te spreken: „Mijn God, heb medelijden met mij en met dit arme volk.” Nog dezelfde dag van de moord zijn die laatste woorden in meerdere verslagen op schrift gememoreerd.

Er is door sceptici opgeworpen dat die laatste woorden de uitkomst waren van een bedachte toeschrijving door familie, een spindoctor of bestuurders. De bronnen geven daar echter geen aanleiding toe en het is moeilijk voorstelbaar dat de woorden in de chaotische uren na de moord zijn bedacht. Een historicus heeft bovendien opgemerkt dat zulke zaken in het Holland van de 16e eeuw nimmer geheim bleven en Oranje zich in eerdere gevallen op vergelijkbare wijze heeft uitgelaten. Maar zekerheid over die laatste woorden van de prins zal wel nooit worden verkregen.

Concluderend mag duidelijk zijn dat het recente onderzoek naar de moord verschillende nieuwe, belangwekkende inzichten heeft opgeleverd. Wat mij betreft geen feiten die het noodzakelijk maken om geschiedenisboeken te herschrijven, maar wel historische verduidelijkingen die het verhaal en de details over de moord nauwkeuriger en begrijpelijker hebben gemaakt.

De auteur is Oranjedeskundige en was als intern projectleider betrokken bij het moord­onderzoek naar Willem van Oranje.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer