„Commissie moet kwestie Stiekem snel ophelderen”
DEN HAAG (ANP). De commissie die onderzoek gaat doen naar het lek uit de Commissie Stiekem, moet nagaan of er „genoegzame gronden voor vervolging” bestaan. Ze moet daarom alle bescheiden, inlichtingen en bewijzen opsporen, die tot opheldering leiden.
De commissie brengt dan verslag uit aan de Kamer. Die beraadslaagt vervolgens of ze de procureur-generaal bij de Hoge Raad opdracht verleent om tot vervolging over te gaan. De Tweede Kamer moet uiterlijk 3 februari 2016 een besluit nemen of er voldoende grond voor vervolging is. Dat staat in een brief van het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer. Gaat men over die datum heen, dan wordt de zaak als verworpen beschouwd.
Het moet snel. „ Het is van belang om de betrouwbaarheid en goede naam van de volksvertegenwoordiging snel te zuiveren”, aldus het bestuur.
De commissie krijgt de bevoegdheden die ook gelden voor een parlementaire enquêtecommissie. Iedere getuige moet dus komen en kan onder ede worden verhoord.
Het dagelijks bestuur ofwel presidium verzoekt een aantal partijen een lid voor de commissie af te vaardigen. „Gelet op het karakter van het onderzoek verdient het de voorkeur dat de voor te dragen leden een juridische achtergrond hebben.”
De Kamer moet bij haar beslissing „het recht, de billijkheid, de zedelijkheid en het staatsbelang” in ogenschouw nemen. Maar de Kamer moet eerst nog stemmen over het instellen van een onderzoekscommissie en het bestuur hoopt dat dat komende dinsdag al gebeurt.
Het presidium had een kluif aan de brief aan de Kamer. Het moest het in dit geval doen met wetgeving uit 1855 „ en verouderde terminologie en bepalingen die niet meer altijd aansluiten bij de huidige praktijk en indeling van de Tweede Kamer.”
De unieke zaak deed het Binnenhof deze week op de grondvesten schudden. In het rapport dat de Rijksrecherche over de kwestie opstelde, wordt overigens volgens de NOS geen van de fractievoorzitters als verantwoordelijke voor het lek aangewezen. Zij zijn als enigen lid van Stiekem. Er zijn vooral aanwijzingen en indirect bewijs, afgeleid uit telefoongegevens.