De Thaise politie gaat ervan uit dat de steigers waar toeristen aan boord gaan het eigenlijke doelwit waren. Ook de aanslag van maandag gebeurde op een plaats waar veel buitenlandse bezoekers komen: het Erawan-altaar, dat pal voor het gelijknamige hotel staat. Onder de doden en gewonden waren bezoekers uit China, Maleisië, Indonesië, de Filipijnen, Singapore, Indonesië en Taiwan.

Op bewakingsbeelden, die al snel opdoken in Thaise media, was te zien dat het water uit de rivier dinsdag meters omhoog werd gestuwd door de ontploffing. Toch had die mogelijk nog krachtiger gekund. Volgens omroep TPBS vonden explosievenexperts een groot deel van de bom terug dat niet uit elkaar was gespat. Net als maandag ging het om een zogeheten pijpbom, een metalen buis gevuld met explosief materiaal. Als zo’n bom afgaat, worden stukjes metaal door de lucht geslingerd.

Hoewel de autoriteiten nog gissen naar het motief voor de aanvallen, hebben ze wel een verdachte op het oog van de aanslag van maandag. Een jongeman in een geel shirt is gefilmd door bewakingscamera’s. Op de vrijgegeven beelden is te zien dat de man met een rugzak gaat zitten op een bankje bij het altaar. Hij doet de rugzak af en loopt even later weg, kijkend naar zijn telefoon.

Premier Prayuth Chan-ocha zei dat de identiteit van de verdachte nog onbekend is, net als zijn beweegreden. „Het kan gaan om politieke of internationale problemen. Ik heb nog niets uitgesloten. Er zijn conflicten binnen de politiek. Maar wie heeft het gedaan, kan jij het mij vertellen?”, aldus de premier tegen verslaggevers.

Thailand heeft vaker te maken met grof geweld, maar doorgaans alleen in het opstandige zuiden van het land, waar islamitische rebellen zich al jaren verzetten tegen het boeddhistische gezag. Het leger acht het echter onwaarschijnlijk dat zij achter de aanslagen in Bangkok zitten. Niemand heeft zich nog gemeld om de verantwoordelijkheid ervoor op te eisen.