Af en toe een ree, een paar hazen, koeien in een weiland. Op de meeste schilderijen van biologieleraar Elwin van der Kolk staan echter vogels. „Wauw, dit wil ik vastleggen.”
Het lijkt zo’n simpel bruin vogeltje, zegt de vogelschilder uit Bennekom. De mus. „Toch heb ik nog maar weinig goede mussenschilderijen gezien. De mus is heel moeilijk in beeld te vangen. Die schakeringen, bruin is niet alleen maar bruin. De vogel heeft ook karakter. Zoals de mus ’s zomers tsjilpt, met het staartje omhoog, de vleugels een beetje afhangend.”
Elwin van der Kolk (43) is de ‘huistekenaar’ van Vogelbescherming Nederland. hij illustreert onder andere uitgaven van natuuruitgeverij KNNV. Foto’s en videobeelden helpen hem bij het vervaardigen van de „vogelplaatjes.” Zijn schilderijen in acrylverf, gemiddeld zo’n vijftien per jaar, die hij in binnen- en buitenland exposeert, stoelen daarentegen op eigen waarneming. „Ik schilder wat ik buiten tegenkom, dat zijn nu eenmaal vooral vogels. En planten en bloemen. Een mooie berm schilder ik ook graag, dan zoek ik zelf een vogel uit die daar goed in past. Onlangs zag ik herten op de Hoge Veluwe, daar komen ook een paar schilderijen van. Ik schilder iets waarvan ik onder de indruk ben: Wauw, dit wil ik vastleggen.”
Variëteit
De belangstelling voor vogels kreeg Van der Kolk met de paplepel ingegeven, thuis in Moerkapelle. „Mijn vader was bij de natuurwacht in het gebied Rottemeren bij Bleiswijk. Hij ging vaak op excursie, ik ging mee. Ik hoorde dan niet: „Kijk, een vogel”, maar: „Kijk, een merel”, „kijk, een pimpelmees.” Zo leerde ik als vanzelf de vogelsoorten kennen.”
Overal heeft Van der Kolk nu oog voor vogels. „In de tuin, in het dorp bij het boodschappen doen, in een natuurgebied.” Hij ziet niet, zoals een oppervlakkige kijker, enkel huismussen. „Maar als ik de rest van mijn leven alleen mussen moest schilderen, zou ik het niet erg vinden. ’t Zijn zulke fascinerende beesten. Heel afwisselend, de lichtval, elk jaargetijde een iets andere verentooi. In de winter zijn mussen dik, ’s zomers slank. Echt een mus goed weergeven zoals-ie is, is me nog steeds niet helemaal gelukt.”
Vogels blijven Van der Kolk boeien. „Het is de variëteit, die het hele jaar door wisselt. Zomergasten, wintergasten. De aaibaarheid speelt mee. Vlinders en insecten kunnen ook prachtig zijn, maar vogels tonen emotie en gedrag, ze zingen.”
Dimensies
De Bennekomse kunstenaar schildert natuurgetrouw. „Ik moet een vogel zelf gezien hebben, anders kan ik die niet goed schilderen en is het ook niet leuk om aan te werken. Volgens mij zie je het ook aan het schilderij, in dingen die niet kloppen. Er moet een waarneming in je hoofd zitten. Dat plaatje is perfect. Wat er uitrolt is echter nooit precies wat je zag.” Dat heeft te maken met de complexiteit van de natuur, probeerde Van der Kolk in een eerder interview te verklaren. „Iets met drie dimensies, wat je beleefd hebt met vier of vijf zintuigen, kun je niet reduceren tot een tweedimensionaal beeld dat je vervolgens met één zintuig kunt waarnemen.”
Van der Kolk heeft zich de jaren door in de schilderkunst ontwikkeld. „De schilderijen zijn nu accurater, levensechter, met betere verhoudingen.” Hij let ook meer op compositie. „Vroeger schilderde ik vaak een vogel op een takje, midden op het doek. Weinig spannend, je bent er snel op uitgekeken.” Nu doet hij meer aan ”wildlife art”, kunst met in het wild levende dieren als thema.
Van der Kolk wijst op een paar schilderijen in zijn atelier. „In dat bloemenveld op de voorgrond bij die kluut staan drie orchideeën, niet vier. Een oneven aantal vogels is ook mooier, drie of vijf, geen vier. De vogel staat meestal niet meer letterlijk centraal. Die kokmeeuw loopt het beeld uit, het oog gaat naar de zonsondergang die in het water wordt weerspiegeld. Deze zilvermeeuw staat wel in het midden, maar met uitslaande vleugels. Net een standbeeld. Dat vond ik dan wel weer goed werken.”
Medeschepselen
Van de flora weet Van der Kolk ook veel. Hij volgde een opleiding als vegetatiekundige en is nu drie dagen in de week docent biologie aan het Ichthus College in Veenendaal. De combinatie met het leraarschap bevalt hem. „Schilderen is een vrij eenzaam beroep. Je moet veel discipline hebben om de hele week geconcentreerd te werken. Het lesgeven geeft een basisinkomen. Als ik alleen van het schilderen moest bestaan was de valkuil groot om vooral musjes, ijsvogeltjes en roodborstjes te schilderen, die verkopen goed. Ik kan nu ook eens een meeuw schilderen, al ligt die wellicht minder goed in de markt.”
De Bennekommer vindt het mooi dat hij met zijn illustraties bijdraagt aan de herkenning van vogels. „In deze tijd van mobieltjes en computerschermen weet menigeen niet meer welke vogels er in onze tuinen voorkomen. Wie de namen niet kent, weet ook niet wat hij moet beschermen, of ze in aantal achteruitgaan of zelfs uitsterven. God maakte alles met zo veel zorg, eigenlijk zou elke christen vogelaar moeten zijn. Of in ieder geval geïnteresseerd in de natuur, in onze medeschepselen.”
Bij de besten ter wereld
Elwin van der Kolk mag zich rekenen tot de beste dierenschilders ter wereld. De prestigieuze Society of Animal Artists in de Verenigde Staten heeft hem, na beoordeling van vijf ingezonden schilderijen, toegelaten als lid. De Bennekommer kan nu werk tentoonstellen op exposities van het genootschap, waarvan nog drie andere Nederlanders lid zijn.
Internationaal was Van der Kolk al doorgebroken. Voor de zesde keer neemt hij deel aan de gerenommeerde jaarlijkse vogelkunsttentoonstelling Birds in Art. Een jury koos uit 900 inzendingen de beste 100 werken voor de expositie in september in Wisconsin.