Kerk & religie

Franse kerkdeur blijft gewoon open

Franse christenen weigeren zich te laten intimideren door geplande aanslagen op kerken. „Met angst spelen we de terroristen in de kaart.”

Mark Wallet

18 May 2015 13:06Gewijzigd op 15 November 2020 19:00
Verwanten brengen de laatste eer aan Aurélie Châtelain, een 32-jarige vrouw die op 19 april in Villejuif werd vermoord.
Verwanten brengen de laatste eer aan Aurélie Châtelain, een 32-jarige vrouw die op 19 april in Villejuif werd vermoord.

Het is een rustige namiddag als pater Philippe Louveau samen met de koster de kerk opruimt na een uitvaartmis. Hij heeft net zijn kazuifel uitgetrokken en toont zich nu in een lichtgrijze trui, waarover hij een houten kruisje draagt. In een kapel terzijde van het altaar maken een paar vrouwen zich op voor een gebedsbijeenkomst. Ze steken kaarsjes aan, zingen zachtjes.

Het had geen haar gescheeld of deze kerk, de Saint-Cyr-et-Sainte-Julitte in de Parijse voorstad Villejuif, was op zondag 19 april doelwit van een terroristische aanslag geweest. Op een gemiddelde zondagmorgen zitten er 300 mensen, waarmee de terreurdaad makkelijk op een bloedbad uit hadden kunnen lopen.

Of de pastor de schrik nog in zijn benen heeft? Louveau neemt plaats op een stoel achter in de kerk en schudt resoluut zijn hoofd. „Dat is wat ze willen, hè: dat we angstig worden. Maar daar weigeren we aan toe te geven. We hebben daarom als kerkgemeenschap geen extra maatregelen getroffen voor de veiligheid. De kerk moet een open huis zijn, dus de deuren gaan niet in het slot en we gaan ook niet de tassen van de kerkgangers controleren.”

Hij zegt bij zijn parochianen evenmin grote angst te signaleren. „Ik hoor wel van een zekere ongerustheid, maar ik constateer dat de zondagse kerkgang niet is teruggelopen. Ik weet van één vrouw die niet meer durft te komen en zelfs de doop van haar kind terugdraaide. Zij gaat echter ook niet meer naar de supermarkt.”

De gedrongen geestelijke wijst naar een poster in de hal van de kerk, waarop een bijeenkomst staat aangekondigd voor een gespreksavond tussen christenen, moslims en Joden over religie en geweld. „Wat de terroristen willen is dat gemeenschappen uiteen worden gedreven, maar het tegendeel is hier het geval. We worden juist naar elkaar toegedreven.”

Hij vertelt dat de kerk een „groot aantal” steunbetuigingen heeft gekregen vanuit de grote moslimgemeenschap van Villejuif. In zijn brievenbus belandde bovendien een briefje van een man met een Joods-Tunesische vader en een Algerijnse moeder. Daarin stond: „Ik ben atheïst, maar ik voel me nu diep katholiek. De haat mag niet overwinnen.” „Mooi toch”, glimlacht Louveau.

De politie staat sinds 26 april tijdens de zondagse diensten met een auto voor de deur. Louveau haalt er zijn schouders over op. „Dat werkt misschien psychologisch”, zegt hij. „Maar als terroristen kwaad willen, doen ze dat toch wel. De redactie van Charlie Hebdo werd ook bewaakt.” Bij de aanval op Charlie Hebdo, 7 januari, was de posterende agent een van de dodelijke slachtoffers.

Moord

De verijdelde aanslag op de kerk in Villejuif was de eerste aanwijzing in Europa dat ook kerken daadwerkelijk doelwit van moslimradicalen zijn. Reden waarom de Franse regering de zaak hoog opnam. Een aanslag op een kerk zou een aanslag op een „symbool van de Franse natie” zijn, verklaarde premier Manuel Valls.

Tegelijk maakten de autoriteiten duidelijk dat het onmogelijk is alle kerken in Frankrijk te gaan bewaken. Sinds januari staan alle 717 synagogen en Joodse scholen in het land permanent onder bewaking, maar zulke maatregelen zijn volstrekt ondoenlijk voor de meer dan 45.000 kerken en kerkelijke gebouwen die Frankrijk telt.

Bij het voorkomen van aanslagen zijn kerken dus vooral aangewezen op het werk van de inlichtingendiensten. En juist daarover rezen vragen na de onderschepte aanslag in Villejuif. Dat er hier geen bloedbad plaatsvond, kwam namelijk eerder door klungeligheid van de terrorist dan door preventief speurwerk van de autoriteiten.

De zaak kwam aan het rollen toen een 24-jarige Parijzenaar van Algerijnse komaf, Sid Ahmed Ghlam, op 19 april de hulpdiensten belde omdat hij ernstig gewond was aan zijn dij. Hij vertelde dat hij zich per ongeluk met een wapen in het been had geschoten.

De man gedroeg zich dermate verdacht dat de hulpdiensten besloten om de politie te informeren. Dat bleek een gouden zet. De autoriteiten vermoedden al snel dat Ghlam meer op zijn kerfstok had en brachten hem in verband met een moord die kort daarvoor was gepleegd in Villejuif op een 32-jarige Française, Aurélie Châtelain.

De vrouw was dood aangetroffen in haar uitgebrande Renault: een kogel door het hart. Bij de auto werden DNA-sporen van Ghlam gevonden. Châtelain, moeder van een 5-jarig dochtertje, was de dag ervoor voor een cursus gearriveerd in Villejuif.

Het lijkt erop dat ze slachtoffer is geweest van een fout gelopen carjacking, waarbij Ghlam meer tegenstand kreeg dan verwacht. De politie vond in de nabij geparkeerde auto van de terrorist onder meer een geladen kalasjnikov, een 9 mm-revolver en handgeschreven informatie over de locatie van de Saint-Cyr-et-Sainte-Julitte en een andere kerk in de stad, de Sainte Thérèse. Later vond de politie in zijn appartement nog meer wapens en belastend materiaal, alsook Arabische documenten over al-Qaida en IS.

Ghlam bleek al op de radar van de Franse inlichtingendiensten te staan als potentiële Syriëganger. Hij werd gevolgd, maar er waren geen aanwijzingen dat hij van zins was terreurdaden op Franse bodem te plegen.

Verontrustend was intussen dat Ghlam rond ‘Villejuif’ niet alleen leek te handelen. „Alles wijst erop dat deze aanslag was voorbereid met iemand die in Syrië zit”, meldde premier Valls op de Franse radio. Het zou kunnen betekenen dat christelijke doelen in Europa duidelijker in het vizier van de terreurgroep Islamitische Staat zijn gekomen.

Dreigingsniveau

Frankrijk staat al maanden op scherp om terreuraanslagen te voorkomen. In het land zijn sinds de aanslagen op de redactie van Charlie Hebdo en een Joodse supermarkt in Parijs nog ten minste vijf aanslagen verijdeld. Dat is veel. „Frankrijk heeft, net als andere landen, met een terreurdreiging te maken die zowel wat betreft aard als omvang ongekend is”, zei Valls eind vorige maand.

Het hoge dreigingsniveau is in Parijs vooral zichtbaar door de veiligheidsmaatregelen rond toeristische trekpleisters als de Notre Dame en de Eiffeltoren. Er surveilleren agenten en soldaten in kogelwerende vesten en met zware wapens over de schouders. Kort na de aanslagen op Charlie Hebdo zette de regering in het hele land 10.000 extra militairen in, boven op de bijna 5000 politie- en veiligheidsagenten die al op de been waren.

Het geval van Villejuif maakt nu echter juist duidelijk dat aanslagen overal plaats kunnen vinden. Villejuif is bepaald geen in het oog springende plaats. De Saint-Cyr-et-Sainte-Julitte is een doorsnee parochiekerk, aan een rustig pleintje dat mede wordt begrensd door een typisch Frans stadhuis. Midden op het plein staat een monument voor de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog.

Pater Louveau heeft dan ook geen idee waarom Ghlam nu juist zijn kerk in het vizier had. „Misschien omdat die in Villejuif staat”, probeert hij, verwijzend naar de betekenis van de naam: stad van de Joden. „Je weet niet wat er in zulke verwarde hoofden omgaat. Ik kan er alleen maar naar gissen.”

Islamfascisme

De geestelijke wil zich niet laten meevoeren in de algehele verharding van het debat over integratie en terrorisme in de Franse samenleving. Sommigen reppen van een op handen zijnde Derde Wereldoorlog tegen de Joods-christelijke beschaving. Parlementariër Christian Estrosi van de centrumrechtse UMP-partij sprak in een televisie-interview van een „islamfascisme” dat doordringt in de haarvaten van de Franse samenleving. Het zijn zinsneden die vanouds meer in het discours van het uiterst rechtse Front National van de familie Le Pen thuishoren dan bij de gevestigde partijen.

Het is taal die niet aan Louveau is besteed. „De enige reactie van christenen op de dreiging moet zijn dat we meer liefde geven”, zegt hij. Hij weigert zich bovendien in een slachtofferrol te laten drukken. „Kijk eens naar de christenen in het Midden-Oosten. Dat is nog wel iets anders, hoe zij worden bedreigd. In Frankrijk zijn we bovendien zeker niet het enige doelwit: dat zijn Joden of koptische christenen nog meer dan wij rooms-katholieken.”

Bij de uitgang van de kerk draalt de pater nog even. „Je bent zeker niet alleen hiervoor naar Frankrijk gekomen”, wil hij weten. „We moeten het namelijk niet te groot maken.” Met kwieke tred loopt hij even later het plein voor de kerk over.


Meer bevoegdheden voor Franse inlichtingendiensten

Het Franse parlement stemde vorige week met grote meerderheid in met een wetsvoorstel dat de inlichtingendiensten meer bevoegdheden geeft om terreurverdachten te volgen.

De wet maakt het de inlichtingendiensten eenvoudiger om telefoons af te tappen of om iemands locatie te achterhalen via zijn mobieltje. Ook krijgen de diensten meer vrijheden om in het geheim foto’s te maken en mailverkeer te onderscheppen. Maar liefst 438 leden van het parlement stemden voor het wetsvoorstel, 86 tegen en 42 onthielden zich van stemming. Het voorstel moet nu nog door de Senaat.

Premier Manuel Valls maakte daags voor de stemming de geesten rijp voor zijn voorstel door te verwijzen naar de geplande aanslag op de Saint-Cyr-et-Sainte-Julitte in Villejuif. De verdachte had beter gevolgd kunnen worden als de diensten meer bevoegdheden hadden gehad, zei hij op de radio.

Ondanks de massale steun in het Franse parlement leeft er ook scepsis over de nieuwe wet onder de bevolking. Tegenstanders vrezen een soort Amerikaanse Patriot Act, de strenge antiterreurwetgeving die de Verenigde Staten na 9/11 invoerden. Dat leidde onder meer tot de excessen bij inlichtingendienst NSA die klokkenluider Edward Snowden aan het licht bracht.

De kritiek komt niet alleen van activisten voor privacy en vrijheid op internet, maar ook van ondernemers, communisten en juristen. Ze hebben er geen vertrouwen in dat een nieuw, onafhankelijk orgaan voor het toezicht op de inlichtingendiensten in de praktijk veel in de melk te brokkelen zal hebben.

De nieuwe wet komt in de plaats van de antiterreurwet uit 1991, die volgens Valls verouderd is, omdat hij stamt uit een tijd dat er nog geen internet en mobiele telefoons bestonden.

Tegelijk is voor veel Fransen duidelijk dat terreur niet alleen met politie- en inlichtingendiensten voorkomen kan worden. De strijd begint al veel eerder: op scholen, maar ook in gevangenissen, die een broedplaats voor radicalisering zijn. De hervorming van het breed bekritiseerde Franse gevangeniswezen is in de Franse politiek echter een heet hangijzer.


Bisschop: Christus heeft alle haat gedood

Bisschop Michel Santier van het bisdom Créteil en Val-de-Marne, waaronder Villejuif valt, riep zijn schapen kort na de onderschepte terreurdaad op zich niet door angst te laten leiden. „Onze kerken moeten open blijven!” schreef hij in een verklaring.

Hij stelde christenen in het Midden-Oosten ten voorbeeld omdat zij ondanks alles „hun geloof in een God van liefde blijven uitdragen.”

Volgens de bisschop kan de verdediging van de kerk tegen de terreur niet met wapens worden gevoerd, noch met „een psychose.” „Aan het kruis heeft Christus alle haat gedood en Hij heeft ons tot boodschappers van de vrede gemaakt.” De bisschop spoorde de gelovigen dan ook aan massaal naar de kerk te blijven komen en verbinding te zoeken met andersgelovige burgers.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer