Amy-Jill Levine bestrijdt christelijke én Joodse misvattingen: „Het Nieuwe Testament maakt mij een betere Jood”
Met ”Het Nieuwe Testament met Joodse toelichtingen” (NTJT) hoopt de Amerikaans-Joodse hoogleraar Amy-Jill Levine christelijke én Joodse misverstanden weg te nemen. „Als je de zonde van je naaste niet corrigeert, heb je deel aan zijn zonde.”
„Volgens een rabbijns gezegde is het niet jouw plicht om een taak af te maken”, zegt Amy-Jill Levine in het dienstencentrum van de Protestantse Kerk in Nederland, ter gelegenheid van de Nederlandse vertaling van het NTJT. „Je kunt nooit alles begrijpen. Maar je bent ook niet vrij om van je taak af te zien. Doe het werk zo goed als je kunt.”
Met het 934 bladzijden tellende boek, een project van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap, probeert Levine invulling te geven aan die taak. Dat was twintig jaar geleden ondenkbaar geweest, vermoedt de hoogleraar Joodse studies en Nieuwe Testament aan de Hartford International University for Religion and Peace in Connecticut, VS. „Er waren destijds te weinig Joden met kennis van zaken en het was lastig om hen mee te laten werken aan Nieuwtestamentische studies. Daarbij denk ik dat weinig christenen wilden weten wat Joden over het Nieuwe Testament hebben te zeggen.”
Vanwaar die interesse in het Nieuwe Testament?
„Ik groeide op in een buurt die bijna volledig rooms-katholiek was. Mijn ouders vertelden me dat de rooms-katholieke religie veel op het jodendom lijkt: we aanbidden dezelfde God. Maar eens zei een klein meisje uit mijn klas: „Jij hebt onze Heere vermoord; dat zei onze priester.” Huilend kwam ik thuis. Ik kon niet begrijpen dat christenen zulke vreselijke dingen over mij zeiden en ik wilde uitzoeken hoe dat kwam.
„Ik vind dat Jezus verstandige dingen te zeggen had over ethische zaken en theologie” - Amy-Jill Levine, hoogleraar Joodse studies en Nieuwe Testament
Ik wilde catechisatielessen volgen bij de Rooms-Katholieke Kerk. Mijn moeder zei tegen me: „Als je maar onthoudt dat je een Jood bent, mag je gaan. Misschien steek je er wat van op. Het is goed om te leren van andere tradities.” Toen werd ik verliefd op de verhalen van het Nieuwe Testament.
Ik word een betere Jood als ik het Nieuwe Testament beter bestudeer. Het doet me denken aan mijn eigen traditie. Ik vind dat Jezus verstandige dingen te zeggen had over ethische zaken en theologie.”
U bent bij christenen verschillende onjuiste denkbeelden tegengekomen.
„Ja. Er leven veel misvattingen onder christenen. Onder andere dat alle Joden uit de eerste eeuw hoopten op een messias die de Romeinse bezetters uit de weg zou ruimen, maar Jezus verwierpen omdat Hij opriep om je vijand lief te hebben. De eerste-eeuwse messiasverwachting was niet eenduidig. De reden dat de Joden Jezus als Messias verwierpen, was dat Hij volgens hen niet het Messiaanse tijdperk van vrede bracht.
Sommige liberale christenen lijken te denken dat Jezus het feminisme uitgevonden heeft. Alsof het eerste-eeuwse Jodendom vergelijkbaar was met de taliban en Jezus daartegen ingaat. Dat is niet waar. Joodse vrouwen hadden toegang tot hun eigen middelen. Zij hadden hun eigen huizen en hadden de vrijheid om zelf te reizen. En als Jezus echt feministisch was, zou Hij zes vrouwen en zes mannen uitgekozen hebben als apostelen.
Een gezegde luidt: „Als je de zonde van je naaste niet corrigeert, heb je deel aan zijn zonde.” Het is mijn doel om dit soort misvattingen recht te zetten.”
Welke misvattingen had u zelf over het christendom?
„Niet veel, denk ik. Dat komt vooral door hoe ik werd onderwezen. Ik wist niet wat ik wel of juist níét moest geloven over het christendom. Toen ik de kerk bezocht en daar de verhalen hoorde, liep ik niet echt tegen misvattingen aan die gecorrigeerd moesten worden. Bij mij was het: ik heb dorst, geef me meer!
Eén misvatting had ik trouwens wel. Ik wist als kind niet dat er in het christendom zo’n verscheidenheid aan kerkverbanden en opvattingen was. In mijn studententijd vroeg een protestant of ik op zondag met haar mee wilde naar de kerk. Daar hing een groot kruis, zonder iemand eraan. Na de dienst vroeg ik: „Wat is er met het beeld van Jezus gebeurd?” Ze antwoordde: „Hij is opgestaan, daarom is het kruis leeg.”
Om het christendom te begrijpen, moest ik dus alle kerkverbanden begrijpen. Ik heb bij Vanderbilt University in Nashville gewerkt. Daar zaten soms studenten uit vijftig denominaties in de klas. Ik moest in staat zijn om hun te zeggen wat Calvijn, Luther of Wesley dachten.
„Paulus had weg kunnen lopen, maar koos ervoor om in de Joodse cultuur te blijven” - Amy-Jill Levine, hoogleraar Joodse studies en Nieuwe Testament
Bij geloofskwesties is er minder ruimte voor debat. Daardoor ontstaan steeds nieuwe denominaties. Want over ”de waarheid” valt niet te debatteren. Als iets waar is, dan is het waar, punt. Heb je een ander standpunt? Dan richt je een nieuwe kerk op.
Bij de Joden is het anders. Zij vormen een etnische groep. De farizeeën en sadduceeën waren het volkomen oneens met elkaar, maar bleven uiteindelijk toch Joden. Ze konden elkaar er niet uit gooien.”
Toch kwam er een scheiding tussen Joden en christenen.
„Op een gegeven moment wel, inderdaad. Maar Paulus heeft bijvoorbeeld nooit opgehouden een Jood te zijn. Hij werd gegeseld in de synagoge. Dat betekent dat de Joden nog steeds dachten dat hij een van hen was. Paulus had weg kunnen lopen, maar koos ervoor om in de Joodse cultuur te blijven.”
Wat willen jullie bereiken met het NTJT?
„We willen de Joden kennis laten maken met het Nieuwe Testament. Om de Joodse geschiedenis volledig te kunnen bestuderen, hebben we de christelijke bronnen nodig. We proberen Joodse lezers de logica uit te leggen van bepaalde theologische opvattingen. Joden begrijpen bijvoorbeeld de verschillende visies op het avondmaal niet: veranderen het brood en de wijn nu wel of niet in het lichaam en bloed van Christus? Onze taak is dan om uit te leggen welke discussies er spelen, zodat Joden beter het verband begrijpen tussen avondmaal en Pesach.
Ook willen we christenen de Joodse context van het Nieuwe Testament laten zien. En om de christelijke geschiedenis volledig te kunnen bestuderen, hebben christenen de Joodse bronnen nodig.
Het was niet onze bedoeling om christelijke dogma’s te ondermijnen. Sommige mensen beweren dat Petrus de zendbrief 2 Petrus niet heeft geschreven. Of als hij dat wel heeft gedaan, hij een Griekssprekende schrijver zijn taalgebruik heeft laten aanpassen. Maar we wilden de medewerkers niet laten zeggen: „Petrus heeft dit niet geschreven.” We respecteren dus ook conservatieve christenen die denken: als de brief aan Petrus wordt toegeschreven, dan heeft Petrus die geschreven.”
Sommigen zeggen dat de aantekeningen van het NTJT vaak nogal speculatief zijn.
„Sommige aantekeningen zijn opgenomen als een suggestie. In het commentaar op Johannes staat bijvoorbeeld dat de verandering van het water in wijn een zinspeling is op de cultus van Dionysus of Bacchus, de god van de wijn. Kan ik dat bewijzen? Nee, maar ik denk dat je zoiets in het academische debat prima kunt beweren.
Als dit inderdaad zo’n zinspeling is, doet Johannes iets wat Paulus ook doet: hij probeert de mensen uit Athene te bereiken door te verwijzen naar het altaar voor de onbekende God. Hij gebruikt een heidens voorbeeld om uit te leggen wie God is.”
„Net als Paulus heb ik een openbaring nodig om te geloven dat Jezus de Messias is” - Amy-Jill Levine, hoogleraar Joodse studies en Nieuwe Testament
En waar zou Paulus het met u over hebben?
„Hij zou weinig te bespreken hebben. Als Jood sta ik niet in zijn functieomschrijving. Paulus richtte zich tot de heidenen. Ik sta als Jood nog steeds in een verbond met God. Ik denk dat hij tegen mij zou zeggen: „Heb je God lief? Onderhoud je de wet zo goed als je kunt? Zo ja, dan kunnen we verder praten.”
Als Joden worstelen we met de Bijbeltekst, zoals Jakob worstelde aan de beek Jabbok. Op de Joodse school vroegen onze leraren ons: „Zou jij je kind offeren, net als Abraham?” De kinderen antwoordden: „Nooit!” Ik houd me dus bezig met de tekst, maar ik hoef het er niet altijd mee eens te zijn.”
Waarom niet?
„Waarom zou ik? Als ik het er altijd mee eens ben, zou dat mijn morele kompas verstoren. Ik zeg niet: „De Bijbel zegt het, daarom geloof ik het.” Maar ik wil weten wat de Bijbel exact te zeggen heeft. Er staan tegenover bepaalde teksten ook weer andere teksten. Het gaat om liefde tot God en je naaste. Alles moet daaraan getoetst worden.”
Hoe ziet u Jezus Christus?
„Conservatieve christenen begrijpen niet dat ik Christus niet aanbid. Maar alleen academische kennis is niet voldoende om ervoor te kiezen om te geloven. Net als in een relatie: je kunt er niet voor kiezen om lief te hebben. Je wórdt gewoon verliefd.
Ik heb een soort uitwendige relatie met het Nieuwe Testament. Het Johannesevangelie zegt dat je niet kunt komen, tenzij God je roept. Net als Paulus heb ik een openbaring nodig om te geloven dat Jezus de Messias is. Die roeping ervaar ik niet, omdat mijn hart gevuld is met mijn Joods-zijn. Ik wijs Hem niet af, maar ik ervaar geen uitnodiging.”
Het Nieuwe Testament met Joodse Toelichtingen, Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap; 934 blz.; € 65