Spotlight: Terug naar Gilead
”Lila” is het derde deel in Marilynne Robinsons indrukwekkende serie over het vergeten stadje Gilead. Deze keer kijken we door de ogen van de zwerfster Lila, die ongedacht de vrouw is geworden van de oude dominee John Ames en nu worstelt om haar oude en nieuwe leven met elkaar te verzoenen.
Tien jaar geleden begon ik een recensie met de zin: „”Gilead” van Marilynne Robinson is het mooiste boek dat ik sinds jaren gelezen heb.” Dat heb ik geweten: er kwamen veel reacties van lezers die onmiddellijk naar de boekhandel waren gesneld om zich een exemplaar aan te schaffen, waarop ze vervolgens tot de teleurstellende ontdekking kwamen dat zij ”Gilead” helemaal niet zo geweldig vonden: te traag, te filosofisch, te hoogdravend. Er werd gewoon te veel gedacht en te weinig gedaan.
Vandaar dus een waarschuwing vooraf. De boeken van Marilynne Robinson zijn niet voor lezers die allereerst houden van snelheid en spanning, of van beschouwingen over kerkelijke cultuur, politiek, samenleving en andere zaken die de buitenkant van het leven betreffen. Ze zijn voor lezers die houden van de binnenkant, van bespiegeling en beschouwing, van nadenken over de mensen en over de zin van het leven.
Robinson is van een ander kaliber dan de gemiddelde christelijke romanschrijver. Niet voor niets geniet ze wereldfaam en wordt haar werk in tientallen, honderden toonaangevende media besproken. Dat maakt haar in de ogen van veel christelijke lezers tot een soort wonder: hier hebben we nu eens een schrijfster die niet in het christelijke wereldje blijft hangen, maar die grote literaire prijzen wint met haar verhalen over het leven van een dominee, zijn vrouw en zijn vrienden in Gilead, een klein, achtergebleven stadje in Iowa.
Robinson is allereerst een schrijfster die met heel veel zorg en liefde karakters tekent. De strengorthodoxe dominee Boughton, de mystieke en dogmatisch iets rekkelijker predikant John Ames, de theologisch totaal onwetende zwerfster Lila, die zich aangetrokken voelt tot de lectuur van Ezechiël en Job (al vindt haar latere man dat ze beter met de evangeliën zou kunnen beginnen), de opstandige Jack die zich afzet tegen de besloten kerkelijke gemeenschap waar geen plaats is voor zijn zwarte vrouw. Al die mensen hebben hun eigen verhaal, en al die verhalen worden heel onnadrukkelijk en vloeiend met elkaar verweven, even prachtig en complex als het leven zelf.
Drie van de hoofdpersonen hebben inmiddels een eigen roman gekregen: ”Gilead” over John Ames, ”Thuis” over Jack Boughton en nu ”Lila” over Lila Ames. Die nieuwste roman werpt weer een heel ander licht op de gebeurtenissen in Gilead, en dat is de grote kracht van Robinsons werk: zij laat zien hoe je, door je telkens in een andere persoon te verplaatsen, steeds dieper in de werkelijkheid kunt doordringen. ”Lila” is namelijk een soort spiegelroman van ”Gilead”: deels dezelfde personen, dezelfde gebeurtenissen, maar dan vanuit een totaal ander perspectief en daardoor opnieuw vreemd en nieuw en verrassend.
Het blijft een vreemd verhaal, dat van de 76-jarige John Ames, predikant van een congregationalistische gemeente, wiens eerste vrouw mét zijn dochtertje in het kraambed gestorven is en die (toen hij al tegen de zeventig liep) opnieuw trouwde met een vrouw die zomaar op een dag de kerk kwam binnenwandelen. ”Gilead” vertelt de gebeurtenissen vanuit zijn perspectief.
”Lila” is de andere kant van de medaille: het verhaal van het meisje Lila, verwaarloosd, mishandeld, dat op een dag wordt opgetild en meegenomen door de zwerfster Doll. Doll wordt het enige draadje dat haar met het leven en de liefde verbindt, al heeft ook zij weinig anders te bieden dan een leven van nergens thuis zijn en niemand kunnen vertrouwen, van keihard vechten voor het bestaan. Zo is Lila, als ze voor het eerst de kerk van dominee Ames binnenloopt om te schuilen voor de regen.
Hoe dit onwaarschijnlijke paar elkaar vindt is vooral een wonder. Lila kan eigenlijk niemand vertrouwen, en John weet niet hoe hij haar bereiken moet en waar hij goed aan doet. Hij weet alleen dat ze onvermijdelijk bij elkaar horen en dat hij zich over haar ontfermen moet, al ligt het voor de hand dat ze zomaar weer verdwijnen kan, weglopen zonder om te kijken, of dat gevaarlijke mes gebruiken dat ze bij zich draagt. Dat heeft met genade te maken, en met ontferming, en barmhartigheid, en liefde dwars door het lijden heen.
Het is de kracht van Robinson dat ze over zulke diepe dingen vertelt op een niet vanzelfsprekende manier, zonder theologische clichés en theologische terminologie. Lila stelt meer vragen dan haar man (of wie dan ook) beantwoorden kan, en dat levert hier en daar nogal onorthodoxe passages op (over de hel bijvoorbeeld: Lila kan niet geloven dat iemand van haar vroegere bekenden daarheen zou gaan).
Maar dit boek is natuurlijk geen handboek voor het christelijk geloof, maar een roman die alleen maar wil laten zien hoe heel gewone mensen het leven proberen zin te geven. Lila is een ongeletterde vrouw, die op haar eigen scherpe en soms grove manier de meest wezenlijke vragen stelt, zonder zich te bekommeren om de gevoeligheden, de dogma’s en de vanzelfsprekendheden van het kerkelijke wereldje waar ze ineens min of meer bij hoort. Dat alleen al werkt inzichtgevend.
In Robinsons boeken gaat het over liefde en eenzaamheid en angst en onbegrip en wantrouwen en boosheid en bezorgdheid, en over de manier waarop verschillende mensen met verschillende ideeën en verschillende vormen van geloof dat ervaren. Haar hoofdpersonen maken nauwelijks iets mee, maar ze hebben elk hun eigen problematische verleden en proberen elk op hun eigen manier iets van het leven te begrijpen. Zo komen ze langs verschillende wegen terecht bij de kernelementen van het christendom: Bijbel, doop, avondmaal, geloof, kerk, bekering, zonde, gebrokenheid, genade – want zonder al die dingen kan het leven geen betekenis krijgen.
”Lila”, Marilynne Robinson; uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam/Mozaïek, Zoetermeer, 2015; ISBN 978 90 239 9486 2; 270 blz.; € 19,99.