JAKARTA. Het personeel was volkomen overrompeld: lokale autoriteiten verzegelden op 17 januari van dit jaar het gebouw van de theologische hogeschool Setia in de Indonesische hoofdstad Jakarta. Onenigheid over eigendomsrechten en geluidsoverlast zouden de oorzaak zijn.
Toch lijkt de situatie minder erg dan ze is. De docenten Edward Hanock en Naftali Arung doen er laconiek over. Arung vertelt hoe hij op de gewraakte morgen via een raam in zijn werkkamer moest inbreken om de nodige bezittingen weg te halen.
Wie de verzegeling verbreekt, riskeert twee jaar en zes maanden gevangenisstraf, staat in het Indonesisch te lezen op de aanplakbiljetten. „Ja, ja, kijk maar uit”, lachen de docenten als ze voorzichtig even de biljetten aanraken.
De studenten hebben in ieder geval geen last van de actie van de overheid. Vlak voor de verzegelde ingang van de hogeschool zijn ze –tegen het einde van de dag– druk aan het volleyballen. „Ze nemen het zoals het is”, zegt Hanock. „Je kunt er toch niets aan doen.” De studenten zien er opgeruimd uit en maken een V-teken.
Reactie
Setia werd in 1987 opgericht uit bezorgdheid over de toenemende vrijzinnigheid in de grote protestantse kerken aan de ene kant en over de explosie van charismatische kerken aan de andere kant. Behalve de school in de hoofdstad Jakarta heeft Setia zo’n twintig afdelingen in verschillende Indonesische provincies: West-Kalimantan, Sulawasi, Nias, Noord-Sumatra, West-Sumba en Papoea.
Tot 2008 stond de hoofdvestiging van Setia in Oost-Jakarta. De veelal islamitische buurtbewoners zetten de hogeschool echter met veel geweld uit dit gebouw. Vervolgens ging de leiding van de school op zoek naar een nieuwe vestiging. Er volgde een zwerftocht van ruim twee jaar van noodvoorziening naar noodvoorziening. Uiteindelijk kocht de school een oud fabrieksterrein in het noordwesten van Jakarta. De kantoren op dit terrein zijn nu verzegeld. Aan de achterzijde gaan de colleges echter gewoon door.
Buitenaf
Setia is niet alleen een theologische hogeschool, maar biedt ook opleidingen aan voor gezondheidszorg en onderwijs. De opleidingen tellen in totaal 800 studenten in de leeftijd van 17 tot 23 jaar. De studenten komen doorgaans van het platteland, wonen intern op de campus en betalen slechts een gering bedrag voor kost en inwoning.
Men is afhankelijk van donoren van buitenaf, zoals van de vrijgemaakt gereformeerde zendingsorganisatie De Verre Naasten, die de opleiding al jaren steunt in samenwerking met vrijgemaakte gemeenten uit Overijssel en de Noordoostpolder, via de Overijsselse zendingsdeputaten. De meeste theologiestudenten gaan later als voorganger of godsdienstonderwijzer aan de slag.
Verzegeling
Al eerder meldde De Verre Naasten dat een conflict tussen de oude stichting YBSI –sinds 2014 in staat van opheffing, maar formeel nog steeds eigenaar van de campus– en de nieuw opgerichte stichting Sabas, die het onderwijs van Setia wil voortzetten, waarschijnlijk de aanleiding is voor de verzegeling. Tussen de christelijke organisaties zou een afspraak zijn over verdeling van de opbrengst bij verkoop van de campuslocatie. De hogeschool Setia maakt echter nog steeds gebruik van de campus en daarom blijkt het lastig om die te verkopen. De verzegelingsactie zou een drukmiddel zijn om het reeds geplande vertrek van Setia te bespoedigen.
Het vertrek van Setia is al in gang gezet. Net buiten Jakarta huurt Setia een stuk grond in een Chinese wijk waar veel armen wonen. Regelmatig trekt een vliegtuig laag over, afkomstig van het nabijgelegen vliegveld Sukarno-Hatta. Rook trekt over de omgeving, afkomstig van vuurtjes waarop de Chinezen hun maaltijden bereiden.
Campus
De nieuwe campus bestaat nog slechts uit twee grote veldtenten en een stalen geraamte dat een gebouw van twee verdiepingen moet worden. Hier moeten maar liefst 800 jongeren worden ondergebracht. De campus is kleiner dan de vorige. Arung: „We proberen over drie weken klaar te zijn.”
De kosten voor de nieuwe locatie en de inrichting bedragen zo’n 22.000 euro. Geld is er echter amper. „Maar we hebben vertrouwen”, aldus Hanock. De docenten stralen optimisme uit. Onderweg naar de nieuwe campus wordt er door beiden hard gelachen over alles en nog wat. Toch zijn de docenten wel een beetje ontroerd als er afscheid genomen moet worden. Ze voelen aan dat de buitenwereld hen niet mag vergeten.
serie Kerk in Indonesië
Dit is het vierde deel van een serie over kerk en godsdienst in het islamitische Indonesië.