Het bespelen van een klokkenspel of een carillon komt op de lijst van immaterieel cultureel erfgoed in Nederland. De Nederlandse Klokkenspel-Vereniging (NKV) neemt het bijbehorende certificaat maandag in Museum Speelklok in Utrecht in ontvangst.
De NKV droeg de beiaardcultuur voor tot plaatsing op de lijst omdat zij wil dat de zogeheten beiaardcultuur blijft bestaan. Nederland telt met 182 carillons de meeste handbespeelde beiaarden ter wereld. Deze carillons worden bespeeld door zo’n zestig actieve beiaardiers.
Ieder jaar studeren er nieuwe beiaardiers af aan de Nederlandse Beiaardschool in Amersfoort, onderdeel van HKU Utrechts Conservatorium. Het is de enige opleidingplaats ter wereld waar het vak beiaard wordt gegeven op het hoogste niveau van master of music. De helft van de studenten komt uit het buitenland.
Het luiden van klokken, die meestal in kerktorens hangen, gebeurt sinds de zevende eeuw. Dit was in eerste instantie een manier om de tijd aan te duiden, om te waarschuwen voor gevaar en om mensen te attenderen op plechtigheden.
Vandaag de dag klinkt in veel steden op gezette tijden carillonmuziek. Het gaat om wisselende melodieën die met behulp van een speeltrommel ten gehore worden gebracht. Daarnaast kruipen (stads)beiaarders regelmatig achter het klavier van ‘hun’ carillon voor een bespeling.
Tijdens de ceremonie van maandag waarbij de beiaardcultuur op de Unescolijst wordt gezet, speelt het carillon van de Utrechtse Dom twee nummers van de popgroep Abba.
