AMMAN. Afgelopen week voerde ik in de Jordaanse hoofdstad Amman een gesprek met Michel. Hij was een van de vele duizenden Iraakse christenen die de afgelopen periode gedwongen werden Mosul te verlaten. Het verhaal van Michel verschafte inzicht in wat er zich de afgelopen weken en maanden precies heeft afgespeeld in Mosul.
Toen de stad enkele maanden geleden werd veroverd door de radicale ISIS-beweging, vluchtte Michel met zijn familie in paniek naar een van de omringende dorpen. Tien dagen later keerden ze weer terug naar Mosul omdat er allerlei berichten werden verspreid dat ISIS de veiligheid van religieuze minderheden zou garanderen, mits ze zich aan de islamitische sharia hielden.
In het begin leek alles goed te gaan, maar dat veranderde nadat ISIS zijn macht en gezag in Mosul stevig verankerd had.
Half juni bezochten ze op zondagochtend een kerkdienst in Mosul, die echter halverwege verstoord werd door militanten van ISIS. Ze waren in het zwart gekleed en zwaar bewapend. Ze begonnen de dienstdoende priester te bedreigen en de kerkgangers te intimideren door voor de grap de loop van hun geweren tegen hun hoofden te plaatsen.
Op 16 juli bleek dat er ’s nachts op alle huizen in hun christelijke wijk de letter N van nasrani (christen) was geschilderd. Tegelijkertijd begon ISIS de kruisen van kerken en kloosters te halen, om deze door hun zwarte jihadvlag te vervangen. Michel legde uit dat hiermee hun kerken en huizen officieel eigendom waren geworden van de islamitische staat van ISIS.
Enkele dagen later ontvingen ze een brief waarin stond dat ze 24 uur de tijd hadden om Mosul te verlaten in het geval ze weigerden zich te bekeren tot de islam of de verplichtte jizya (islamitische belasting) te betalen. Michel en zijn familie bedachten zich geen moment. Ze namen het hoogst noodzakelijke mee en vertrokken via een omweg naar de plaats Qaraqosh. Het laatste wat ze zagen toen ze hun wijk in Mosul ontvluchtten was de grote zwarte ISIS-vlag die op de Sint-Ephraimkathedraal wapperde.
„Verwoest, alles is verwoest”, herhaalde hij enkele malen.„Onze kerken zijn in brand gestoken, christelijke monumenten platgewalst en het gemoed en de geest van de christenen zijn vertrapt.” Dit laatste hield tevens verband met de totale vernedering die ze ervoeren toen ze Mosul waarschijnlijk voor altijd verlieten. Het was op 18 juli om 11.00 ’s ochtends. Nooit zal Michel vergeten hoe ze door de hun zo vertrouwde straten van Mosul reden, terwijl ze vanaf de minaretten van alle moskeeën die ze passeerden hoorden omroepen „dat alle christenen voor 12.00 uur ’s middags Mosul dienden te hebben verlaten. Wie weigerde, zou de zwaarte van de islamitische wet voelen.”
Ze hadden besloten naar Qaraqosh te vluchten omdat ze gehoord hadden dat deze plaats werd beschermd door de Koerdische peshmerga. Qaraqosh is een oude christelijke stad met 50.000 inwoners, ongeveer 30 kilometer ten zuidoosten van Mosul. Het is momenteel een van de laatste oorden waar Iraakse christenen nog naartoe kunnen vluchten.